Initiatieven

Een wereldwijde alliantie om de allerjongsten te beschermen tegen schermen

Voor het eerst hebben 33 landen hun krachten gebundeld in de Global Alliance for Inspiring Non-tech Infant Nurturing and Growth (GAINING) om een wereldwijde boodschap kracht bij te zetten: de allerkleinsten hebben connecties nodig, geen schermen. Deze ongeziene alliantie, die in 2023 werd gevormd tijdens het Congress For The World Association For Infant Mental Health in Dublin, wil mensen bewustmaken van de schadelijke effecten van schermen op kinderen jonger dan drie jaar en een terugkeer bevorderen naar de menselijke interacties die essentieel zijn voor hun ontwikkeling.

Hospichild maakt zich al lange tijd zorgen over de negatieve invloed van schermen op kleine kinderen. We hebben hierover al een aantal artikels geschreven, vooral met de nadruk op de problemen die worden veroorzaakt door vroegtijdige en langdurige blootstelling aan tablets, telefoons, computers, enz.: ‘studie: de impact van schermen op kinderen hangt ook af van de familiale context

Wetenschappers waarschuwen

Volgens de informatie op de (Engelstalige) website van GAINING, is er de afgelopen jaren meer onderzoek verricht, met alarmerende resultaten: overmatige blootstelling aan schermen tijdens de eerste levensjaren – een cruciale periode voor de ontwikkeling van de hersenen – kan schadelijke effecten hebben op de cognitieve, emotionele en sociale groei van kinderen. Enkele vastgestelde gevolgen zijn:

  • taalachterstand
  • aandachts- en concentratieproblemen
  • achterstand bij de motorische ontwikkeling
  • zintuiglijke stoornissen die kunnen wijzen op autistische symptomen
  • minder veilige gehechtheid aan naasten
  • slaapstoornissen
  • slechte sociale en emotionele vaardigheden

Belang van menselijke connectie en spel

De eerste levensjaren – in het bijzonder van 0 tot 3 jaar – zijn een periode van extreme gevoeligheid waarin elke interactie de hersenen in ontwikkeling vormt. Kinderen hebben een driedimensionale omgeving nodig, vol met zintuiglijke stimulatie, waar ze kunnen bewegen, onderzoeken, aanraken, horen en kijken. Hersenen kunnen zich gezond ontwikkelen via face-to-face interactie, vrij spel, lichamelijk contact, warme verbale uitwisselingen en de oplettende aanwezigheid van volwassenen. Het gebruik van schermen, zelfs voor zogenaamde “educatieve” inhoud, neemt de plaats in van die essentiële ervaringen uit het echte leven, wat hun nieuwsgierigheid beperkt, hun zintuiglijk leren vertraagt en de kwaliteit van hun emotionele banden schaadt.

Internationale beweging voor waarschuwing en begeleiding

GAINING neemt geen genoegen met het probleem simpelweg aan te kaarten: de alliantie heeft zichzelf de opdracht gegeven om overheden, gezondheidsprofessionals, opvoeders en ouders te informeren en te sensibiliseren. De alliantie wil praktische hulpmiddelen bieden, op basis van de nieuwste wetenschappelijke gegevens, om een gezonde ontwikkeling te stimuleren waarbij diepgaande menselijke relaties en actieve verkenning van de echte wereld primeren. De doelstelling is ook om bepaalde misvattingen te ontkrachten:

Nee, schermen zijn geen goede manier voor baby’s om bij te leren; nee, peuters ‘wennen’ niet aan technologie; en nee, digitale inhoud, hoe aantrekkelijk ook, kan nooit een warme blik, geruststellende woorden en spelletjes samen met een volwassene vervangen.”

In een wereld waar schermen overal zijn, is de boodschap van GAINING des te belangrijker: “Door kinderen in hun eerste levensjaren weg te houden van schermen, krijgen ze de best mogelijke basis om veilig, zelfzeker en in goede geestelijke en lichamelijke gezondheid op te groeien.” Een oproep aan de hele wereld dus om de menselijke connectie, traagheid, spel en magie van de eerste zintuiglijke ontdekkingen, ver weg van het blauwe licht van schermen, in eer te herstellen.

Verschillende Belgische campagnes

België is bijzonder actief op dit vlak, met name via de acties van Yapaka (een programma voor de preventie van mishandeling op initiatief van de Federatie Wallonië-Brussel). Die vereniging heeft verschillende bewustmakingscampagnes op poten gezet over het belang van connecties, vrij spel en gesprekken tussen volwassenen en kinderen. Yapaka deelt ook allerlei pedagogische middelen om mensen bewust te maken van de schadelijke effecten van schermen van jongs af aan en zo op nationaal niveau bij te dragen aan het internationale momentum dat door GAINING is gegenereerd.

 

Zeldzame ziekten: de nominaties voor de Edelweiss Awards 2025 zijn geopend!

Om de twee jaar organiseert de Belgische vereniging RaDiOrg de Edelweiss Awards 2025. In vijf categorieën worden prijzen toegekend aan opmerkelijke personen en initiatieven die zich hebben ingezet voor personen met een zeldzame ziekte in België. De nominaties zijn open tot en met 15 juni 2025. Dit jaar zal ook voor de eerste keer een fotoprijs worden uitgereikt. 

Foto: RaDiOrg

Europees RAAVI-project: zelfbeschikking en inclusie van personen met een handicap bevorderen

RAAVI is een grensoverschrijdend Frans-Belgisch project dat pleit voor zelfbeschikking en respect voor de rechten van personen met een handicap als grondbeginsel van medische en sociale begeleiding. Het heeft als motto “zelfbeschikking herdenken, inclusief leven nastreven”. De doelstelling is om personen met een handicap in staat te stellen controle over hun leven te krijgen, ongeacht hun leeftijd, handicap of levensloop. Het project is van start gegaan in oktober 2024 en loopt in fasen tot in 2027.

RAAVI is een participatief project dat wordt gefinancierd door Interreg VI France-Wallonie-Vlaanderen. Het brengt mensen met een handicap, professionele begeleiders, directieteams van medisch-sociale structuren en onderzoekers samen. Het initiatief wil een gemeenschappelijke grensoverschrijdende cultuur ontwikkelen om hulpmiddelen voor professionals in de medisch-sociale sector te bedenken en zelfbeschikking te verankeren in hun praktijken.

Oorsprong van het project

Het project begon met de vaststelling dat professionals en directieteams nog steeds onvoldoende hulpmiddelen hebben om hun praktijken aan te passen zodat ze de zelfbeschikking van mensen met een handicap ondersteunen. Zelfbeschikking van personen met een handicap maakt deel uit van het overheidsbeleid in Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen en omvat twee zaken. Ten eerste: begeleidingspraktijken waarmee de betrokkenen zelf kunnen bepalen en controleren wat ze belangrijk vinden en wat niet. Ten tweede: interventiepraktijken die de verdere ontwikkeling bevorderen van omgevingen ter ondersteuning van zelfbeschikking en respect voor de rechten van personen met een handicap. Een van de basisprincipes van het RAAVI-project is de participatie van de begunstigden. Het is essentieel om hulpmiddelen te ontwikkelen die aan hun verwachtingen voldoen én rekening houden met hun ervaringen. Die waardevolle informatie wordt gecombineerd met die van professionals op het terrein en wetenschappers om het project te helpen ontwikkelen en geschikte hulpmiddelen te bedenken.

Doelstellingen van RAAVI

RAAVI heeft verschillende doelstellingen bepaald voor de ontwikkeling van omgevingen waarin personen met een handicap controle hebben over hun leven:

  • een literatuurstudie uitvoeren die bestaande wetenschappelijke onderzoeken over het onderwerp en verdere onderzoekspistes in kaart brengt;
  • een participatief onderzoek uitvoeren om belemmeringen en hefbomen voor zelfbeschikking te identificeren;
  • een inventaris opstellen van bestaande hulpmiddelen om zelfbeschikking te bevorderen en toe te passen;
  • twee toolboxen ontwerpen voor zorgprofessionals en directieteams van zorg- en welzijnsvoorzieningen en -diensten;
  • opleidingen en begeleiding aanbieden om de invoering van die nieuwe hulpmiddelen te ondersteunen.

Wat is zelfbeschikking?

Volgens Coralie Sarrazin, als psychologe gespecialiseerd in psycho-educatie en lid van het stuurcomité van het project, is zelfbeschikking een geheel van individuele en maatschappelijke waarden die tot doel hebben het recht van alle mensen te erkennen om het leven op te bouwen dat ze willen, volgens hun eigen doelen.

Een zelfbeschikkend persoon is iemand die hoofzakelijk zelf optreedt om zijn of haar levenskwaliteit te behouden en te verbeteren. Het functionele model van zelfbeschikking omvat vier onderling afhankelijke kenmerken: autonomie, psychologisch empowerment, zelfregulatie en zelfverwezenlijking. […] De ontwikkeling van zelfbeschikkingsvaardigheden hangt af van drie factoren: individuele capaciteiten die verband houden met iemands individuele ontwikkeling en leerproces, de kansen die de omgeving biedt en de ondersteuning die iemand krijgt.” Dat staat te lezen op de website van RAAVI.

→ Lees meer over het RAAVI-project:zelfbeschikking herdenken, inclusief leven nastreven

Samuel Walheer

 

LEES OOK: 

Opsporen van hartafwijkingen bij kinderen met behulp van ruimtetechnologie

Een technologie die oorspronkelijk werd ontwikkeld om de hartgezondheid van astronauten te monitoren, zou binnenkort een revolutie teweeg kunnen brengen in de opsporing van aangeboren hartafwijkingen bij kinderen. Getest in het Erasmusziekenhuis en het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola, maakt deze innovatie gebruik van seismocardiografie, een niet-invasieve methode die de trillingen van het hart analyseert.


Oorspronkelijk ontworpen om de impact van microzwaartekracht op het cardiovasculaire systeem van astronauten te bestuderen, vindt een technologie ontwikkeld door het laboratorium voor fysica en fysiologie (LPHYS) van de Université libre de Bruxelles (ULB) een nieuwe toepassing op aarde. Door de trillingen van het hart nauwkeurig vast te leggen, kan deze technologie helpen bij de vroege detectie van aangeboren hartafwijkingen bij kinderen. Momenteel in klinische testfase, toont deze veelbelovende methode hoe ruimteonderzoek direct kan bijdragen aan medische vooruitgang.

{ Persbericht van de FOD Wetenschapsbeleid (BELSPO) }

De cardiovasculaire toestand

Onderzoek bedoeld voor astronauten in het Internationale Ruimtestation (ISS), vindt zijn weg terug naar aarde. Het Laboratorium voor Fysica en Fysiologie (LPHYS) van de Université Libre de Bruxelles (ULB), in samenwerking met het Erasmusziekenhuis, ontwikkelde een techniek die oorspronkelijk was om de gezondheid van astronauten hun hart en bloedvaten in de gaten te houden. Nu wordt deze technologie getest om aangeboren hartafwijkingen bij kinderen hier op aarde op te sporen.

In het kader van onderzoek gefinancierd door BELSPO (POD Wetenschapsbeleid), onderzocht het het LPHYS-team de fysieke toestand van astronauten in de ruimte, en specifiek het effect van gewichtloosheid op het hart. ‘In de ruimte ondergaat het menselijk lichaam een transformatie: zonder de juiste maatregelen kan het hart van een astronaut in een paar weken tijd krimpen zoals dat van een patiënt die op aarde maandenlang aan bed gekluisterd is. Deze vitale spier verzwakt zonder de stimulerende zwaartekracht, waardoor ook het uithoudings- en het aanpassingsvermogen van astronauten in gevaar komen. De cardiovasculaire toestand van astronauten controleren is geen optie, maar een noodzaak,’ vertellen professor Vitalie Faora en doctor Amin Hossein van de ULB.

Kinderlevens redden

Het team vond een oplossing om de staat van het hart en de bloedvaten op te volgen via het gebruik van seismocardiografie: een meettechniek die harttrillingen op de borstkas registreert. Via deze signalen kunnen wetenschappers met precisie de fases, kracht en energie van het hart analyseren om zo de fysieke toestand van de astronaut in de ruimte op te volgen en om het effect van gewichtloosheid op het hart te onderzoeken.

Nu wordt deze technologie ook op een heel ander, maar zeker even belangrijk gebied toegepast, namelijk om hartafwijkingen bij jonge patiënten vroeg op te sporen. ‘Het is een prachtig voorbeeld van hoe ruimteonderzoek kan bijdragen aan concrete medische vooruitgang op aarde,’ zegt Arnaud Vajda, voorzitter van het directiecomité van BELSPO. ‘Deze technologie is een kosteneffectieve, niet-invasieve manier om aangeboren problemen vroeg op te sporen en zo misschien zelfs kinderlevens te redden.’

Het LPHYS-team is in het Erasmusziekenhuis en het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola een klinische proef gestart om de technologie verder te testen.

Over Belspo

Met meer dan 2.500 medewerkers is het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO) een instelling als geen ander. Het is de centrale speler in het wetenschapsbeleid in België. Met vier directies en tien federaal erkende wetenschappelijke instellingen is het zijn missie om wetenschappelijk onderzoek en innovatie in alle domeinen te stimuleren, om zo te bouwen aan een betere toekomst voor België. De activiteiten van BELSPO zijn gevarieerd en gaan van ruimteonderzoek en -toepassingen tot de financiering van wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s, het netwerken van nationale en internationale onderzoekers, klimaatonderzoek en de financiering van koninklijke musea.

 

Gedeeld door Sofia Douieb

 

 

LEES OOK:

Autodelen: rekening houden met gezinnen met specifieke behoeften

De Ligue des familles deelt haar recente studie in samenwerking met autodelen.net (Vlaanderen) over het gebruik van deelauto’s door Brusselse gezinnen. Dankzij de steun van Leefmilieu Brussel en Brussel Mobiliteit konden negentien gezinnen met verschillende profielen gedurende twee maanden drie autodeeldiensten uittesten: Cambio, Poppy en Miles. Het doel daarvan was om in kaart te brengen wat de obstakels zijn voor gezinnen met kinderen op vlak van van duurzame mobiliteit, welke voordelen die voor hen kan hebben en de nodige aanbevelingen te bezorgen aan overheidsdiensten en aanbieders van deelauto’s.

“Ik nam de deelauto om boodschappen te doen, samen met mijn zoon die een beperking heeft. Vroeger namen we twee trams. De deelauto is sneller, handiger en comfortabeler.” Getuigenis uit de studie van de Ligue des Familles.

Opzet van de studie

Er werden negentien gezinnen geselecteerd om deel te nemen aan dit mobiliteitsexperiment. Tien van die gezinnen zijn ’traditionele’ gezinnen (samenwonende ouders met hun eigen kinderen). De overige gezinnen zijn eenoudergezinnen of nieuw samengestelde gezinnen (met een tot en met zeven kinderen, tussen de een en zestien jaar oud). In drie van de gezinnen heeft iemand een beperking. Het experiment ging op 1 oktober 2024 van start via de app Olympus Mobility, die deelauto’s van Cambio, Poppy en Miles aanbiedt. Na twee maanden gebruik – waarbij de gezinnen elke twee weken om feedback werd gevraagd over hun verplaatsingen – polste de Ligue des Familles per telefoon hoe het experiment was gegaan.

“In drie gezinnen heeft iemand een beperking: in twee van die gezinnen betreft het een kind en in het andere een volwassene. In het eerste gezin verdraagt een van de kinderen geen lawaai of drukte, wat het moeilijk maakt om het openbaar vervoer te gebruiken. In het tweede gezin heeft het kind een beperking die zijn mobiliteit bemoeilijkt. Het derde gezin begeleidt regelmatig de oma, van wie de zelfredzaamheid terugloopt (en die niet onder hetzelfde dak woont), bij haar verplaatsingen”, verduidelijkt de Ligue des Familles.

Belemmeringen

Volgens het onderzoek van de Ligue des Familles was de feedback van de gezinnen overtuigend, ondanks bepaalde praktische moeilijkheden. De gezinnen hadden hulp nodig om de digitale diensten te gebruiken (aanvraag, reservatie, controle van de staat van de auto). Een tweede – logistiek – probleem voor gezinnen met jonge kinderen was een kinderzitje. Een derde probleem betrof de beschikbaarheid van zogenaamde gezinswagens, die beter geschikt zijn voor grotere gezinnen. Tot slot moeten overheidsdiensten en aanbieders van deelauto’s meer rekening houden met de specifieke behoeften van gezinnen en hun aanbod daarop afstemmen.

“Omdat mijn kind een beperking heeft, is het ingewikkeld om de auto te moeten terugzetten waar we hem ontleend hebben.” Getuigenis uit de studie van de Ligue des Familles.

Aanbevelingen

De Ligue des Familles kon zo enkele conclusies trekken. Een aantal aandachtspunten kwamen naar voren: er moeten kinderzitjes worden geïnstalleerd; de reiskosten moeten nauwkeuriger worden geraamd; de tarieven en waarborgen moeten worden aangepast; er moet een controlesysteem komen voor de netheid; schade melden moet makkelijker worden; er moet individuele begeleiding zijn voor gezinnen die moeite hebben met digitale technologie. Het is ook nodig gezinnen begeleiding aan te bieden voordat ze beginnen met autodelen, zodat ze niet voor verrassingen komen te staan bij het eerste gebruik.

Er zouden verschillende tarieven moeten zijn, bijvoorbeeld voor grote gezinnen, gezinnen met kinderen met een beperking, enz. om de reiskosten wat te drukken voor minder bemiddelde gezinnen. Niet iedereen gebruikt een auto om dezelfde redenen en niet iedereen heeft dezelfde middelen.” Getuigenis uit de studie van de Ligue des Familles.

→ Lees de volledige studie (in het Frans)

Samuel Walheer

 

LEES OOK :