Vanaf nu worden Legoblokjes in braille gratis uitgedeeld aan scholen en verenigingen in België. Inclusie is een van de belangrijkste waarden van de Deense speelgoedfabrikant. Dankzij dit initiatief krijgen blinde en slechtziende kinderen een bijkomende mogelijkheid om het brailleschrift onder de knie te krijgen.
Lego wil deze kinderen dus de kans geven om al spelend te leren, maar ook om met ziende vrienden en familie samen te spelen op voet van gelijkheid. Bij de lancering worden de gratis kits uitgedeeld in zeven landen: Brazilië, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Sinds 2021 ze beschikbaar zijn in 21 landen en in 11 verschillende talen.
Een nieuwe manier om braille te leren
“De Braille Bricks worden zó vervaardigd, dat denopjes de letters en cijfers van het brailleschrift vormen, terwijl de steentjes toch compatibel zijn met andere Legoblokjes,” stelt de Groep in een persbericht. De nieuwe blokjes in zes kleuren kunnen zeker hun nut bewijzen, want nog te weinig slechtziende kinderen en volwassenen kunnen overweg met het schrift. In Frankrijk zou slechts 20% van hen braille ‘lezen’. Philippe Chazal, penningmeester van de European Blind Union: “Nochtans is men van mening dat wie het schrift beheerstzelfstandiger leeft, hoger opgeleid is en betere tewerkstellingskansen heeft.”
Inclusie als drijfveer
De Lego Groep wil kinderen met een visuele beperking niet alleen helpen om al lerend te spelen, maar ook hun sociale inclusie bevorderen. Onder de nopjes staan op elk blokje de letters en cijfers weergegeven, zodat iedereen ze kan lezen. Slechtziende kinderen kunnen zo op gelijke voet spelen met hun ouders en andere kinderen.
↓ Bekijk hieronder een Engelstalige video met uitleg over de ‘Lego Braille Bricks’
Beste professionals uit de pediatrische sector, beste ouders,
Nogmaals, de festiviteiten zullen de nasmaak hebben van de pandemie.
Maar Hospichild rekent op u om andere manieren te vinden om deze magische periode te beleven.
Onze gedachten gaan vooral uit naar de meest kwetsbaren, zoals kinderen met een beperking of ziekte en hun gezinnen, die de voorbij maanden zwaar op de proef werden gesteld.
We vergeten ook de zorgprofessionals niet, die met hart en ziel strijden tegen het virus en tegen de andere ziekten.
We nemen onze hoed af voor al deze ‘strijders van het licht’ en wensen hen ondanks alle fijne eindejaarsfeesten toe.
Sinds de start van de pandemie is in België een COVID-19 Belgian Pediatric Task Forceopgericht. Verschillende groepen en instanties die de Belgische pediatrische sector vertegenwoordigen, reageren daarom geleidelijk op vragen van professionals. De meest recente gegevens zijn onlangs gepubliceerd op de website “Epidemiologie van infectieziekten”, met inbegrip van de vaccinatie van kinderen.
Op basis van adviezen van de Hoge Gezondheidsraad, het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek en de Taskforce vaccinatie zette de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid het licht op groen voor de vaccinatie van 5- tot 11-jarigen tegen het COVID-19 virus. Deze vaccinatie zal gebeuren met een pediatrische vorm van het Pfizer/BioNTech-vaccin, dat wordt toegediend in twee doses met een tussenperiode van 21 dagen. Dit vaccin werd goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenagentschap.
Aan de kinderen met comorbiditeiten wordt deze vaccinatie sterk aanbevolen omdat het hen beschermt tegen ernstige ziekte door het COVID-19 virus. Zij zullen worden uitgenodigd volgens de procedure die van toepassing is voor de vaccinatie van adolescenten met comorbiditeiten. Dit betekent dat huisartsen en kinderartsen de kinderen in kwestie kunnen identificeren en hen op die manier laten uitnodigen om zich te laten vaccineren.
Maar ook aan kinderen zonder comorbiditeiten wordt het vaccin aangeboden. Door deze vaccinatie kunnen zij immers zichzelf, kwetsbare personen in hun omgeving, en de hele samenleving beter beschermen.
Vanaf eind december kunnen de eerste uitnodigingen worden verstuurd om kinderen van 5 tot 11 jaar met comorbiditeiten te vaccineren. Er zullen ook informatieve brieven worden verstuurd om de kinderen van 5-11 jaar zonder comorbiditeiten uit te nodigen.
De vaccinatie is ook voor deze leeftijdsgroep gratis en vrijwillig. Ze kan enkel met ouderlijke toestemming (of toestemming van de wettelijke voogd).
De toegang van kinderen van 5-11 jaar tot het openbare leven zal niet worden beperkt op grond van hun vaccinatiestatus (er zal bijvoorbeeld geen CST voor deze leeftijdsgroep zijn). De deelstaten zullen deze vaccinatie op een zo kindvriendelijke manier organiseren.
Deze aanbeveling is gebaseerd op de huidige kennis en zal worden aangepast op basis van nieuwe informatie van nieuwe varianten en informatie uit grootschalige vaccinatiegegevens.
Tenslotte benadrukt de IMC dat het boostervaccin bij de volwassen bevolking belangrijk is en blijft.
→ Uw vraag werd niet beantwoord? Stel ze aan de COVID-19 Belgian Pediatric Task Force via covidpediatrie@gmail.com
Covid beheerst ons leven nu al bijna twee jaar. Met meer schadelijke gevolgen voor de geestelijke gezondheid van bepaalde categorieën mensen, waaronder jongeren. Tijdens het symposium “Ik was 20 in 2020” van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, dat begin december online is uitgezonden, hebben veel jongeren, deskundigen of actoren uit het veld zich kunnen uitspreken over de soms desastreuze gevolgen van de pandemie. Het verslag.
Namen deel aan dit 100% digitale symposium, waaraan minstens 350 mensen hebben deelgenomen:
Dr. Hans Kluge, directeur van WHO Health Europe
Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Xavier Brenez, directeur-generaal van het Onafhankelijk Ziekenfonds
Prof. Dr. Véronique Delvenne, kinder- en jeugdpsychiater, hoofd van de dienst kinderpsychiatrie aan de HUDERF, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie aan de ULB
Prof. Dr. Ronny Bruffaerts, psycholoog, doctor in de medische wetenschappen, professor in de psychiatrie aan de KULeuven
Eveline Couck, Public Affairs Officer UNICEF
“De gevolgen kunnen een leven lang duren als er niet snel oplossingen worden gevonden”
De eerste gastspreker Dr. Hans Kluge, directeur van de WHO Health for Europe, bracht een aantal tamelijk verontrustende gevolgen van Covid voor jongeren naar voren: een daling van 17% van het (verklaard) geestelijk welzijn, een toename van de werkloosheid, meer armoede en delinquentie, een hoger risico van vroegtijdig overlijden… Dit is een impact met vele factoren, die volgens Kluge een leven lang kan duren als er niet snel oplossingen worden gevonden. “We moeten de visie op geestelijke gezondheid veranderen voor een beter gemeenschappelijk begrip en de krachten tussen sectoren bundelen!” De WHO heeft alleszins oplossingen bedacht: jongeren betrekken bij de oprichting van een alliantie, de hand reiken aan innoverende oplossingsinitiatieven, een nieuw Europees kader inzake geestelijke gezondheid creëren, scholen en universiteiten oproepen om het sociaal-emotioneel leren te verbeteren, een coalitie voor geestelijke gezondheid oprichten om goede praktijken uit te wisselen…
Een bezorgde Minister van Volksgezondheid
Toen kwam de vooraf opgenomen toespraak van minister Frank Vandenbroucke. Hij uitte zijn diepe bezorgdheid over de situatie en sprak over de oplossingen en de middelen die sinds het begin van de crisis zijn toegewezen.
Als jongeren zich uitspreken
Er volgde een kort emotioneel intermezzo, waarin de jongeren zelf het woord namen. Vier visies voor vier verschillende ervaringen van de crisis. Sommigen hebben zich erbij neergelegd, anderen hebben bijna zelfmoord gepleegd. “Ik heb een klein foutje gemaakt; ik heb veel drugs tegelijk genomen…”, bekende een meisje, dat eraan toevoegde dat men niet bang moest zijn om met een professional over zijn problemen te praten. Een andere jongen daarentegen voelde zich niet echt benauwd, maar vernam van mensen om hem heen dat ze het niet goed stelden. “Ik voelde echt een impact op mijn geestelijke gezondheid, want ik voelde me helemaal niet op mijn gemak met mezelf”, zei een andere jongere.
Aan het eind van het symposium, tijdens het debat, reageerde Loredana, lid van de jongerenraad in de regering, op de videoclips: “Ik herkende mezelf echt en ik heb veel empathie voor hen. Ik ging ook door verschillende stemmingen, maar meestal voelde ik me alleen met mijn afstandsonderwijs; ik voelde twijfels, onzekerheid, het was echt moeilijk”. Verder zei ze dat jongeren serieus moeten worden genomen en niet mogen worden gestigmatiseerd; “niet onderschatten dat wij ook lijden”.
Resultaten van de enquête bij het Onafhankelijk Ziekenfonds
Om de omvang van het probleem duidelijk te maken, liet Xavier Brenez, directeur-generaal van het Onafhankelijk Ziekenfonds, de cijfers en gegevens voor zich spreken. Enkele resultaten van de enquête die in september door het ziekenfonds werd uitgevoerd over de gevolgen van Covid voor de geestelijke gezondheid van jongeren (1.000 jongeren tussen 15 en 25 jaar werden ondervraagd): het aantal zelfmoorden is sterk gestegen (België staat nu op de 11e plaats in de wereld); 12% van de jongeren neemt slaapmiddelen; 80.000 jongeren zijn wegens geestelijke gezondheidsproblemen opgenomen in een ziekenhuis of een andere instelling; er waren 200.000 teleconsultaties met psychologen; het gebruik van antidepressiva is toegenomen; 80% van de jongeren voelde een impact op hun sociaal leven; 58% op hun geestelijke gezondheid; 48% op hun fysieke gezondheid; 40% op hun financiën; meisjes lijken er meer last van te hebben dan jongens en slikken meer antidepressiva; meer dan 1/3 heeft geaarzeld of aarzelt nog om hulp te vragen; de meesten voelen onzekerheid en onveiligheid; ze lijden onder vrijheidsberoving en eenzaamheid… Het is dus noodzakelijk deze jongeren te beschermen tegen vooroordelen en stigmatisering. Er is ook behoefte aan meer toegankelijke psychologische hulp voor jongeren (aanvragen, online follow-up, enz.), en aan een drastische verkorting van de wachttijd wanneer het hulpverleningsproces eenmaal is begonnen.
Voor Prof. en Dr. Véronique Delvenne, kinder- en jeugdpsychiater, hoofd van de dienst kinderpsychiatrie aan het HUDERF en hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie aan de ULB, was de piek van geestelijke gezondheidsproblemen bij jongeren voorspelbaar, maar is ze door de crisis versneld. Deze jongeren bevinden zich in een overgangsperiode tussen kindertijd en volwassenheid en dat maakt hen bijzonder kwetsbaar. Vanaf eind 2020 tot vandaag, zijn de kinderpsychiatrische spoedgevallen volledig verzadigd. In februari 2021 schreeuwde het kinderziekenhuis letterlijk om hulp bij het ministerie van Volksgezondheid; een schreeuw die gelukkig werd gehoord. Maar dit voorkomt geen ziekenhuisopnames voor verminkingen, geweld, depressie… Dr. V. Delvenne dringt er, net als Dr. Hans Kluge, op aan: “Een trauma, zelfs een licht trauma, tijdens de overgangsperiode van kindertijd naar volwassenheid, kan verergeren als het niet in een vroeg stadium wordt behandeld.”
Geestelijke gezondheid van opkomende volwassenen
Voorlaatste tussenkomst van Ronny Bruffaerts, psycholoog, doctor in de medische wetenschappen, professor in de psychiatrie aan de KULeuven. Hij had het vooral over het belang om deze jongeren in de overgangsfase passende psychologische zorg te bieden, zodat de effecten op lange termijn merkbaar zijn. In het algemeen is de kans groter dat mensen die al milde stoornissen hadden, na een crisisperiode zoals deze, ernstigere pathologieën ontwikkelen. Degenen die geen stoornissen hadden, werden toch emotioneel geraakt. Velen zijn bang voor de toekomst en hebben tegenstrijdige gevoelens over hun toekomst. Wij moeten er dus voor zorgen dat zij toegang krijgen tot de aangeboden hulp door deze zo toegankelijk mogelijk te maken.
UNICEF in actie : “What do you think ?”
Tenslotte kwam Eveline Couck, Public Affairs Officer bij UNICEF, het project “What do you think?” voorstellen, waarbij jongeren het woord nemen over allerlei onderwerpen die hen bezighouden. Natuurlijk was de pandemie een van de besproken onderwerpen. Hier is een voorbeeld van wat werd gezegd: “We moeten opener praten over geestelijke gezondheid, zodat jongeren zich niet alleen voelen, zodat het geen taboe is en zodat je niet het idee hebt dat je de enige in je omgeving bent die moeilijkheden heeft. We moeten erover kunnen praten, zodat jongeren sneller om hulp durven te vragen.” Een zin die duidelijk aansluit bij die van Loredana, een van de jongerenvertegenwoordigers in de regering.
De Cité Sérine, een zorghotel voor volwassenen en kinderen aan het einde van hun leven, bestaat al 20 jaar en heeft onlangs zijn jaarlijkse open dag georganiseerd. Het doel is gezondheidswerkers in staat te stellen de instelling te (her)ontdekken en potentiële patiënten door te verwijzen die palliatieve zorg (in de ruimste zin) nodig hebben en niet in het ziekenhuis of thuis kunnen blijven. Reportage.
Achter de grote en zware deur van de Cité Sérine verschijnt Caroline Henrioul, coördinatrice en hoofdverpleegster, om beurtelings de weinige bezoekers te verwelkomen die naar de open deuren zijn gekomen van deze plaats die wordt omschreven als het Hôtel de Soins. En de naam is goed gekozen, want de hoge plafonds, het lijstwerk, de charme van het gerenoveerde oude gebouw… dit alles maakt echt indruk. Naast de drie aangrenzende zalen, die dienst doen als gemeenschappelijke salon, speelzaal, vergader- of opleidingsruimte, zijn er niet minder dan 25 studio’s ingericht in deze drie herenhuizen, die tot één geheel zijn samengevoegd. In deze studio’s komen alle leeftijden en nationaliteiten samen. Eén ding hebben ze gemeen: de behoefte aan therapeutische steun tussen ziekenhuis en thuis.
De Cité Sérine is…
Om de Cité Sérine voor te stellen, wordt Caroline Henrioul vergezeld door Caroline de Suray, maatschappelijk werkster. Met haar rug naar de bezoekers toe, bleef de deur die toegang gaf tot de prachtige tuin van het huis op een kier staan. Op het witte canvasscherm begint de diashow. Het in 2000 opgerichte en door de Cocof erkende therapeutisch verblijf, met 25 zelfstandige eenheden, biedt onderdak aan “volwassen en kinderpatiënten die lijden aan een ernstige en/of progressieve pathologie die complexe en palliatieve technische zorg vereist”. Omdat ze niet in het ziekenhuis kunnen blijven of naar huis kunnen terugkeren, kunnen ze bij Cité Sérine alle passende zorg krijgen in een warme omgeving. Dit kan “een continuüm van zorg in een palliatief ‘middenzorg’-perspectief” worden genoemd.
Van”therapeutisch onderwijs” naar palliatieve zorg
Patiënten worden in de Cité Sérine opgenomen omdat het ziekenhuis, de behandelend arts of de familie daarom heeft verzocht. Er zijn patiënten die slechts voor een kort verblijf naar de inrichting komen. Dit is om hun familieleden wat respijt te geven of om een vreedzamere overgang naar huis te maken. De coördinator gaf het voorbeeld van een moeder die erg bang was om alleen te zijn met haar ernstig zieke kind wanneer zij het ziekenhuis verliet; zij twijfelde aan zichzelf wat betreft de zorg die zij hem elke dag zou moeten geven. De Cité Sérine ontving hen om “therapeutisch onderwijs” te geven alvorens naar huis terug te keren. Een ander voorbeeld is een klein meisje dat aan mucoviscidose leed en regelmatig met spoed in het ziekenhuis werd opgenomen. De artsen begrepen niet dat de behandeling niet effectief genoeg was… Zij stuurden de moeder en dochter tijdelijk naar de Cité Sérine om het kleine meisje nauwlettend in het oog te houden. Op dat moment realiseerde het gezondheidsteam zich dat toen haar dochter beter werd, de moeder het initiatief nam om de behandeling te stoppen. Dus ook in dit geval was er “therapeutische opvoeding”. Sommige andere patiënten worden behandeld voor complexe technische verzorging. Anderen worden begeleid in het kader van de palliatieve zorg.
Een interdisciplinair team, zowel intern als extern, werkt samen om de patiënten te verzorgen. Om beurten binnen de instelling: verpleegkundigen die 24 uur per dag aanwezig zijn, verzorgingsassistenten, maatschappelijk assistenten, assistenten voor het dagelijks leven, vrijwilligers, familie en vrienden, verwijzende en behandelende artsen, externe partners… Zij stemmen allen in met respect voor de patiënt en het therapeutisch project dat van tevoren per geval is vastgesteld en gedurende het verblijf opnieuw wordt geëvalueerd. Elke aanvraag om toelating wordt zowel uit organisatorisch als uit financieel oogpunt persoonlijk benaderd. Er is dus geen wachtlijst.
Een echt hotel… voor de zorg
Na de presentatie gaan we naar boven om een studio en de rest van het huis te bezichtigen. Caroline Henrioul legt uit dat alle accommodaties verschillend van opzet zijn en dat zij worden toegewezen naar gelang van de autonomie van de betrokkene. De bezochte studio voor een tiener, die alleen via een trap bereikbaar is, zou bijvoorbeeld niet geschikt zijn als de patiënt een motorische handicap had. Elke kamer heeft een kleine keuken en een aangepaste badkamer. In sommige gevallen, bijvoorbeeld om kinderen te begeleiden, kan een familielid bij de patiënt blijven (zelfs in een aparte kamer als zij dat wensen). De studio’s zijn erg mooi, met hun warme inrichting en hun vrije uitzicht op een bosrijk landschap; een echt zorghotel…
Creatieve projecten en partnerschappen
Terug in de lounge, praten de twee vrouwen over huidige en toekomstige projecten. In een notendop: de oprichting en begeleiding van een team vrijwilligers, het Serre-In project (serre en participatieve moestuin om de sociale banden te vernieuwen), uitwisselingen en werkgroepen met partners (Brusano, Brusselse Federatie voor Palliatieve Zorg, enz.), de oprichting van partnerschappen met plaatselijke winkeliers en ondernemers om korte circuits en de plaatselijke economie te promoten, enz. Dit alles natuurlijk met het doel de patiënten welzijn te brengen en perspectieven voor hen te openen: sociale banden te bevorderen, talen leren, tuinieren, samen spelen, elkaar helpen…