Categorie 1

Wonder, een feelgoodmovie over verschillen, pesten en ‘brussen’, nu te bekijken op Netflix

De Amerikaanse film Wonder kwam in 2017 uit in de bioscopen en is nu beschikbaar op Netflix. Hij vertelt het verhaal van de 10-jarige Auggie, een intelligente en grappige fan van sterrenkunde en… met een aangeboren misvorming van het aangezicht. Hij maakt zich klaar om de grote, boze wereld te ontdekken.

Deze feelgoodmovie is gebaseerd op een waargebeurd verhaal en handelt over fundamentele thema’s, zoals de reactie van schoolgenoten op wie ‘anders’ is, het pesten, de impact van een kind met beperking op het gezin en dan vooral op de ‘brussen’ (broers en zussen), het gebrek aan respijt voor de ouders, het belang van een begripvolle opvoeding, oprechte vriendschap…

Een treffende film

Het verhaal schudt je als kijker helemaal door elkaar, een lach en een traan zijn nooit veraf. Alles perfect gedoseerd en raak geschetst. De acteurs zijn top, met een glansrol voor hoofdrolspeler en ‘man achter het masker’ Auguste Pullman. Ook Julia Roberts schittert als toegewijde, maar strenge moeder die zichzelf terugvindt nadat ze zich eerst jarenlang wegcijferde. Owen Wilson vertolkt de coole vaderfiguur, de steun en toeverlaat die het niet altijd eens is met zijn echtgenote, maar niet bang is om zich kwetsbaar te tonen.

Eerbetoon aan de brussen

Deze typische Amerikaanse tragikomedie gaat geen taboes uit de weg. Pijnlijke, lastige en zelfs verwarrende onderwerpen worden onbevreesd aangesneden. Naast het pesten en de pijn van een kind met een beperking, gaat er veel aandacht uit naar de rol van de brussen. De kleine Auggie heeft een liefhebbende grote zus Via, die altijd klaarstaat voor hem. Dat het leven haar niet altijd toelacht houdt ze evenwel angstvallig verborgen voor haar gezin. Ze stelt zich heel terughoudend op, wordt gedumpt door haar beste vriendin en lijdt duidelijk onder het gebrek aan aandacht vanwege haar moeder. Toch leert ze al snel dat haar jongere broer veel meer voor haar kan betekenen dan ze kon vermoeden.

Ode aan de goedheid

De film is doorspekt met goede bedoelingen, maar door zijn diepgang en eerlijkheid onderscheidt hij zich van de doorsnee Amerikaanse tragikomedie. Het is een verhaal van goedheid en welwillendheid. De gezinsleden, de leraars en een zeldzame keer ook de leerlingen vertellen zinnige zaken, die toeschouwers kunnen inspireren wanneer ze nog eens iemand met een beperking ontmoeten. Andere scènes tonen dan weer het tegenovergestelde, vooral het fragment waarin de ouders het pestgedrag tegenover Auggie minimaliseren en zelfs bijna goedpraten.

Kortom, een mooie, treffende en soms onthutsende film. Enige minpunt: qua happy ending heeft dit misschien net iets teveel van het goede…

Alain Maron inventariseert de levering van maskers en herinnert zich het juiste gebruik ervan

Op 24 maart stuurde Alain Maron, minister van Sociale Actie en Gezondheid, een e-mail naar gezondheids- en sociale actoren. Het inventariseert de leveringen van beschermingsmiddelen en het juiste gebruik in het algemeen.

Mevrouw, mijnheer,

 Als operatoren uit de sociale en gezondheidssector maakt u deel uit van de organisaties die centraal staan bij de aanpak van de coronacrisis die we nu doormaken. Uw werk is van essentieel belang. Ik wil u dan ook bedanken voor uw inspanningen en flexibiliteit, maar ook en vooral voor uw solidariteit. Dit alles in een moeilijke context waarin uw personeel en uzelf duidelijk risico’s lopen. 

 Als sleutelactoren hebt u ook het recht op correcte informatie. Daarom stuur ik u deze e-mail, waarin ik me enkel op concrete informatie wil concentreren.

 Weet bovendien dat wij onophoudelijk zoeken naar betrouwbare leveranciers. Hieronder vindt u het laatste concrete nieuws op dit vlak:

  • Gisteren werden er 160.000 chirurgische mondmaskers geleverd (met veel dank aan al het personeel van de administraties die dit mogelijk maakten). Zij worden verdeeld over de diensten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (Iriscare en Diensten van het Verenigd College) en de Franse Gemeenschapscommissie (rusthuizen, palliatieve zorg, thuiszorg- en thuishulpdiensten, medische huizen, opvangtehuizen voor daklozen, centra voor personen met een handicap, PVT’s, IBW’s, psychiatrische ziekenhuizen(COCOF), centra voor gezinsplanning die aan geboortebeperking doen, revalidatieovereenkomsten enz.).
  • Donderdag volgt een levering van 160.000 chirurgische mondmaskers voor dezelfde diensten en onder dezelfde voorwaarden (waarbij echter aanpassingen mogelijk zijn op grond van de behoeften).
  • Tegen het einde van de week worden er opnieuw 400.000 chirurgische mondmaskers verwacht (waarbij alle beperkingen inzake gebruik blijven gelden, gelet op het tekort op de wereldmarkt).
  • Voorts is de aankoop van 100.000 FFP2-mondmaskers, 100.000 schorten, handschoenen, overschoenen en hydroalcoholische gel aangevraagd voor die instellingen waar COVID-19 patiënten verzorgd worden.
  • Er is ook een Brusselse productielijn van stoffen maskers opgezet. Vanaf volgende week zullen er 200.000 maskers per week geproduceerd worden. Die zijn bestemd voor personen met een vermoedelijke besmetting, om de verdere verspreiding van het virus in te perken. De RMG[1]heeft aanbevelingen opgesteld voor het gebruik van zulke handgemaakte maskers in deze context van een tekort aan beschermingsmiddelen en een actieve COVID-19-epidemie.

We kunnen hier spreken van een concrete vooruitgang. Toch is het van essentieel belang zoveel mogelijk initiatieven te nemen en niet op één paard te wedden. Elke instelling en dienst moet dus een maximale inspanning leveren om zich te bevoorraden op de markt. Daarom is het belangrijk dat u nog steeds zelf het materiaal bijbestelt dat u nodig acht. Voorts vragen we u Iriscare (facility@iriscare.brussels) in kennis te stellen van uw behoeften. 

Om af te sluiten, wil ik u herinneren aan enkele basisprincipes om zo rationeel mogelijk om te springen met dit materiaal:

  • Om risicogroepen te beschermen volstaat het een chirurgisch (of stoffen) mondmasker te dragen;
  • Om uzelf te beschermen tegen vermoedelijk besmette personen, draagt deze best een chirurgisch (of stoffen) mondmasker;
  • Als u de kamer van een vermoedelijke of aangetoonde COVID-19-patiënt betreedt om zorg te verstrekken(wat de enige context is waarin u die kamer mag betreden), moet u een FFP2-mondmasker en een schort dragen;
    • In geval er geen FFP2 masker beschikbaar is, raadt de FOD Volksgezondheid aan een chirurgisch mondmasker te dragen[2]
  • Om intensieve zorgen toe te dienen (bv. intubatie, niet-invasieve beademing of invasief longonderzoek) aan een COVID-19-patiënt, zijn een FFP2- of FFP3-mondmasker, een schort en een veiligheidsbril of -masker vereist;
  • Werkkledij van zorgpersoneel moet in de kleedruimte achtergelaten worden en in de instelling schoongemaakt worden.
  • Al dit materiaal verliest zijn doeltreffendheid als het personeel niet regelmatig de handen wast met water en zeep, des te meer bij het verwijderen of uittrekken van het materiaal.

 Wij weten dat dit een erg moeilijke periode is en dat u grote risico’s loopt. Iriscare en de administraties zetten dan ook alles op alles om u te steunen en zullen dat blijven doen. De context blijft echter heel vervelend. Samen zullen we ons echter door deze crisis slaan. 

Hoogachtend,

Alain Maron

Minister van Gezondheid en Welzijn

 

[1]https://epidemio.wiv-isp.be/ID/Documents/Covid19/COVID-19_RMG_Brief_MondMaskers_NL.pdf

[2]https://epidemio.wiv-isp.be/ID/Documents/Covid19/COVID-19_RMG_Brief_MondMaskers_NL.pdf”

 

De Iris Ziekenhuizen Zuid verkrijgen opnieuw het ‘Babyvriendelijk Ziekenhuis’ label

De Iris Ziekenhuizen Zuid worden voor de vierde keer op rij bekroond tot ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’ (BFHI). Dit kwaliteitslabel wordt toegekend door de WGO en UNICEF. Het verzekert een hoog kwalitatieve zorg en ondersteuning van moeders en pasgeborenen. 

In Brussel verkregen slechts vijf materniteiten dit label: UMC Sint-Pieter, de Iris Ziekenhuizen Zuid, UKZKF, Erasmus Ziekenhuis en Kliniek Sint-Jan. De Iris Ziekenhuizen Zuid en UMC Sint-Pieter waren de eersten in 2006. Dat houdt in dat ze sindsdien onafgebroken werk maken van een betere zorg en communicatie naar de toekomstige ouders.

LIJST MET DE 28 BELGISCHE ZIEKENHUIZEN MET BFHI-LABEL (2020)

 

Criteria om het label te behalen

Om het BFHI-label te verkrijgen (en voor 4 jaar te behouden), moet een materniteit vanzelfsprekend beantwoorden aan welomlijnde criteria:

  • toepassing van de Tien Vuistregels ,10 sleutelpunten om het succes van borstvoeding te bevorderen, te promoten en optimaal te begeleiden ;
  • de fysieke en psychische behoeften van de moeders tijdens de arbeid en de bevalling respecteren, Mother Friendly care ;
  • de gezinnen beschermen tegen alle commerciële invloeden wat zuigelingenvoeding betreft, en dit overeenkomstig de Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk.

Continue inspanningen

Concreet – en specifiek in de Iris Ziekenhuizen Zuid – wordt er voldaan aan de criteria via diverse initiatieven van de pool moeder/kind. Op hun website vertelt Tamara Dedecker, vroedvrouw-coördinatrice perinataliteit in de Iris Ziekenhuizen Zuid: De inkorting van de verblijfsduur op de materniteit heeft ons ertoe verplicht innovatief voor de dag te komen om de kwalitatieve begeleiding verder te garanderen. Er moest vooral op prenataal vlak ingegrepen worden.” En ze vervolgt: “Toekomstige mama’s genieten niet enkel een medische opvolging van hun zwangerschap, maar samen met hun partner kunnen ze ook de door het multidisciplinaire team voorgestelde infoavonden bijwonen.” Elke week organiseren vroedvrouwen, pediatrisch verpleegkundigen, kinesitherapeuten en kinderartsen sessies over uiteenlopende thema’s: de bevalling, de eerste levensdagen van de baby, terug naar huis, borstvoeding, of nog, onvoorziene omstandigheden met de baby. Daarbij gaat ook bijzondere aandacht uit naar de papa’s. De ziekenhuisprofessionals verzekeren ten slotte de aangepaste opvolging van het gezin thuis. En als meest recente project “Wij hopen workshops over babybad te kunnen voorstellen. Een vaak terugkerende vraag van de mama’s…”.

Overlijden van een kind: het ‘verlet’ wordt misschien verlengd

Het ‘klein verlet’, dat wordt toegekend bij het overlijden van een kind, bedraagt vandaag slechts drie dagen. Catherine Fonck, federaal kamerlid voor CDH, diende onlangs een tekst in met het oog op het verlengen van die periode tot tien dagen. Dit initiatief pikt in op de hevige debatten die momenteel in Frankrijk gevoerd worden over dit onderwerp.

Een ‘misvatting’, zo gaf de Franse regering onlangs toe in verband met het verwerpen (door LREM, de partij van Macron) van een wetsvoorstel om het wettelijke verlof bij het overlijden van een minderjarig kind op te trekken van vijf tot twaalf dagen. Dat verzet, ingegeven door de mening dat het initiatief ‘de ondernemingen zou straffen’, werd door de bevolking en de andere partijen aangevoeld als choquerend. Het protest dwong de uitvoerende macht om de beslissing terug te draaien en nieuw overleg aan te kondigen. In België gaat het zelfs niet om vijf, maar om drie dagen verlof voor de getroffen ouders. Daarom maakte kamerlid Catherine Fonck dankbaar gebruik van de media-aandacht om ook bij ons de kat de bel aan te binden.

Wat voorziet de wet?

In België is het klein verlet een verlof dat wordt toegekend bij bepaalde gebeurtenissen, het recht op een korte periode van afwezigheid omwille van familiale omstandigheden, zoals het overlijden van een naaste.

  • Het verlet bedraagt drie dagen (te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) indien de overledene het kind is van de werknemer of zijn/haar echtgeno(o)t(e).
  • Het verlet bedraagt twee dagen (te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) indien het gaat om een broer, zus, kleinkind, achterkleinkind die/dat bij de werknemer inwoont.
  • Gaat het om een broer, zus, kleinkind, achterkleinkind die/dat niet bij de werknemer inwoont, dan blijft het verlof beperkt tot de dag van de begrafenis.

In La Libre stelt Catherine Fonck dat drie dagen absoluut niet volstaan: “Als je een naaste verliest, zijn drie dagen zó voorbij. Je hebt nauwelijks de tijd om het papierwerk en de uitvaart te regelen, en dan moet je alweer aan het werk. Zo kan je de slag niet verwerken.”

Van drie naar tien dagen?

Om die reden diende het federale kamerlid in oktober 2019 een tekst in, met het verzoek het verlet te verlengen van drie tot tien dagen (de drie eerste dagen blijven ten laste van de werkgever, voor de volgende zeven dagen zou er een tussenkomst zijn van de ziekteverzekering).

Nu de discussie in volle hevigheid woedt bij onze zuiderburen, wil ze de kwestie opnieuw onder de aandacht brengen: “Het is belangrijk dat de werknemer wat tijd voor zichzelf kan nemen. Na de begrafenis komt de ouder plots in een zwart gat terecht. Sommigen zijn dan liever op het werk dan alleen thuis, maar anderen moeten even afstand kunnen nemen om te rouwen. Die kans moeten we hen geven. Laat ons getuigen van wat menselijkheid.”

Van ziekteverlof tot toegestaan en erkend verlof?

Het spreekt vanzelf dat veel rouwende ouders het niet bij drie dagen houden. Vaak raadplegen ze hun arts om een attest van ziekte te verkrijgen en thuis te kunnen beginnen rouwen. Maar volgens het kamerlid zou deze vaak voorkomende vorm van ziekteverlof gewoon moeten toegestaan en erkend worden: “Het is ook in het belang van de onderneming dat de werknemer de sleutelmomenten in zijn leven in goede omstandigheden kan meemaken: een geboorte, een overlijden, een ernstig ziek kind… In Frankrijk gingen de werkgevers in elk geval al akkoord met het rouwverlof.”

Geëngageerde kinderarts Michel Pletincx genomineerd voor de ‘Specialist van het Jaar’

Voor het derde opeenvolgende jaar organiseren de Artsenkrant en het Verbond der Belgische Beroepsverenigingen van Artsen-Specialisten (VBS) de Prijs ‘Specialist van het Jaar’. Een van de tien door de jury genomineerden is Michel Pletincx, reeds meer dan dertig jaar actief als geëngageerde kinderarts en voorzitter van de Belgische beroepsvereniging van Kinderartsen. Wie een RIZIV-numer heeft kan nog tot 22 november zijn stem uitbrengen.

Michel Pletincx – Mei 2018 – ‘Pediaters aan het woord’

 

In mei 2018 woonde Hospichild een persconferentie bij, georganiseerd door de Onafhankelijke Ziekenfondsen onder de noemer ‘Pediaters aan het woord’. Michel Pletincx was een van de sprekers en zei onder meer dat ‘De job van ziekenhuispediater is echt hard, vooral ’s nachts en in het weekend. Daarom moet je met velen (minstens 4) zijn om alles het hoofd te bieden. Het werk maximaal verdelen kan helpen om burn-out tegen te gaan. Het is ook essentieel dat het beroep beter verloond wordt en dat de work-lifebalance verbetert. Volgens hem: ‘houdt het onvoldoende lang kunnen opvolgen van het kind risico’s in. We moeten alles opnieuw bekijken en een betere opvolging verzekeren. We moeten het aantal ziekenhuisdagen ook tellen vanaf de bevalling, en niet vanaf de opname.’ De man heeft duidelijk sterke overtuigingen en verdedigt die dag in dag uit, onder meer als voorzitter van de beroepsvereniging.

Prijs ‘Specialist van het Jaar’

Vorig jaar ging de Prijs ‘Specialist van het Jaar’ naar professor Greta Dereymaeker (gespecialiseerd in orthopedie en voetchirurgie) aan Nederlandstalige kant, en naar anesthesist Gilbert Bejjani bij de Franstaligen. Dit jaar selecteerde de vakjury opnieuw vijf Nederlandstalige (Luc Colemont, Marc Moens, Chantal Mathieu, Geert Verleden en Geert Dom) en vijf Franstalige specialisten (Paul Colson, Caroline Depuydt, Jean-Paul Lechat, Jean-Michel Foidart en Michel Pletincx). De selectiecriteria omvatten de communicatieve, empathische en samenwerkingsvaardigheden van de specialist, de mate waarin zijn/haar (sociaal) engagement het beroep/vakgebied/gezondheidszorg vooruithelpt; de managementcapaciteiten en de mate van integratie/toepassing van innoverende medische technieken in de dagelijkse praktijkvoering.

‘Stem voor de Pediatrie’

De pediatrische wereld is opgezet met de nominatie van Michel Pletincx. Dat blijkt ook uit een bericht op de website van de Belgische Vereniging van Franstalige Pediaters: ‘Dit jaar verheugen we ons op de nominatie van Michel Pletincx. Hij was 25 jaar lang voorzitter van de Belgische beroepsvereniging van Kinderartsen. In die functie was hij de drijvende kracht achter tal van acties en verwezenlijkingen, waarvan we tot vandaag de vruchten plukken. Bovendien kan hij een solide wetenschappelijk curriculum voorleggen. Met zijn belangstelling voor diverse culturen toont hij zich als een tolerant iemand met een open geest. Hij is tevens een trouw lid van onze vereniging. Het zou fantastisch zijn voor de Belgische pediatrie mocht Michel deze erkenning krijgen’.

Prijsuitreiking tijdens een symposium

De Prijs ‘Specialist van het Jaar’ wordt uitgereikt tijdens een symposium, gewijd aan de toekomstvisie van de gespecialiseerde geneeskunde, georganiseerd door de VBS op 23 november 2019 in Living Tomorrow. Verschillende actuele thema’s komen dan aan bod: wat is de rol van de geneesheer-specialist in het kader van de hervormingen (Paul D’Otreppe), een goed evenwicht vinden tussen werk en privéleven (Ortwin Boone), de geneesheer-specialist van morgen (Pedro Facon), hoe zien de geneesheren-specialisten de gespecialiseerde geneeskunde van morgen (Jean-Luc Demeere) en de ziekenhuisnetwerken en de geneesheer-specialist (Margot Cloet).

De Artsenkrant en de VBS zullen de Prijs ‘Specialist van het Jaar’ overhandigen aan de laureaten in aanwezigheid van Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

→  Stem hier nog tot 22 november voor de ‘Specialist van het Jaar’