Initiatieven

Werelddiabetesdag: enkele preventieacties in Brussel

Meer dan een miljoen Belgen hebben diabetes en een op de drie weet het zelfs niet. Onder hen lijden er 3.300 kinderen en adolescenten aan diabetes type 1. Om diabetes in een vroeg stadium te voorkomen of op te sporen, werd 14 november omgedoopt tot Werelddiabetesdag. Het doel? Concrete bewustmakingsacties aanbieden in verschillende zorgomgevingen – ziekenhuizen, gezondheidsnetwerken, verenigingen en apotheken – om de risico’s op de ziekte te beperken. De Association Belge du diabète biedt bijvoorbeeld verschillende activiteiten aan, waaronder een lezing met als titel: “Le sel : un peu, beaucoup ou… pas du tout ?”

Diabetes is een ziekte die wordt gekenmerkt door een regelmatig hoge bloedsuikerspiegel. Als de ziekte niet wordt behandeld, kan dit leiden tot soms onomkeerbare en gevaarlijke complicaties, zoals chronische of cardiovasculaire aandoeningen, oogletsels, enz. Om de ziekte onder controle te houden, zijn een specifiek dieet en lichaamsbeweging essentieel, als aanvulling op geneesmiddelen. Diabetes type 1, ook bekend als jeugddiabetes, is een auto-immuunziekte die wordt gekenmerkt door abnormale vermoeidheid, een droge mond, frequent urineren of gewichtsverlies. Diabetes type 2 komt daarentegen veel minder vaak voor bij jonge mensen en zien we voornamelijk bij personen ouder dan veertig jaar. Het is een gevolg van overgewicht of een gebrek aan lichaamsbeweging.

Voorkomen is beter dan genezen

Er zijn een aantal strategieën die je zelf kunt toepassen om je risico op diabetes te verminderen, zoals goed voor je lichaam zorgen door gezond te eten en regelmatig te sporten. In het kinderziekenhuis hebben de teams van de diabetologiekliniek, de sportafdeling en de Clinique Poids Junior hun krachten gebundeld om activiteiten en individuele begeleiding te bieden aan elke jonge patiënt. Hoofdarts Dr. Beghin zei hier het volgende over: “Bij diabetes type 2 bestaat onze gemeenschappelijke strategie eerder uit preventie dan uit genezing. We praten tijdens consultaties met kinderen ook over overgewicht en een gezonde levensstijl bij spoedgevallen of ziekenhuisopnames, zodat we kinderen die onze aandacht trekken kunnen identificeren en een evaluatie kunnen aanbieden. Ongeacht de pathologie besteden we ook aandacht aan de integratie van sport in de behandeling zodra de toestand van het kind dat toelaat.”

→ Diabetologie van het UKZKF

Initiatieven in Brussel

Elk jaar worden op nieuwe locaties initiatieven aangeboden zoals informatiesessies, activiteiten en praatgroepen. Een greep uit de initiatieven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:

  • Ziekenhuis Etterbeek-Elsene  (Jean Paquotstraat 63, 1050 Brussel):  14 november van 9.00 tot 12.30 uur: informatiesessies over diabetes en de opsporing ervan (haartests) + informatie over gezonde en evenwichtige voeding;
  • Ziekenhuis Molière (Marconistraat 142, 1190 Brussel), hoofdingang, kant van de cafetaria: 18 november van 09.00 tot 14.00 uur: informatiesessies over diabetes en de opsporing ervan (haartests) + informatie over gezonde en evenwichtige voeding;
  • Ziekenhuis Bracops (Dokter Huetstraat 79, 1070 Brussel), hoofdingang: 18 november van 09.00 tot 12.00 uur: informatiesessies over diabetes en de opsporing ervan (haartests) + informatie over gezonde en evenwichtige voeding;
  • Het Réseau Santé Diabète de Bruxelles organiseert verschillende activiteiten op 14 november: het netwerk en zijn leden zullen van deze gelegenheid gebruikmaken om mensen in de Marollenwijk bewust te maken van diabetes. Voorbijgangers zullen soep aangeboden krijgen die door het centrum De 8ste Dag werd bereid en zich kunnen wenden tot een van de informatiestands van onze leden.  Er zal ook een lezing plaatsvinden van 13.00 tot 15.00 uur in het ziekenhuis César de Paepe (Cellebroersstraat 11, 1000 Brussel) met als titel: “La santé bucco-dentaire, miroir du diabète ?”. Er zal een gebarentolk aanwezig zijn om de lezing te vertalen.
  • Lancering van het Café Diabète: Café Diabète is een praatgroep voor mensen met diabetes type 2 en/of hun naasten. De lancering vindt plaats op 18 november 2024, van 9.30 tot 11.30 uur, in La Samaritaine (Samaritanessestraat 41, 1000 Brussel). Er is een WhatsApp-groep aangemaakt.

Programma voor zelfregulatie van diabetes bij kinderen

Als je kind diabetes heeft, kan je hem of haar een programma laten volgen om te leren de ziekte zelf te reguleren. Je kan hiervoor een financiële tegemoetkoming krijgen van je ziekenfonds, via de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV. Dit programma wordt aangeboden door gespecialiseerde centra en leert je kind om zelfstandig te ziekte te reguleren. Om in aanmerking te komen voor deze begeleiding, moet je kind of adolescent aan een aantal voorwaarden voldoen: je kind mag niet ouder zijn dan zeventien jaar, hij of zij moet diabetes type 1 of type 2 hebben, je kind moet lijden aan hyperinsulinisme waardoor zich hypoglycemieën voordoen en aan organische hypoglycemieën. De centra bieden een programma aan met verschillende onderdelen: begeleiding van het kind en de ouders bij de zelfregulatie van zijn/haar diabetes, sociale en emotionele begeleiding van het kind en de ouders, geven van de nodige voorlichting over preventie aan de school en zo nodig zorgen voor een aangepaste behandeling, ter beschikking stellen van het materiaal dat noodzakelijk is voor de zelfcontrole van de bloedsuikerspiegel, instellen van een telefonische permanentie die op elk moment bereikbaar is, uitwerking van een netwerk voor dringende hulp voor het kind, de ouders en de behandelend arts om een gepaste en individuele opvolging te waarborgen.

→ Meer informatie over het programma

DiabHealth, een app om je diabetes te reguleren

Iets meer dan een jaar geleden werd in Waver de applicatie DiabHealth ontwikkeld om het leven van diabetici te vereenvoudigen. De applicatie kan onder andere gebruikt worden om gegevens over de patiënt te verzamelen (bloedsuikerspiegel, maaltijden, sportactiviteiten) die nuttig kunnen zijn bij de behandeling van de patiënt tijdens een consultatie in het ziekenhuis of bij een gezondheidsprofessional. De applicatie zelf is gratis, maar om bepaalde functies te gebruiken is een maandelijkse bijdrage vereist. Diabetici kunnen bijvoorbeeld een foto van hun bord naar de applicatie sturen, die het koolhydraatgehalte van het voedsel beoordeelt. Zo kan de patiënt zijn benodigde insulinedoses berekenen. “Het doel van onze app is om de mentale belasting van diabetici te verlichten. En als het lukt, kan ik op die manier iets met mijn diabetes doen, wat me heel blij maakt”, vertelt Gauthier Bohyn, medeoprichter van de applicatie, aan La Libre.

→ Naar de applicatie

Doe de online test

Voor diabetes type 2 organiseert Multipharma Group beoordelingen in haar 243 apotheken. Dit is een internationaal erkende screeningstest, Findrisc (Finnish Diabetes Risk Score), waarmee het risico op het ontwikkelen van diabetes in de komende tien jaar kan worden beoordeeld. Na die test krijgen mensen met een hoog risico op diabetes een brief van de apotheker en een boekje met tips voor een gezonde levensstijl om de risicofactoren te beperken. Ze worden vervolgens gevraagd om contact op te nemen met hun huisarts voor meer grondige tests.

→ Multipharma

Association du diabète

De vereniging bestaat sinds 1942 en heeft als doel diabetici van alle soorten en leeftijden te begeleiden, zodat ze met hun ziekte kunnen omgaan. Diabetici zelf en gezondheidsprofessionals werken samen met de volgende opdrachten:

  • preventie en vroegtijdige opsporing van de ziekte aanmoedigen;
  • diabetici, hun naasten en gezondheidsprofessionals bijgewerkte en wetenschappelijk goedgekeurde informatie aanbieden;
  • de medische behandeling van patiënten verbeteren om het risico op complicaties zoveel mogelijk te beperken;
  • diabetici vertegenwoordigen bij de gezondheidsautoriteiten;
  • fundamenteel en klinisch onderzoek ondersteunen.

→ Neem contact op met de Association du Diabète

Samuel Walheer

 

LEES OOK: 

Revalidatieprogramma in Brussel voor de behandeling van chronische pijn bij kinderen

Om chronische pijn bij jongeren te verlichten, heeft het Kinderziekenhuis (UKZKF) sinds enkele jaren een revalidatieprogramma dat is gebaseerd op een biopsychosociale benadering, met individuele begeleiding door een multidisciplinair team dat chronische pijn erkent binnen een geheel van oorzaken en gevolgen om ze te behandelen. Volgens statistieken krijgt bijna 30% van de schoolgaande kinderen namelijk te maken met chronische pijn. Meestal is die pijn amper of niet zichtbaar, maar ze heeft een aanzienlijke invloed op het dagelijks leven van de jongste kinderen. Ze beïnvloedt hun lichamelijk welzijn, sociaal leven, scholing en vrije tijd.

“Chronische pijn kan niet worden herleid tot één oorzaak, maar is het resultaat van een complexe interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren”, aldus Christine Fonteyne, hoofd van het team dat werkt rond chronische pijn bij kinderen in het UKZKF (de ‘Pain Resource’-unit).

Van pijn naar hoop …

In 2015 startte het kinderziekenhuis een revalidatieprogramma op, waarin chronische pijn was opgenomen. Maar zulke chronische pijn is vaak ongrijpbaar en veroorzaakt soms blijvend leed. Bij de behandeling van chronische pijn richt je je niet op één enkel symptoom, maar moet je rekening houden met een geheel van oorzaken. Alleen zo kan je de levenskwaliteit van kinderen en tieners herstellen. Dat is het geval bij chronische pijn veroorzaakt door hoofdpijn, buikpijn of pijn in het bewegingsapparaat. Als antwoord op dit ongemak en de angstgevoelens die het teweegbrengt bij de ouders, biedt het UKZKF oplossingen op maat van elk kind, met een multidisciplinaire beoordeling om de pijn te behandelen en te zorgen voor een beter dagelijks leven.

Waaruit bestaat het programma?

Om de symptomen te verlichten, het lichaam te revalideren en kinderen in staat te stellen hun pijn een tijdje onder controle te houden, heeft het UKZKF een zogenaamde “therapeutische toolbox” ontwikkeld. Die toolbox bestaat uit farmacologische middelen die zijn ontwikkeld om symptomen te verlichten, fysieke technieken en psychosomatische benaderingen zoals hypnose, ontspanning, meditatie of hartcoherentie. Een team houdt zich specifiek bezig met pijn en organiseert ook groepssessies waarin kinderen en tieners elkaar ontmoeten. Op die manier kunnen ze elkaar steunen, cohesie opbouwen, hun ervaringen en hun ongemakken delen en nuttige pijnbestrijdingstechnieken sneller beheersen.

Team rond pijn (‘Pain Resource’-unit)

Zoals bij elke ziekenhuisdienst staat er een team klaar om jonge patiënten die pijn hebben, op te vangen. Dat team rond chronische pijn bij kinderen bestaat uit kinderartsen, artsen voor fysische geneeskunde, kinderpsychiaters, psychologen en verpleegkundigen. Sommige professionals werken samen met andere ziekenhuisdiensten, zoals kindergeneeskunde, anesthesiologie, chirurgie of kinesitherapie. Hun doel is om de vele factoren die bijdragen tot chronische pijn op te sporen, kinderen te helpen de betrokken mechanismen te begrijpen door middel van psycho-educatieve consultaties en met hen en hun ouders samen te werken om een gepersonaliseerd behandelplan uit te werken.

→ Neem contact op met het team rond chronische pijn bij kinderen van het UKZKF via: urd@hubruxelles.be

→ Brochure “Pourquoi j’ai mal ?” (document in het Frans)

Samuel Walheer

 

LEES OOK: 

Autisme in de bioscoop: twee briljante films om gezinnen uit de schaduw te halen

De Amerikaanse productie “Ezra”, met een groot budget en een vijfsterrencast, en de Belgische documentaire “En attendant Zorro”, met een klein budget, zijn twee even ontroerende nieuwe bioscoopreleases. Ze hebben één belangrijk iets gemeen: de wens om gezinnen met een kind dat autisme heeft in de schijnwerpers te zetten, om ze uit de schaduw te halen, om erover te praten en om het stigma hierrond te op het heffen. 

In België en in de rest van de wereld lijken vooral kunstenaars bezig te zijn met autisme, eerder dan de overheden. De tekortkomingen zijn nochtans opvallend: vooral als het gaat om kinderopvang, die onmisbaar is voor het evenwicht bij die gezinnen. Hospichild is ook erg bezorgd over deze kwestie en schrijft er voortdurend over: Wereld Autisme Bewustzijnsdag: Er is nog veel te doen!, Onderzoek naar autisme: een innovatief onderzoeksproject dat heel België doorkruist met mobiele laboratoria, Het Brusselse Autismehuis: het project krijgt vorm!, enz. Daarom hopen we dat films zoals deze twee recente pareltjes helpen om de integratie van kinderen met autisme in de samenleving te bevorderen en vooral dat er oplossingen komen om radeloze ouders praktische hulp te bieden.

Ezra, een kind met autisme dat geconfronteerd wordt met onenigheid tussen zijn ouders

In de film Ezra beëindigt de schrijver Max Brandel zijn carrière (en zijn huwelijk) om stand-upcomedy te gaan doen. Hij trekt in bij zijn vader Stan, een getalenteerde maar excentrieke chef-kok die portier is geworden – fantastisch gespeeld door Robert De Niro. Max en zijn ex-vrouw hebben tegengestelde opvattingen over de opvoeding van hun 9-jarige zoon Ezra, die het syndroom van Asperger heeft. Max besluit daarom om samen met zijn zoon een roadtrip te maken. Het verhaal is geïnspireerd op de persoonlijke ervaring van scenarioschrijver Tony Spiridakis en gaat op een gevoelige en authentieke manier in op de uitdagingen waarmee de ouders van dit innemende kind worden geconfronteerd. Het acteerwerk in deze film is oprecht en ontroerend, en het verhaal is ook een eerbetoon aan het ouderschap in het algemeen.

Deze grote productie, op de grens tussen komedie en drama, is een groot succes. Van het begin tot het einde worden we meegevoerd door deze personages die zich in een voortdurende strijd bevinden. De ouders willen het beste voor hun kind, maar zijn het totaal oneens met elkaar. Ezra wordt heen en weer geslingerd tussen hun twee levensvisies: die van zijn moeder, die het advies van artsen en gespecialiseerde centra volgt, en die van zijn vader, die wil dat Ezra net als iedereen in de maatschappij leeft en het echte leven ervaart. De regisseur oordeelt niet. Hij laat de twee visies naast elkaar bestaan zonder ertegenin te gaan. Ezra is een film vol nuance, en dat maakt het verhaal zo charmant.

↓ Filmtrailer van Ezra 

Lucas, een opvoedkundige die gezinnen in nood helpt

De tweede film over autisme, geregisseerd door Sarah Moon Howe, speelt zich dichter bij huis af, namelijk in Brussel. Het verhaal: “Achter de gesloten deuren van hun eigen huis hopen ouders van kinderen met zware beperkingen op een plaats in zorg- en begeleidingsdiensten. In de tussentijd proberen ze om te gaan met alle moeilijkheden en gedragsproblemen. Tegen die sombere achtergrond volgt de film het werk van Lucas, een gespecialiseerde opvoedkundige die, soms op advies van het ziekenhuis, gezinnen thuis bezoekt en hen probeert te helpen. Vol energie en optimisme helpt Lucas gezinnen die aan het einde van hun Latijn zijn om een rustiger leven op te bouwen, zonder te wachten op een structurele oplossing die maar moeilijk komt.”

Deze documentaire van vijftig minuten richt zich op deze buitengewone opvoedkundige: Lucas. Net als Zorro redt hij gezinnen in nood. Hij komt tot bij hen, neemt de nodige tijd, past zich aan en doet dit alleen, zonder tussenkomst van een instelling. Lucas schiet te hulp als er geen andere oplossing kan worden gevonden. Het is dan ook een verademing voor de gezinsdynamiek die vaak op de proef wordt gesteld door de beperking van een kind. Ondanks de beproevingen en de pijn slaagt de film erin om vreugde en hoop te vinden bij deze ouders. De film is helder en briljant, net als Lucas.

↓ Trailer van de documentaire En attendant Zorro

→ Voor wie de film in de bioscoop gemist heeft: En attendant Zorro wordt op 30 september 2024 uitgezonden op televisie, op La Trois (RTBF). Daarna zal de documentaire beschikbaar zijn op Auvio.

 

Sofia Douieb

LEES OOK: 

Hondentherapie: het kinderziekenhuis waagt de sprong

Het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola verwelkomt de hond Tika in zijn afdeling Intensive Care. Met dit vrij revolutionaire initiatief, dat de steun van Kids Care geniet, willen we het welzijn van jonge patiënten (en hun ouders) verbeteren dankzij de therapie die wordt ondersteund door het dier.

@Academisch Ziekenhuis Brussel

 

Hospichild heeft in het verleden al een aantal van dit soort initiatieven in de kijker gezet. Zo was er onlangs een artikel gewijd aan de vijfde verjaardag van Villa Samson, een gezellig huis op een boogscheut van UZ Brussel waar patiënten, jong en oud, tijd kunnen doorbrengen met hun viervoeters. Nu is het de beurt aan het Kinderziekenhuis om hondentherapie uit te proberen.

{Persbericht van HUB – Academisch Ziekenhuis Brussel}

@Academisch Ziekenhuis Brussel

Dieren hebben een weldoend effect op patiënten in ziekenhuisverblijf

Het potentieel van diertherapie moet in ziekenhuisomgeving nog nagenoeg volledig ontgonnen worden. Internationaal bestaat geen enkele consensus voor een definitie of omkadering van een zorgpraktijk waarin het driespan dier-begeleider-begunstigde opduikt. Toch lijken zich al twee benaderingen af te tekenen. De ene, ‘gestructureerd en gericht’, heeft een specifieke, meetbare en kwantificeerbare doelstelling; de andere, ‘niet-gerichte’ benadering zet volledig in op de relationele spontaneïteit vanwege het bezoek van het dier en zijn begeleider bij een persoon die op dat ogenblik erg kwetsbaar is. Met Tika beogen we resoluut deze tweede benadering: het is een reële therapeutische hulp, met een significante, op meerdere niveaus waar te nemen positieve impact op patiënten: minder stress, minder angst, beter humeur, emotionele steun, stimulering van sociale interactie en zelfs hulp bij de revalidatie.

De rol van Tika in het HUDERF

Tika zal onder toezicht van onze gezondheidszorgverleners en na voorafgaand akkoord van de ouders op bezoek gaan bij jonge patiënten die op de Intensive Care verblijven. De ontmoeting begint met een fase van wederzijdse kennismaking. Alles begint met louter visueel contact, op afstand. Als patiënt en ouders dit duidelijk kenbaar maken, mag de hond dichterbij komen en kan de patiënt haar eventueel aanraken en aaien. Heel dit initiatief heeft als doel de patiënt en de familie even uit hun zorg- en ziekenhuiscontext te halen, om in alle veiligheid een wat vrolijker moment te ervaren dankzij de troost, het gezelschap en de waardevolle emotionele steun die het kind zo krijgt.

Dit HUDERF-initiatief past in een bredere ambitie om in onze aanpak ruimte te bieden aan niet-farmacologische benaderingen voor het omgaan met stress en pijn, en in het algemeen voor de levenskwaliteit voor patiënten die op Intensive Care verblijven.

Tika wordt op dit ogenblik opgeleid door een hondentrainster die zowel de ziekenhuiscontext als het domein van de diermediëring door en door kent. De integratie in de afdeling werd goedgekeurd door een intern comité, met inbreng van de dienst Ziekenhuishygiëne, Preventie en Infectiecontrole. De zorgkundigen die bij dit project betrokken worden, willen voor dit experiment actief samenwerken met diverse experts uit het wetenschappelijke en empirische onderzoeksdomein met betrekking tot antropologie, communicatie en diergedragsleer. Momenteel wordt nog verder overlegd over de lancering van dit deel van het project.

Het Erasmeziekenhuis heeft hiermee al ervaring

Het Erasmeziekenhuis (dat eveneens deel uitmaakt van het H.U.B) is in december 2022 al gestart met een vergelijkbaar project door de hond Yuki als therapeutische hulp te integreren in de Intensive Care. Yuki heeft intussen al 110 patiënten bijgestaan, tot hun grote voldoening. Deze geslaagde ervaring van het Erasmeziekenhuis heeft HUDERF geholpen de stap te zetten om Tika te laten toetreden tot het team van de pediatrische Intensive Care.

Mélanie, moeder van Célestine, een patiënt op de intensive care, legt uit: “Tijdens het verblijf van Célestine op de IC van het kinderziekenhuis heeft Tika onze dochter echt geholpen op zowel moreel als lichamelijk vlak. Met haar vele gezondheidsproblemen en problemen met aankleden, bewegen, omgaan met andere mensen, enz. was alles ingewikkeld voor onze dochter, maar met Tika’s aanwezigheid leek alles makkelijker. Célestine wilde bijvoorbeeld alleen maar in bed blijven liggen, maar dan kwam Tika en nam onze kleine meid haar mee voor een wandeling op de gang. Voor ons als ouders is het een geweldige herinnering om onze Célestine te zien glimlachen ondanks haar verdriet. Het is een uitstekend initiatief voor zieke kinderen en hun verzorgers, een bron van afleiding (want ja, de dagen kunnen soms lang zijn) en motivatie, bedankt! ”

 

Gepost door Sofia Douieb

 

LEES OOK:

De Paralympische Spelen: toonbeeld van inclusie voor kinderen met een handicap

Na de Olympische Spelen in Parijs stonden van 28 augustus tot en met 8 september 2024 de Paralympische Spelen in de schijnwerpers. Dat evenement is een toonbeeld van inclusie en dus de perfecte gelegenheid voor de algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind om het woord te nemen. In zijn boodschap herhaalt hij hoe belangrijk het is om diversiteit en gelijke kansen in onze samenleving te bevorderen. Hij benadrukt ook dat “Iedereen, ongeacht zijn of haar capaciteiten, het verdient om gezien, gehoord en gerespecteerd te worden. Of het nu gaat om volwassenen of kinderen, inclusie is geen privilege maar een fundamenteel recht, vooral om deel te nemen.” Die krachtige boodschap zal hopelijk permanent worden toegepast, ook door onze overheidsinstanties.

Voor de eerste Paralympische Spelen moeten we even terug in de geschiedenis. Die werden in 1960 in Rome gehouden. Toen namen 400 deelnemers uit 23 landen deel aan acht sportevenementen. Voor deze editie in Parijs, 65 jaar later, waren er maar liefst 4.400 atleten om 169 landen te vertegenwoordigen. Wie had dat gedacht? De algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind grijpt dat sportieve en zeer positieve initiatief voor mensen met een handicap aan om een persbericht uit te sturen. Daarin herhaalt hij dat we ook dagelijks actie moeten ondernemen.

{Persbericht van de algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind}

Blijf je inzetten!

De algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind maakt gebruik van de Paralympische Spelen om ons engagement voor inclusie aan te moedigen. Naast de sportieve dimensie is dit evenement een toonbeeld van wat we kunnen bereiken als we diversiteit en gelijke kansen hoog op de agenda zetten. Het herinnert ons eraan dat iedereen, ongeacht zijn of haar capaciteiten, het verdient om gezien, gehoord en gerespecteerd te worden. Of het nu gaat om volwassenen of kinderen, inclusie is geen privilege maar een fundamenteel recht, vooral om deel te nemen.

Vier aandachtspunten

Helaas wordt onze instelling nog te vaak geconfronteerd met allerlei vormen van discriminatie. Daarom moeten we dringend actie ondernemen:

  1. De toegang tot gespecialiseerde diensten verbeteren voor personen met een handicap: de versnippering van de bevoegdheden tussen verschillende instellingen, zoals het AVIQ, jeugdhulp, Phare en ONE, bemoeilijkt de coördinatie en dwingt kinderen en hun families om tussen verschillende dienstverleners te schipperen. Die versnippering leidt vaak tot buitensporige wachttijden, vooral voor kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS). Bovendien blijft het moeilijk om geschikte zorg te vinden door het gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod en door territoriale verschillen die doorwerken op de beschikbaarheid van diensten.
  2. Het systeem van schoolvervoer naar gespecialiseerde instellingen herzien om de trajecten te verkorten: ondanks bussen op maat van leerlingen met een handicap, moeten sommige kinderen bijzonder lastige trajecten afleggen, wat rechtstreekse gevolgen heeft voor hun aanwezigheid op school. Er zijn meer vervoersmiddelen nodig en trajecten die door personeelstekorten niet meer worden afgelegd, moeten weer gebruikt worden. Er moet ook absoluut bijzondere aandacht gaan naar de meest kwetsbare groepen, die vaak geen andere optie hebben om hun kinderen naar school te sturen.
  3. Personen met minder zichtbare (verstandelijke of mentale) handicaps meer zichtbaarheid en erkenning geven: sinds 1 september is de terugbetaling van logopediesessies tijdelijk uitgebreid naar alle kinderen met een verstandelijke beperking, ongeacht hun IQ, maar dat geldt niet voor kinderen met autisme of kinderen die naar het buitengewoon onderwijs gaan. De algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind vindt dat alle kinderen, ongeacht hun IQ of onderwijstype, die tegemoetkoming moeten kunnen krijgen.
  4. Ouders ondersteunen en meer rekening houden met de mening van kinderen met een handicap: ouders moeten beter worden geïnformeerd over de diagnose van hun kind en naar de meest geschikte voorzieningen worden geleid. Het is ook essentieel dat kinderen worden gehoord in alle procedures die hen aangaan. Op dit moment worden minderjarigen met een handicap bijvoorbeeld niet uitgenodigd voor overleg over redelijke aanpassingen op school, hoewel de wet dat wel bepaalt.

Kinderrechten respecteren

In het licht van die tekortkomingen herhaalt onze instelling dat inclusie ervoor moet zorgen dat kinderen met een handicap zich niet moeten aanpassen aan de maatschappij, maar dat de maatschappij er alles aan moet doen om hen te verwelkomen als volwaardige burgers met dito rechten. De algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind hoopt dat tijdens deze legislatuur de inclusie van kinderen met een handicap niet louter een goed voornemen zal blijven, maar dat er echt respect komt voor de rechten van die kinderen.

 

 Samuel Walheer

LEES OOK: