Het belang van ‘zorg dragen’ voor de zorgverleners (verslag conferentie)

Naar aanleiding van een conferentiecyclus onder de naam ‘zorg dragen’, wijdden de teams van ‘La Cité Miroir’ en ‘La Maison des Sciences de l’Homme’ van de universiteit van Luik hun laatste webinar aan de zorgverleners en hoe er de voorbije maanden zorg kon gedragen worden voor hun welzijn en hun werkomstandigheden.

Hospichild beschouwde de ervaring van de zorgverleners altijd al als uiterst belangrijk en organiseerde enkele jaren terug reeds een symposium rond dit thema. Vandaag krijgt het gelukkig steeds meer weerklank. Kijk maar naar het bijzonder boeiende webinar dat begin deze maand werd georganiseerd. De sprekers waren Nathalie Zaccaï-Reyners, gekwalificeerd onderzoeker van het ‘Fonds de la Recherche Scientifique’ en professor ‘Alledaagse sociale antropologie’ aan de ULB, en Alexandre Ghuysen, spoedarts van het CHU Luik. Dit is het verslag.

“In het nauw gedreven worden is soms goed”

De zorgverleners werden de voorbije maanden zwaar op de proef gesteld. Alexandre Ghuysen, spoedarts van het CHU Luik, wilde de positieve aspecten van de immense druk toelichten – zonder evenwel de problemen te negeren. Hij vind het goed om soms eens in het nauw gedreven te worden. “De coronacrisis is een uitzonderlijke ervaring die nog niemand had meegemaakt. In de praktijk is het een prima indicator van wat voor verbetering vatbaar is, maar ook van wat goed werkt. Mensen moeten snel op zoek gaan naar nieuwe modaliteiten en in dergelijke situaties is teamwerk van doorslaggevend belang.”

“De zorgrelatie kon onvoldoende tot stand komen”

Onderzoeker Nathalie Zaccaï-Reyners bevestigde deze vaststelling en ging er dieper op in: “Het is inderdaad in crisismomenten dat zaken die anders nauwelijks opvallen, plots aan de oppervlakte komen. Zo bleek in de eerste plaats dat de medische zorg in het ziekenhuis niet alleen afhangt van de zorgverleners, maar van een brede en complexe structuur (autoriteiten voor de beslissingen, internationale organisaties voor het materiaal…). De zorgverleners gaven dan weer aan dat de zorgrelatie onvoldoende tot stand kon komen tijdens de crisis. De aandacht ging al te vaak naar de technische aspecten. En dan is er zoals gezegd de positieve dynamiek van het samenwerken en de diepgaande solidariteit tussen de zorgprofessionals.”   

De hulp- en zorgberoepen traden uit de schaduw

Dokter Zaccaï-Reyners stelde ook dat het begrip ‘zorg’ ruimer is geworden. In de algemene perceptie omvat het nu alle taken die in het teken staan van het voortbestaan van onze wereld en onze soort. Men heeft het dus niet langer uitsluitend over de zorgverleners die tewerkgesteld zijn in de officiële zorgsectoren, maar over iedereen met een (al dan niet erkend) hulp- of zorgberoep in de breedste zin. Zo is iedereen er zich nu van bewust dat vuilnismannen risico’s nemen, dat truckchauffeurs noodzakelijk zijn om ons te bevoorraden, dat koeriers en winkelbedienden helden zijn enz.

Professionele inzet, ondanks de risico’s

Begin maart was het voor de diensthoofden van de ziekenhuizen aartsmoeilijk om te beslissen welke teams zij naar het front zouden sturen. “We wisten dat sommigen ziek zouden worden, soms zelfs ernstig, en dat sommigen zouden sterven… maar niemand van het zorgpersoneel weigerde om de handen uit de mouwen te steken. De zorgverleners wisten dat ze een belangrijke taak te vervullen hadden,” vertelde Alexandre Ghuysen. “En dan doet het deugd om de steun en het applaus van de bevolking te krijgen. Er was evenwel ook een bittere nasmaak. Onze inspanningen werden al zo lang niet erkend. Blijkbaar was er een crisis nodig om het besef te doen rijpen dat wat wij doen belangrijk is. Bovendien werden de boodschap en de boodschapper over dezelfde kam geschoren en verweet men ons dat de maatregelen streng waren.”

Het belang van permanente ondersteuning van de zorgverleners

De spoedarts vervolgde met het feit dat de permanente onderlinge ondersteuning binnen het zorgpersoneel doorslaggevend was voor de mentale weerbaarheid van de teams. “Bij de debriefings kwamen we samen om ieders problemen te bespreken: wat er ontbrak, wat iedereen nodig had om zich beter te voelen… Die dagelijkse momenten leverden snelle oplossingen op. Dat ging niet altijd over grote ingrepen. Zo was er een verpleegster die gewoon vroeg of ze naar muziek kon luisteren.”

Wat na de crisis?

“Ik ben bang voor wat de helden van de crisis te wachten staat eens alles achter ons ligt,” zei Nathalie Zaccaï-Reyners. “Misschien willen de mensen dan alles zo vlug mogelijk vergeten en achter zich laten. Met inbegrip van de ‘oudstrijders’.” Alexandre Ghuysen deelt die vrees: “We moeten inderdaad alert zijn voor het oudstrijderssyndroom. Men zal ons vragen om de bladzijde definitief om te slaan. Dan staan we alweer alleen en kunnen we enkel op elkaar rekenen. We zullen ook te maken krijgen met het schuldbesef van sommige overlevenden, die door de mazen van het net glipten. De mensen zullen bovendien de ‘dictatuur’ van de maatregelen niet licht vergeten. Misschien krijgt de zorgsector de zwartepiet toegespeeld voor anderhalf jaar leven met beperkingen.” Hij besloot met een laatste vraag: “Zullen er opbouwende lessen getrokken worden, zodat de vergissingen in het kader van een dergelijke crisis zich niet kunnen herhalen?” 

Sofia Douieb

LEES OOK: