Focus

Atelier Tam-Tam leidt professionals op in dubbele diagnoses

Opleiden en verzorgen. Dat zijn de kerntaken van de therapeutische ateliers van dokter Baetens, psychiater en oprichtster van de vzw Atelier Tam-Tam. Het doel? Professionals in de gezondheidszorg opleiden in dubbele diagnoses – een verstandelijke beperking gecombineerd met geestelijke gezondheidsproblemen of ontwikkelingsstoornissen – en de levenskwaliteit van patiënten en hun gezinnen verbeteren. De opleidingen vinden plaats in Ukkel, in dezelfde omgeving als de patiënten, en wisselen praktijk af met theorielessen. Het team van Hospichild ging er op bezoek.

Het gaat om een educatief en therapeutisch project, met als doel om de levenskwaliteit van kwetsbare personen te verbeteren. Het idee is ook om het geestelijke gezondheidsnetwerk en de mobiele bijstandsteams te ontlasten. Aan de ene kant is er dus de wens om een zekere mate van stabiliteit en rust te brengen door middel van therapeutische ateliers voor mensen met een dubbele diagnose, die ernstige en complexe problemen hebben die vaak gepaard gaan met agressieve uitbarstingen naar zichzelf en anderen toe. Anderzijds is het ook de bedoeling om hoogwaardige opleidingen aan te bieden aan professionals in de sector (theorielessen, seminaries, workshops, deelname aan therapeutische ateliers zoals pottenbakken, koken of tuinieren met patiënten met een dubbele diagnose).

Oorsprong van het project

Dokter Baetens broedde al enkele jaren op het idee. Ze wou haar dertig jaar ervaring in de psychiatrische sector graag inzetten om therapeutische ateliers te bestendigen die patiënten ademruimte bieden en het netwerk actief houden. Hiervoor wou ze een uniek en aangepast kader ontwikkelen waarnaar patiënten kunnen worden doorverwezen door de hulpverleners van het netwerk. Dokter Baetens en haar team hebben daarnaast een opleiding op maat van professionals ontwikkeld. Atelier Tam-Tam, dat door het RIZIV erkend is als opleidingscentrum voor geestelijke gezondheid, werd in 2024 opgericht dankzij de hulp van verschillende overheidspartners zoals Vivalis, Iriscare, de Koning Boudewijnstichting en verschillende verenigingen.

De opleiding is ontworpen om zorgprofessionals op te leiden, hen de hulpmiddelen aan te reiken die ze nodig hebben om al dan niet therapeutische technieken te ontwikkelen, maar vooral om ze het vertrouwen te geven om open te staan voor anderen, met al hun verschillen en overeenkomsten, en niet langer schrik te hebben.” Godelieve Baetens, arts-psychiater en oprichtster van de vzw Atelier Tam-Tam, en expert van de Hoge Gezondheidsraad.

De opleiding van Atelier Tam-Tam

De opleiding is bedoeld voor alle professionals in de gezondheidszorg die meer willen leren over dubbele diagnoses. Per academiejaar is er plaats voor twaalf deelnemers. De professionals komen terecht in een leeromgeving en ontmoetingsplaats waar ze deelnemen aan therapeutische ateliers voor patiënten die zorg krijgen en hun kennis vergroten. De opleiding combineert theorie met praktijk en wordt gegeven door universiteitsprofessoren en veldwerkers die dokter Baetens tijdens haar carrière heeft ontmoet en persoonlijk heeft uitgekozen om een specifiek onderdeel van dubbele diagnose te behandelen. De theorie is noodzakelijk om te begrijpen welke uitdagingen er zijn wanneer patiënten zich afreageren of zichzelf (zelfverminking) of anderen pijn doen. De theorie wordt vervolgens toegepast tijdens seminaries met casestudy’s die worden aangereikt door het team van opleiders. De deelnemende professionals kunnen ook zelf specifieke gevallen aanbrengen die ze hebben meegemaakt. Ten slotte worden de studenten gevraagd om deel te nemen aan de therapeutische ateliers die op dezelfde locatie worden gehouden; eerst als waarnemers, dan als begeleiders – waarbij ze de groep ondersteunen – en uiteindelijk zullen ze zelf ateliers leiden.

De therapeutische ateliers zijn bedoeld om patiënten op hun gemak te stellen en hun kennis op te bouwen. Door hun ernstige pathologieën is het belangrijk om met slechts vijf patiënten in één ruimte te werken zodat interacties worden aangemoedigd. De ateliers duren ongeveer anderhalf uur, met een ritueel aan het begin en een ritueel aan het einde, en worden aangepast aan het tempo van elke deelnemer.” Maryam Nouri, coördinatrice van de vzw Atelier Tam-Tam.

→ Naar de website van Atelier Tam-Tam

Therapeutische ateliers

De ateliers vertrekken vanuit een democratische benadering: ze zijn toegankelijke voor personen van alle achtergronden die tegelijk een intellectuele beperking en een geestelijk gezondheidsprobleem of ontwikkelingsstoornis hebben. Om de patiënten te helpen die daar het meeste nood aan hebben, worden ze door de professionals in het netwerk van dokter Baetens doorverwezen. Elk atelier biedt plaats aan maximaal vijf personen die worden behandeld door twee professionals; terwijl de een de dans leidt en kennis opbouwt, zorgt de ander voor ondersteuning en veiligheid. Om de voordelen waar te nemen, is de duur van de ateliers vastgesteld op zes maanden.

Tijdens de ateliers beginnen de opleiders met heel eenvoudige handelingen om ervoor te zorgen dat elke deelnemer kan volgen en begrijpt wat er gebeurt. “Na enkele sessies voegen we een paar verschillen toe zonder het atelier te complex te maken. Want je moet beseffen dat onze doelgroep moeilijk nuances kan begrijpen: het is vaak zwart of wit. Tijdens onze ateliers hechten we veel belang aan de omgang met verschillen.” Godelieve Baetens, arts-psychiater en oprichtster van de vzw Atelier Tam-Tam, en expert van de Hoge Gezondheidsraad.

Andere online opleidingen

Er worden ook opleidingen aangeboden door de vzw La santé interactive, waar dokter Baetens deel van uitmaakt. Op haar website vinden we de volgende beschrijving: “‘La santé interactive’ heeft als doel de gezondheid en het welzijn van professionals en burgers te verbeteren door kennis, leerhulpmiddelen en therapeutische benaderingen te ontwikkelen en te delen, met name op het gebied van geestelijke gezondheid en ethiek.” Die vzw biedt opleidingen aan over de volgende thema’s: beslissingen nemen in teamverband, inleiding tot verslavingen, transidentiteit en zelfverminking. Het gaat in dit geval om interactieve, online opleidingen (video’s, tests, uitdagingen, intervisies, fora) om het leren dynamisch, gebruiksvriendelijk en intuïtief te maken. Aan het einde wordt een certificaat uitgereikt als de online tests voor de verschillende opleidingsmodules succesvol zijn afgerond.

Door in te zetten op betere interpretatievaardigheden, geven we onszelf een kans om zowel onze relaties met onze medemensen als ons eigen welzijn te verbeteren. Daarom bieden we opleidingen aan in het fascinerende domein van geestelijke gezondheid en ethische reflectie. Vzw La santé interactive

→Vzw La santé interactive

Tekst en opmaak: Samuel Walheer

LEES OOK:

De Onthaalwoning van het UKZKF in een nieuw jasje, een mooi eindejaarsgeschenk om gezinnen te helpen

De Onthaalwoning van het Universitair Kinderziekenhuis (UKZKF) heeft onlangs  haar nieuwe faciliteiten in gebruik genomen. Het idee is om een plaats aan te bieden die steeds gezelliger wordt en beter aangepast is aan de gezinnen met kinderen in het ziekenhuis. De Onthaalwoning bevindt zich op de eerste verdieping van de Robert Duboisschool, op een steenworp van het ziekenhuis, en biedt ouders – of een andere naaste – de mogelijkheid om een of meer nachten door te brengen in een functionele, pas gerenoveerde ruimte. Het Hospichildteam nam er een kijkje.

Inkomhal van de onthaalwoning. Foto: Samuel Walheer

 

De Onthaalwoning werd in 2001 ingehuldigd en werkt regelmatig samen met verschillende afdelingen van het Kinderziekenhuis (UKZKF) en andere ziekenhuizen, maar blijft volledig onafhankelijk. De ruimte wordt namelijk beheerd door vrijwilligers zelf die de ruimte onderhouden en instaan voor het welzijn van de gezinnen. Het is  geen hotel, maar een gedeelde ruimte die alle bewoners aanmoedigt om hun steentje bij te dragen om de gemeenschappelijke ruimtes te onderhouden. De tien kamers die de Onthaalwoning ter beschikking stelt zijn het hele jaar door volledig bezet, omdat het echt voorziet in een behoefte van veel gezinnen.

“In een tijd waar individualisme in onze samenleving de spuigaten uitloopt, stelt dit buitengewone project gezinnen in staat om samen te leven, als gemeenschap, in een gezellige ruimte. Ze ontmoeten elkaar en kunnen met elkaar praten, wat niet meer gebeurd is sinds COVID-19. Ze delen veel meer dan alleen momenten in de Onthaalwoning. Wat hen eigenlijk samenbrengt is de tegenspoed van hun situatie en de gedeelde ervaring van hun kind dat in het ziekenhuis is opgenomen.” Evelyn Sorel, hoofd van de vrijwilligers

Wat is er veranderd?

Dankzij verschillende financieringen hebben we de gemeenschappelijke ruimte van de Onthaalwoning opnieuw kunnen inrichten en  renoveren. De vzw De Onthaalwoning zelf heeft geholpen bij een groot deel van de verbouwingen, maar kon ook rekenen op andere verenigingen. Zo heeft Design with Sense, een coöperatieve vereniging die gespecialiseerd is in sociale architectuur, het hele interieur opnieuw ontworpen. Daarnaast werden de ouders en vrijwilligers bij het project betrokken zodat ze hun persoonlijke toets konden toevoegen. Zo zijn er bijvoorbeeld kluisjes zonder slot geïnstalleerd om blijk te geven van een klimaat van vertrouwen en de gezinnen het gevoel te geven thuis te zijn, zelfs bij een kortverblijf. De nieuwe keuken werd dan weer gefinancierd door de vzw Le Cœur de nos Enfants. Een ander belangrijk aspect van de renovatie was het gebruik van duurzame materialen. Daarom werden de radiatoren en een deel van de structuren uit het voormalige World Trade Center in Brussel gehaald en brengen ze een retro-futuristische stijl in de verschillende woonruimtes. Kimberly Hex, de architect van het project, voegt hieraan toe: “We wilden een uitnodigende en milieuvriendelijke omgeving creëren met materialen die al een geschiedenis hadden“. 

Evelyn en Marianne, twee vrijwilligers. Foto: Samuel Walheer

“We kunnen echt iets betekenen voor de gezinnen”

Het is een collectief project dat werkt dankzij de dagelijkse zorg van een team van twintig vrijwilligers. Sommigen van hen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de ruimtes, maar soms kunnen ze ook fijne momenten delen met de gezinnen, zoals het uittesten van een culinair recept. Ze smeden banden met de gezinnen tijdens hun verblijf. Andere vrijwilligers staan meer in voor de opvang en ondersteuning, waarbij ze ook de administratie voor hun rekening nemen. Het is dankzij de ontmoetingen tussen al deze mensen dat de Onthaalwoning erin geslaagd is een plek te creëren waar solidariteit en de mensen zelf centraal staan. “De ouders steunen elkaar en er heerst werkelijk een sfeer van solidariteit en wederzijdse hulp. Als vrijwilliger vind ik dit een prachtig project. We beseffen dat we echt iets kunnen betekenen voor die gezinnen. Sommige ouders komen naar ons toe om te zeggen dat we hun leven gemakkelijker maken en dat ze niet door heel België hoeven te reizen om dicht bij hun zieke kind te kunnen zijn. De Onthaalwoning is ook een manier om de ziekenhuisomgeving achter zich te laten en een frisse neus te halen, terwijl ze volledig toegankelijk blijft“, vertelt Marianne, die al tien jaar vrijwilligster is bij de Onthaalwoning.


Praktisch

De leefomgeving van de Onthaalwoning bevindt zich op de eerste verdieping van het ronde gebouw. Op de benedenverdieping bevindt zich de Robert Duboisschool, die de continuïteit in het onderwijs waarborgt voor kinderen in het ziekenhuis en jonge patiënten een stabiele onderwijsomgeving biedt. De Onthaalwoning bestaat uit een inkomhal, gemeenschappelijke ruimtes met een open keuken – met twee kookplaten zodat meerdere gezinnen er tegelijk kunnen koken – een eetkamer met hoge tafels en stoelen, een lounge, een wasruimte (wasmachine, droogtrommel en strijkijzer), en tien slaapkamers met elk twee eenpersoonsbedden en een eigen badkamer (douche, wastafel, wc). Een van de kamers is ook geschikt voor personen met een beperkte mobiliteit. Er is gratis wifi beschikbaar en er is ook een tuin waar de gezinnen kunnen vertoeven. De Onthaalwoning biedt bewoners dus alle comfort die ze nodig hebben om even te kunnen ontspannen terwijl ze dicht bij hun kind in het ziekenhuis kunnen zijn. De kamerprijs, inclusief ontbijt, bedraagt 20 euro voor een persoon en 24 euro voor twee personen van hetzelfde gezin. De vzw biedt in bepaalde gevallen ook een voorkeurstarief aan. Gezinnen kunnen er voor een nacht verblijven of, indien nodig, meerdere weken met toestemming van de hoofdvrijwilliger van de Onthaalwoning.

Neem contact op met de Onthaalwoning

Via e-mail: maccueilhuderf@gmail.com of via de telefoon:+32 (0)2 477 29 25
Adres: J.J Crocqlaan 19, 1020 Brussel
Website: Onthaalwoning | Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola

 

 

 

Foto’s en artikel: Samuel Walheer

 

LEES OOK:

Clowns in de zorg: wanneer komt er een professionele federatie?

Als onderdeel van het festival Espèce(s) de Clown·e·s, het eerste Belgische festival voor clownerie en aanverwante kunsten, werd in Théâtre La montagne magique de focus gelegd op ziekenhuisclowns,“om beter te begrijpen wat een clown kan betekenen voor opvang-, hulp- en zorgvoorzieningen”. Het Hospichildteam woonde een deel van de middag bij en luisterde tijdens een rondetafelgesprek naar de bijzondere verhalen van zeven personen uit de sector. Over een ding was iedereen het eens: de overheid moet worden gevraagd wanneer er een professionele federatie van ziekenhuisclowns komt.

Het rondetafelgesprek ging over clowns in zorgvoorzieningen. Het bood de deelnemers de kans om uit te wisselen over de zin van die artistieke praktijk. Een aantal hulpverleners, verantwoordelijken van verenigingen, initiatiefnemers van projecten en actoren van op het terrein deelden hun ervaringen in de zorgsector. Catherine Vanandruel, directrice van de Franstalige vzw Les Clowns à l’hôpital, modereerde dat zeer boeiende gesprek.

Zeven sprekers met evenveel unieke verhalen

De meeste deelnemers aan het rondetafelgesprek waren uiteraard ziekenhuisclowns (hun kostuums hadden ze thuis gelaten), maar er nam ook een verpleegkundige aan deel. Iedereen kreeg ongeveer tien minuten om zichzelf voor te stellen en over hun werk te praten en een vraag over hun parcours. Sommigen zijn clowns in rusthuizen of op de kinderafdeling van een ziekenhuis terwijl anderen bijna overal werken. Ze komen uit verschillende Belgische steden en hebben soms zelfs ervaring opgedaan in het buitenland. Elke spreker begon met een korte zin die voor hem of haar het werk van een ziekenhuisclown samenvat. We noteerden er een paar: “een tijdreis”, “een wekelijkse ontsnapping aan de realiteit”, “een licht voertuig voor zorgverlening”, “een toegangspoort tot allerlei onzichtbare ruimtetijden”. 

Hoogtepunten van het gesprek

Sébastien is socioloog, clown in rusthuizen (met het gezelschap Le Goupil) en facilitator van actietheater. Hij begon door zijn visie op het beroep te delen:

Het bijzondere aan clowns is dat ze soms heel ver durven te gaan. Maar in de zorgsector moet je voorzichtiger zijn. Je moet flexibel blijven en ja zeggen, luisteren naar de mensen en plezier hebben zonder cynisch te zijn. Ons bezoek moet een meerwaarde bieden, goeddoen voor de bewoners. Dat is wat telt. Soms gebeurt er iets magisch, zoals toen een bewoner die niet meer sprak dankzij ons begon te praten.”

Simon werkt als verpleegkundige in La Petite Maison in Chastre, een psychiatrisch ziekenhuis voor kinderen en tieners met ontwikkelings- of verlatingsstoornissen of andere problemen. Hij vormt sinds 2016 de schakel tussen de patiënten en de ziekenhuisclowns, die een woensdag per maand langskomen. Hij is enthousiast over hun werk:

“De clowns nemen de kinderen mee naar een andere wereld waarin ze even hun problemen kunnen vergeten.”

Aan de overkant van de zaal neemt een andere Sébastien het woord. Sinds 2017 is hij lid van de Luikse vereniging Rire à l’hôpital. Voor hem “creëert een clown een universum dat zich verbindt met dat van de patiënt. Als je een kamer binnenkomt, sta je voor een publiek en niet voor een kind of zieke persoon. Ziekte kan clowns niets schelen, acteurs daarentegen geven er wel om. Ons publiek is erg bijzonder. We spelen heel dicht bij hen, in een steriele omgeving die wij ons als clowns eigen moeten maken. Patiënten worden begeleid door een heleboel mensen die over hen en hun lichaam komen praten. Clowns komen binnen en kijken met hen naar hun omgeving. Ze nemen hen mee op reis. Een ziekenhuis zonder clowns zou absoluut een trieste plek zijn.”

Julie is actrice en clown (vervanger) bij de Vlaamse organisatie Cliniclowns, die in de praktijk tweetalig is. Af en toe fleurt ze de patiënten in een aantal ziekenhuizen in België op. Voor haar is clown zijn een artistieke uitdaging waarbij je “de tijd niet louter vult maar verrijkt en een moment van verbinding biedt”. Daartoe moet je kunnen improviseren, acteren en empathisch zijn. De kunst is om wat je aanvoelt te vertalen naar acteermateriaal; “om lood in goud te veranderen”. Naast een artistieke is het dus ook een menselijke uitdaging. Julie moest leren om haar rol als ‘redder van de wereld’ los te laten en haar werk niet mee naar huis te nemen. Nu kan ze zonder verwachtingen een moment delen, creëren en dan weer vertrekken.

“Ik ga die persoon niet genezen of redden, ik bied een kwalitatief moment. Punt.”

Renelde is een van de meest ervaren deelnemers, in 1992 richtte ze docteurs ZinZins op. Volgens haar “laat het creatieve proces toe jezelf uit te drukken, te dramatiseren, en een cathartisch effect te creëren.” Ze droeg ook bij tot het netwerk Art et santé om een ethische code op te stellen voor kunstenaars die in zorgvoorzieningen werken. “We creëren samen met de kinderen zodat zij het initiatief kunnen nemen. We proberen hen zo goed mogelijk te begeleiden, zonder hen te willen genezen. We bieden hun simpelweg een kans om zich te uiten, zodat ze hun behoeften kunnen verwoorden.” Renelde zei ook dat de clowns zich moeten aanpassen aan de situatie van de kinderen. “We brengen hen wat meer leven en hoop. Ik vind het fijn om iets voor anderen te kunnen doen.”

Bart, tot slot, werkt als clown voor verschillende structuren, zowel in het Nederlands als in het Frans. Hij kreeg de vraag: hoe kunnen clowns patiënten helpen hun emoties te uiten? Zijn antwoord is nederig:

“Hoe vaker ik een clown ben, hoe minder ik begrijp wat dat personage echt is.”

Toen hij negen was, verkleedde Bart zich al als robot om de aandacht van voorbijgangers te trekken. Hij kent de wereld van personages dus heel goed. “Ik ben er op een bepaald moment en laat het allemaal op mij afkomen. De clown draagt ons en is veel groter dan wij. We blijven openstaan voor wat we kunnen creëren, welke rollen we kunnen spelen. Soms is gewoon er zijn al genoeg. We plakken geen labels op wat een clown is of wat we gaan doen. Ik kom niets brengen, integendeel: ik krijg cadeaus in de vorm van kostbare momenten. Aan hulpmiddelen heb ik geen gebrek, maar het zal altijd een zoektocht blijven. Het is een contact van mens tot mens. Clown zijn helpt me om te durven en luchthartig te zijn.”

Spot of spel?

Na het rondetafelgesprek kon het publiek, dat voornamelijk bestond uit professionals uit de sector, vragen stellen. Een zorgkundige vroeg naar de dunne grens tussen spel en spot. Wat met mensen dieer aanstoot aan kunnen nemen? Wordt het soms geen spot? Sébastien legt uit dat fouten mogelijk zijn, maar doordat ze met z’n tweeën zijn helpen ze elkaar om met het ongemak om te gaan en er zelfs op in te spelen. Volgens de andere Sébastien mogen clowns alles doen, zelfs spotten, als ze goede bedoelingen hebben. Dat vereist natuurlijk wel dat je van tevoren een band hebt opgebouwd met die persoon, of op zijn minst een connectie hebt gemaakt.

“Noem een kind met kanker geen ‘eierhoofd’ bij het eerste bezoek!”

Voorstelling Le Nez dans l’HÖ

Eerder op de middag werd de voorstelling Le Nez dans l’HÖ opgevoerd, tot grote vreugde van de kinderen. “In Le Nez dans l’HÖ tonen twee clowns hun neus, hun glimlach, hun verlangen om anderen te ontmoeten en hun waanzinnige avonturen op een dienst kindergeneeskunde. Het is ook een verhaal over blikken, momentopnames en het leven. Bovenal gaat het verhaal over kinderen, ouders en zorgverleners. Het gaat over het leven in al zijn vrolijkheid. Het gaat over het leven in al zijn vormen! Gewoon het leven op dit moment!” Hospichild kon een van de voorstellingen bijwonen toen docteurs ZinZins dertig kaarsjes mocht uitblazen. Dat was zowel een vrolijke als ontroerende ervaring, door de vaak trieste verhalen van kinderen in het ziekenhuis.

Ziekenhuisclowns in de bioscoop

En er zijn nog kunstenaars die zich laten inspireren door clowns. Reda Kateb regisseerde een film over dat thema, die onlangs in Frankrijk werd uitgebracht. In Sur un fil maken we kennis met Jo, een jonge vrouw en straatcircusartieste die via de vereniging Nez pour rire het werk van professionele clowns leert kennen. Ze wordt al snel – misschien te snel – lid van de vereniging en belandt in ziekenhuizen waar ze werkt met kinderen, patiënten, zorgverleners en families, aan wie de clowns onvermoeibaar vreugde en troost proberen te bieden. Een jaar eerder was een andere vergelijkbare film in de zalen te zien: Le Grand Cirque (Franstalig artikel). Tot slot werd er dichter bij huis een documentaire gewijd aan kunst in zorgvoorzieningen: La vie est là (Franstalig artikel).

 

Tekst en foto’s: Sofia Douieb

 

LEES OOK:

Duik in “Le monde d’Ayden”, de inclusieve speeltuin die al vier kaarsjes mag uitblazen

Het team van Born in Brussels sprak met Lou Garagnani over haar inclusieve speeltuin “Le monde d’Ayden” in Ukkel. Het is geen wonder dat de speeltuin in de afgelopen vier jaar sinds de opening enorm is opgebloeid. Sindsdien heeft Lou al andere nevenprojecten opgestart en staan er nog een aantal op til.

Overzicht. Foto; Samuel Walheer

Dit unieke project trok van meet af aan de aandacht van Hospichild, dat er verschillende artikels aan wijdde (bv: Top départ pour la première plaine de jeux inclusive de Bruxelles ! (artikel beschikbaar in het Frans)“. Le monde d’Ayden” opende dan wel zijn deuren in volle coronacrisis, toch slaagde de speeltuin erin het hart te veroveren van de Brusselse gezinnen, die nu voor de ingang staan te dringen. Want laten we eerlijk zijn, het is een gezellige plek met een onweerstaanbaar aantrekkelijk spelaanbod voor kleine en (iets) grotere kinderen. Met een onstilbare drang naar creativiteit, is Lou Garagnani sinds ons laatste gesprek weer met nieuwe projecten begonnen. Haar nieuwste creatie? Le monde d’Ayden teleporteert naar Nijvel  en opent daar zijn deur op 9 november 2024.

 

Lou Garagnani © La maison d’Ayden

Voor mij betekent inclusie dat we aan zoveel mogelijk verschillende behoeften voldoen.  Daarom moeten we vermijden iets te creëren dat te specifiek of gespecialiseerd is, omdat we anders slechts één handicap zouden aanspreken, zoals een trechter.  Bij de ontwikkeling van “Le monde d’Ayden” werd met al deze parameters rekening gehouden om de speeltuin zo inclusief mogelijk te maken. Hiervoor moesten we nadenken over de soorten spellen die we wilden aanbieden, waarbij we rekening hielden met de behoeften en ontwikkelingsniveaus van ons publiek, met of zonder handicap. Daarna konden we kijken naar de structuur van de ruimtes, zoals de vloeren, de verlichting, de open of gesloten omgevingen, om zo een ruimte te creëren,” vertelde Lou Garagnani ons tijdens ons bezoek.

Wat is er nieuw in “Le monde d’Ayden” sinds 2020?

Er is veel gebeurd in vier jaar tijd en de inclusieve speeltuin krijgt steeds meer verschillende kinderen op bezoek. Dankzij de feedback van onze bezoekers konden we de speeltuin verder ontwikkelen zodat we nieuwe structuren konden opzetten, steeds met de bedoeling om te beantwoorden aan constante en specifieke vragen:

  • “La récré d’Ayden”, een overdekte speeltuin van 180 m² aan de Bergensesteenweg in Sint-Pieters-Leeuw, verwelkomt groepen kinderen van twee tot vijf jaar met alle soorten handicaps. De speeltuin is bijna een jaar geleden geopend en biedt onderdompelingscursussen in gebarentaal. → La d’Ayden
  • “La cabane d’Ayden” is een inclusieve ruimte voor gezinnen met kleine kinderen, met of zonder handicap. Zoals in alle ruimtes in het universum van Ayden heeft het personeel al dan niet een handicap. “Hier laten we onze kinderwagens bij de ingang staan en gaan we zitten om te genieten van een pannenkoek en een kop koffie terwijl onze kinderen zich uitleven”. → Info & contact – La cabane d’Ayden
  • “Le monde d’Ayden” in Nijvel is een tweede inclusieve speeltuin, op dezelfde leest geschoeid als die in Ukkel. De nieuwe speeltuin ontvangt zijn eerste bezoekers op zaterdag 9 november 2024. Hetzelfde recept, maar met een paar andere speciale ingrediënten. We willen niet alles verklappen, maar de speeltuin in Nijvel heeft een volledig immersieve zaal met reuzenschermen, zoals binnenkort ook het geval zal zijn in de speeltuin in Ukkel. We willen alle ruimtes in het universum vergelijkbaar houden, op enkele details na, en vooral met een structuur op mensenmaat. Zo kunnen we aan dezelfde behoeften voldoen, zonder inclusie uit het oog te verliezen. → Le monde d’Ayden Nivelles : Réservez ici votre expérience unique!

Ik zeg niet dat we in elke stad in België een “monde d’Ayden” nodig hebben, maar één in elke streek zou een droom zijn. Zo zouden we dicht bij elk gezin kunnen zijn. Sommige mensen komen regelmatig van zeer ver, zoals Charleroi of Bergen, omdat er in hun omgeving geen gelijkwaardige faciliteiten zijn die aan hun behoeften te voldoen. Door een speeltuin te openen in Nijvel kunnen we ons aanbod verbreden en toegankelijker zijn. En waarom niet ooit bij de mensen thuis gaan? De tijd zal het leren,” zegt Lou Garagnani.

Tot in de puntjes uitgewerkt

Multi-sensor Snoezelen. Foto: Samuel Walheer

Lou Garagnani gebruikt haar inspiratie om de speeltuin en haar nevenprojecten tot leven te brengen. Ze is heel vastberaden en zoekt bij zichzelf de nodige middelen om haar projecten uit te voeren. Zo putte ze eerst uit haar eigen ervaring als moeder van vier kinderen, van wie een jongen met meerdere handicaps. Ze stootte immers zelf ook op het gebrek aan inclusie in bepaalde openbare voorzieningen en die ervaring heeft het zaadje gepland voor een inclusieve speeltuin die voor iedereen toegankelijk is. Lou legt uit dat ze ook veel belang hecht aan de feedback van de bezoekers: gezinnen, kinderen of mensen uit de praktijk, zoals opvoeders van gespecialiseerde of reguliere instellingen en scholen. Ze voegt eraan toe: “Ik denk inderdaad dat het altijd heel belangrijk is om te leren van de ervaringen van mensen, omdat dat ons in staat stelt om onze structuur te veranderen of zelfs verder te ontwikkelen. Bovendien krijgt het inclusieve aspect van het project hierdoor echt betekenis, omdat de feedback en ideeën die ik heb, eerst worden beoordeeld door medische specialisten zoals kinesisten, ergotherapeuten en orthopedagogen, maar ook door leerkrachten en opvoeders uit het bijzonder onderwijs.  Dit stelt ons uiteindelijk in staat om te zien of het idee toepasbaar en uitvoerbaar is in de inclusieve speeltuin.”

Foto’s en artikel: Samuel Walheer

 

LESS OOK :

Top départ pour la première plaine de jeux inclusive de Bruxelles ! (artikel in het Frans)

Beperking: binnenkort wordt in Ukkel een inclusieve speeltuin geopend (hospichild.be)

« Bébé, Bambin Sourds Bouquinent », une activité inclusive pour développer l’imaginaire des enfants, en langue des signes

LEGO-therapie: een therapeutisch hulpmiddel dat kan helpen bij autisme

Numéri’cap : le nouveau projet inclusif de FratriHa ! (Franstalig artikel)

 

 

Het huis Mado Sud ondersteunt de geestelijke gezondheid van jongeren

Mado Sud is een dienst voor jongeren tussen 11 en 22 jaar en hun familie. Het multidisciplinaire team verleent snel, gratis en anoniem hulp, in groepssessies of individueel, en focust op de geestelijke gezondheid van jongeren. Mado Sud bevindt zich in Sint-Gillis, maar is ook zeer actief in andere gemeenten in het zuiden van Brussel. De dienst biedt ondersteuning op sociaal, educatief en juridisch vlak en door regelmatig concrete initiatieven te nemen. Het huis is een cruciale plek voor gezinnen die hulp nodig hebben en om de geestelijke gezondheidszorg in Brussel te versterken. Het team van Hospichild ging er langs om meer te weten te komen over de dienst.

De onthaalruimte en polyvalente zaal van Mado Sud – Foto: Samuel.

 

Mado Sud werd eind 2019 opgericht, aan het begin van de COVID-19-pandemie. Het huis wil jongeren en hun familie blijven helpen en ondersteunen en heeft zijn activiteiten dan ook voortgezet en zelfs uitgebreid. Mado Sud is een jeugdhulpdienst die door het OCMW van Sint-Gillis wordt beheerd en zijn diensten in maar liefst zeven Brusselse gemeenten aanbiedt (Anderlecht, Vorst, Sint-Gillis, Ukkel, Elsene, Watermaal-Bosvoorde en Oudergem).

“We reageren op een werkelijke behoefte en merken dat onze dienst in het zuiden van Brussel aan legitimiteit wint als referentiepunt. Na de covidperiode is de vraag op het gebied van geestelijke gezondheidszorg explosief toegenomen. Dat heeft ertoe geleid dat ons aanbod werd versterkt. Geestelijke gezondheidsproblemen bij jongeren maken het grootste deel van de verzoeken uit en houden ons het meest bezig. Dat kan zowel om emotionele als meer psychiatrische problemen gaan.” Dat verduidelijkt Margaux Katz, directeur van Mado Sud.

Wat maakt Mado Sud zo bijzonder?

De dienst is verbonden aan overheidsstructuren om de dagelijkse organisatie te vereenvoudigen. Margaux Katz legt uit dat Mado Sud werd opgericht zodat jongeren “een plaats hebben waar ze met hun problemen terechtkunnen en een team hen helpt om ze op te lossen. We vinden misschien niet per se het definitieve antwoord, maar bieden een luisterend oor om samen een uitweg te zoeken.” Bij Mado Sud zijn alle vragen welkom, of ze nu gaan over school, seksualiteit, het gezin, schulden of gender. Er zijn geen beperkingen, behalve wat leeftijd betreft: jongeren moeten tussen 11 en 22 jaar oud zijn.

Een drieledige aanpak

  • Individueel: het multidisciplinaire team van Mado Sud behandelt zowel vragen van jongeren, hun familie en naasten als vragen van professionals. Het team bestaat uit een jurist, een gespecialiseerde opvoeder, een psycholoog en een maatschappelijk assistent. Om snel kwaliteitsvolle individuele ondersteuning te kunnen bieden, is het aanbod beperkt tot vijf gesprekken. Zo nodig wordt de jongere doorverwezen naar een andere meer geschikte dienst.
  • In groep: dit omvat therapeutische groepsactiviteiten, acties waarbij jongeren hun stem laten horen en gerichte sessies over thema’s die hen aanbelangen. Er is ook een gespreksgroep voor ouders waar ze, met de hulp van de eerstelijnspsycholoog, eventuele problemen van hun tiener kunnen bespreken. Daarnaast neemt Mado Sud deel aan activiteiten van de verschillende gemeenten, zoals een vrouwenvoetbaltoernooi.
  • Voor professionals: het huis wordt regelmatig ter beschikking gesteld van professionals om netwerken en uitwisselingen te bevorderen en het ontstaan van werkgroepen mogelijk te maken.

Concrete acties

De dienst heeft talrijke dagelijkse activiteiten, waarvan we de therapeutische meer in detail bespreken. In het kader van de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg van de eerste lijn geeft een externe psycholoog elke maandag therapeutische sessies in het huis. De eerste tien sessies zijn gratis voor jongeren tot 23 jaar. Na een eerste ontmoeting met de psycholoog van Mado Sud wordt er snel met een opvolging gestart, wat de verzadiging van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg in Brussel helpt verlichten. Daarnaast is de juriste van het team twee keer per maand een hele dag aanwezig in de jeugdcentra van Vorst en Watermaal-Bosvoorde. Het doel is om jongeren te informeren over hun rechten, kinderbijslag, onderhoudsgeld en onderwijs. De duidelijke meerwaarde van Mado Sud is volgens de dienst zelf de toegankelijkheid voor jongeren, want het team zoekt hen op in hun eigen leefomgeving.

→ Contact opnemen met Mado Sud: Mado Sud is elke werkdag open van 10 tot 18 uur en de eerste en derde zaterdag van de maand van 10 tot 13 uur. Een afspraak maken is niet nodig. Aanvragen kunnen worden bezorgd door te mailen naar madosud@cpasstgilles.brussels of te bellen naar +32(0)2/563.47.08 of via sociale netwerken.

 

 

 

Samuel Walheer

LEES OOK: