Niemand kent uw kind beter dan uzelf. U weet wat goed is voor uw kind is en dus bent u het best geplaatst om uw kind met raad en daad bij te staan.
Aarzelt u echter niet om uw familie in te schakelen, dit wanneer u de batterijen even opnieuw wilt opladen. U kunt de hulp inroepen van de opa, oma, tante, oom of meter of de peter van het kind. Zo krijgt uw kind het gevoel nog beter omringd te zijn. Het spreekwoord luidt: vele handen maken licht werk !
Praat in eenvoudige taal met uw kind, die bij zijn of haar leeftijd passen over de ziekenhuisopname. Dit is belangrijk om de ervaring aangenamer te maken en het vertrouwen van uw kind te behouden.
Speelgoed, een knuffel of een vertrouwd voorwerp kunnen een belangrijke bron van troost in het ziekenhuis vormen.
Elke ziekenhuisopname gaat jammer genoeg gepaard met onaangename momenten (onderzoeken, bloedafname...), vooral op deze momenten heeft uw kind u extra nodig.
Kunt u er niet bij blijven, leg uw kind dan uit waarom en verwittig wanneer u vertrekt.
Het is uw taak om uw kind uit te leggen dat de dokters en verplegers er zijn om hem of haar te verzorgen en te helpen.
Tijdens de ziekenhuisopname of de herstelperiode kan uw kind afwijkend gedrag vertonen (onrustige slaap, boosheid, aanhankelijkheid, regressie). Dit is volkomen normaal ! Straf uw kind niet, moedig het eerder aan om zijn of haar gevoelens te uiten (eventueel aan de hand van een spel of een tekening).
Emmanuelle Van Besien
Fax: 02/512 25 44
Verenigingstraat 15 - 1000 Brussel
Contact | un projet du CDCS-CMDC asbl | Agence web : Clef2web |
Hospichild est une initiative des Ministres bruxellois en charge de la santé