Focus

Asfalia, een nieuw interactief verhaalspel dat kinderen hun emoties leert begrijpen

Asfalia is een nieuw bijzonder videospel voor kinderen van 6 tot 10 jaar. Het verhaalspel, waar ook een educatief kaartspel bij hoort, helpt kinderen om hun emoties te begrijpen en uit te drukken. Hospichild testte het spel uit en interviewde de maker: Jean-Gobert de Coster.

Zaki testte het videospel Asfalia – Foto: Sofia Douieb

 

Hospichild liet het verhaalspel testen door Zaki, een klein proefkonijn van het team. Tijdens het spel dwaal je samen met het kindje Charlie doorheen zijn emoties en in het bijzonder zijn woede (andere emoties zullen later in volgende spelen van Asfalia aan bod komen). In die wereld van woede moet het personage obstakels overwinnen, opdrachten uitvoeren, andere personages uit moeilijke situaties helpen … Kleine Zaki wilde maar niet stoppen met spelen, hij hield vooral van de prachtige en kleurrijke tekeningen, de originele opdrachten, de schattige personages die zin geven om ze te helpen, de goed vertelde en niet te lange verhaaltjes … Maar hoe zit het achter de schermen van het spel? Hospichild wilde er meer over weten en ontmoette de bedenker van Asfalia, Jean-Gobert de Coster. Hij is de directeur van de studio Funtomata, die het spel heeft ontwikkeld.

Hoe kwam je op het idee voor zo’n spel?

Tijdens de lockdown besefte ik dat ik wilde dat mijn dochters spelletjes speelden die interessanter waren en hen iets anders konden bieden dan alleen vermaak. Ik beschik over de nodige vaardigheden en ervaring in de ontwikkeling van videospellen, dus dacht ik er al een tijdje over om een spel te ontwikkelen met een eigen concept, maar het idee schoot me pas echt te binnen tijdens de pandemie. Daarom heb ik in 2020 de onafhankelijke studio Funtomata opgericht, een studio die de wereld van de verhalen heruitvindt. We bieden interactieve videospelervaringen die het speelplezier van een videospel combineren met een kwalitatief verhaal en educatieve en maatschappelijke bewustwording.

Werd je bijgestaan door gezondheidswerkers?

Ons team wordt begeleid door professionals uit de kinderzorg (consulenten en emotionele coaches) om complexe problemen zo nauwkeurig mogelijk aan te pakken en tegelijkertijd te integreren in een sprookjesachtige wereld. We hebben ook het advies gevraagd van een scenarist om ons te helpen bij de uitwerking en de samenhang van het verhaal. Daarnaast hebben we een emotiespecialist uit Quebec geraadpleegd.

Vertel ons wat meer over Asfalia: voor wie is het spel vooral bedoeld?

Asfalia is een leuk en kleurrijk spel, gebaseerd op emoties. Het hoofdpersonage, Charlie, verkent een mysterieuze wereld, die wordt bevolkt door nieuwsgierige bewoners en wordt bedreigd door een groot gevaar. Het doel is om de raadsels op te lossen en stickers te verzamelen om die innerlijke wereld (bv. woede) te redden. Het is dus een soort sprookje 4.0 dat vooral gericht is op kinderen van 6 tot 10 jaar. Maar die leeftijdscategorie is slechts een indicatie, want het spel kan ook geschikt zijn voor jongere kinderen, als ze wat hulp krijgen, en ook tieners kunnen het leuk vinden. Het is daarnaast bedoeld voor ouders, leerkrachten, opvoeders, kinderpsychiaters, psychologen en alle andere personen die kinderen willen begeleiden in hun persoonlijke ontwikkeling.

Kun je enkele opdrachten beschrijven waarmee de spelers virtueel worden geconfronteerd? Hoe kan het spel kinderen helpen hun emoties te beheersen?

Onderweg naar de kern van de emoties ontmoet het kind enkele merkwaardige personages … Zo is er Endymion, de dj-zalm, die de andere zalmen moet redden die vastzitten in de lavarivier. Maar die zalmen wachten geduldig en gaan op een eerder positieve manier met hun frustratie om. Ze vieren feest totdat ze hun natuurlijke habitat weer bereiken. Ze maken veel lawaai en storen zo de grote cactus, die zich steeds meer begint te irriteren … Het is de bedoeling de kinderen ervan bewust te maken dat woede uit verschillende bronnen kan komen en dat het nodig is manieren te vinden om met die emotie om te gaan. 

Zou het spel gehospitaliseerde kinderen kunnen helpen?

Asfalia is natuurlijk geen geneesmiddel, maar als het een kind in het ziekenhuis ook maar een beetje kan helpen, dan ben ik al heel blij. Ik wil graag het voorbeeld geven van het personage ‘de bal’ om te illustreren hoe een kind dat vastzit in het ziekenhuis en boos is over zijn of haar situatie, kan proberen omgaan met die emotie of ze serener kan beleven. De bal zit vast in drijfzand en kan daardoor niet spelen met zijn vriend, de vleesetende plant. Charlie wordt gevraagd om hem met een toverstokje uit die situatie te helpen, zodat hij verder kan spelen. Hier kan Charlie gezien worden als de dokter die het kind helpt om er weer bovenop te raken… 

Er bestaat ook een kaartspel met hetzelfde personage, kun je ons daar iets meer over vertellen?

Naast het videospel is er ook een kaartspel beschikbaar om het onderwerp ‘emoties’ thuis of op school te verkennen. Dankzij de thematische kaarten kunnen kinderen zich concentreren op bepaalde personages in het videospel en nadenken over wat ze daarvan hebben geleerd, of ze het eens zijn met wat die personages doen of zich op de een of andere manier herkennen in het gedrag van die personages Daarnaast zijn er drie soorten observatiekaarten (in hetzelfde spel): kaarten die enkel een emotie benoemen, kaarten die lichaamshoudingen weergeven en kaarten waarmee je woorden kunt geven aan innerlijke gevoelens. Het kaartspel kan worden gebruikt als communicatiemiddel met kinderen die niet altijd weten hoe ze hun emoties onder woorden moeten brengen, maar die soms gewoon dingen voelen die ze zo beter zullen kunnen analyseren en begrijpen. 

→ KOOP HET VIDEOSPEL OF HET KAARTSPEL VIA DE WEBSITE VAN ASFALIA

Interview door Sofia Douieb

 

↓ Regarder le trailer du jeu vidéo Asfalia

Geestelijke gezondheid in Brussel, realiteiten en perspectieven, een zot parcours

Deze driedaagse conferentie van het Brussels Platform Geestelijke Gezondheid, bracht op 6, 7 en 8 december 2022 een groot aantal belanghebbenden en deskundigen samen. Hospichild/ Born in Brussels team woonde de eerste dag bij, die in het teken stond van de perinataleit en de kindertijd. Hier is het verslag.

Het goed gevulde programma gaf een overzicht van de instellingen en praktijken die de laatste jaren hun intreden deden in de geestelijke gezondheid in Brussel. Door de groei en de grote culturele diversiteit van de bevolking, de Covid 19-pandemie, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis doen steeds meer mensen een beroep op de actoren in de geestelijke gezondheidszorg, die focussen op perinatale zorg, kinderen en jongeren. In een toenemend aantal werkgroepen wordt druk nagedacht over hoe de tekortkomingen kunnen worden weggewerkt en hoe de zorg in het Brussels Gewest beter kan worden georganiseerd.

  • Het Brussels Platform Geestelijke Gezondheid
  • Bru-Stars, het Netwerk Geestelijke Gezondheidszorg voor Kinderen en Jongeren
  • Workshop: Perinatale zorg vandaag, nieuwe vorderingen op het gebied
  • Actuele vraagstukken en uitdagingen in de perinatale zorg
  • Over het begrip neurologische ontwikkelingsstoornissen in de geestelijke gezondheidszorg

Het Brussels Platform Geestelijke Gezondheid

In zijn inleiding overliep Dr. Stefan Van Muylem het parcours van het Brussels Platform Geestelijke Gezondheid, dat in 1990 werd opgericht op initiatief van de federale overheid. Het platform is sinds de 6de staatshervorming van 2014 erkend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC). Deze bicommunautaire instelling brengt vele actoren en stakeholders – over sectorale en taalbarrières heen – samen. In haar werkgroepen zetelen ook ziekenhuizen, politie, magistraten, huisartsen, vertegenwoordigers van gebruikers en naasten uit de psychiatrische sector. Het Platform stelt zich tot doel het transversale geestelijke gezondheidsbeleid uit te voeren, op basis van overleg met de verschillende actoren in het gewest: strategische plannen opstellen en opvolgen om de zorg in Brussel te coördineren en de beste zorg voor de patiënten te garanderen.

De afgelopen jaren troffen de Covid-crisis, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis zowel burgers als stakeholders. Nieuwe praktijken, zoals telefonische bijstand, zagen het licht. Er zijn lange wachtlijsten en vacatures raken slechts moeizaam ingevuld. De mobiele bemiddelings- en interventieteams werden uitgebreid.
De conferentie vormde een gelegenheid om gegevens uit te wisselen tussen mensen uit het werkveld en instellingen, en om de praktijken in de netwerken te evalueren: mobiele geestelijke gezondheidsteams voor verschillende gebruikers, het verband tussen geestelijke gezondheid en onzekerheid, gezinnen, gebruikers en peer support in het bijzonder.

In het voorjaar van 2023 verschijnt een jubileumboek over het parcours van het Platform.

Bru-Stars: het Netwerk Geestelijke Gezondheidszorg voor Kinderen en Jongeren

Bij de voorstelling van de verschillende Brusselse netwerken, spraken Youri Caels en Christophe Herman over de samenwerking tussen het netwerk voor volwassenen Brumenta, en Bru-Stars het netwerk voor kinderen en jongeren, met Kathleen Coppens als coördinator. Beide netwerken streven samen naar een betere zorg voor jongeren in de overgang naar volwassenheid (16-23 jaar).

Het in mei 2015 opgerichte netwerk Bru-Stars heeft als doel de aanpak te rationaliseren, het aanbod overzichtelijker te maken en beter af te stemmen op de behoeften, en informatie te verstrekken over de administratieve en juridische aspecten, zowel in het Nederlands als in het Frans.

Bru-Stars is dus een uniek netwerk van Nederlandstalige, Franstalige en bicommunautaire actoren in Brussel. Het richt zich tot kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met een geestelijke gezondheidsproblematiek en die voornamelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen. Het netwerk werkt nauw samen met alle betrokken actoren: bestaande zorgpartners, ambulante zorg, residentiële zorg, outreach, actoren van de eerstelijnszorg en -bijstand, schoolgeneeskunde, politie, SOS-kinderen (VCK), straathoekwerkers, gezinnen en kinderen, Agentschap Jongerenwelzijn, enz.

Netwerken

Maar netwerken is een geduldig proces dat niet vanzelf gaat, zoals Youri Caels opmerkte tijdens de presentatie door de drie coördinatoren. Voor de deelnemende actoren gaat het erom eventuele tegenstellingen en rivaliteit te overstijgen, elkaar uit te dagen, maar ook vrijwillig tijd te investeren om het netwerk in leven te houden. De ondersteunende functies zijn dus cruciaal voor de groei van de Brusselse netwerken voor geestelijke gezondheidszorg. Pas wanneer zij er niet zijn, beseffen wij ten volle hun belang. De taak is omvangrijk en essentieel: oproepen verspreiden, behoeften analyseren, overleg organiseren en projecten onderling afstemmen. En dit alles communiceren aan andere actoren en de bevoegde autoriteiten. Het is ook nodig advies te verstrekken over de projectoproepen door de kabinetten en alle behoeften van de bevolking in kaart te brengen om daar gericht op in te spelen, zoals tijdens de pandemie. Ten slotte moet dit netwerk worden geëvalueerd met behulp van casemanagement.

Enkele vooruitzichten voor Bru-Stars

Het aanbod van Bru-Stars is transversaal georganiseerd in zorgprogramma’s. In de toekomst wil het netwerk nog meer expertise van gebruikers, kinderen, jongeren en mantelzorgers in zijn bestuur opnemen. Nog een belangrijk punt is het stigma van de geestelijke gezondheid wegnemen bij het grote publiek. Samen met het kabinet Vandenbroucke wordt een plan ontwikkeld voor het versterken van de verbindingsteams in de ziekenhuizen, voor de K-bedden, voor het uitwerken van proefprojecten rond de overgangsleeftijd, voor de verbetering van de continuïteit van de zorg, voor het opzetten van projecten rond eetstoornissen. Er komt een nieuw gecentraliseerd meldpunt om de competenties van kleine teams uit te breiden. Er worden nieuwe eerstelijns psychologische zorgprojecten uitgevoerd om ongeveer 1.500 zorgsessies per week te bieden. Ten slotte zijn voor het najaar van 2023 praktijkuitwisselingsdagen van de partners gepland.

Workshop: Perinatale zorg vandaag, nieuwe vorderingen op dit gebied

Moderator: Dr. Karine Mendelbaum, psychiater, Diensthoofd Eenheid Moeder-Kind en Coördinatrice van het IBW ‘La Lisière’

Tijdens deze workshop leerden we over verschillende moeder-baby of ouder-baby eenheden.

De Moeder-Baby Unit van de Epsylon Groep verwelkomt tot 5 moeders met hun baby’s tot de leeftijd van één jaar en ook zwangere vrouwen, voor een ziekenhuisopname van één tot drie maanden. De eenheid werd opgericht in een wereldwijde context van plaatsgebrek in de perinatale zorg. Momenteel zijn er in Brussel bijvoorbeeld slechts vijf of zes bedden met toezicht. Het doel is de moeder te begeleiden in haar relatie met haar baby, haar psychiatrische problemen te stabiliseren, haar moeilijkheden, middelen en vaardigheden in kaart te brengen. Als een moeder zich in een meer complexe situatie bevindt, zoals een psychotische toestand of bij een suïcidaal risico, kan zij ook in de afdeling worden opgenomen. Tijdens een intakegesprek wordt het plan voor de ziekenhuisopname met de moeder besproken. Zij wordt verzorgd door een multidisciplinair team met een psychiater, een psycholoog, een kinesist, een verpleegkundige en een maatschappelijk werker. De teamleden zijn opgeleid in de perinatale zorg. Over het algemeen werkt het ‘naar de bron en naar de monding’ samen met vele andere actoren, SAJ, SPJ, ziekenhuisdiensten, poliklinische diensten, behandelende artsen, kinderartsen, kinderpsychiaters, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, thuiszorg, kinderopvangplaatsen, inloopcentra, kleuterscholen, begeleid wonen, enz.

Het IHP (Initiative Habitation Protégée) La Lisière, een ander gloednieuw project van de Epsylon-groep, onthaalt moeders met hun kinderen van 0-3 jaar die een omkadering nodig hebben bij hun interacties en hulp bij hun sociale verankering. De ouder moet voldoende psychiatrisch stabiel zijn en een zekere mate van autonomie bezitten, zowel in de zorg voor de baby als in het dagelijkse leven. Het team bestaat uit een psychiatrisch verpleegkundige-vroedvrouw, een psycholoog en een psychomotorisch therapeut. Om de drie maanden gebeurt een evaluatie met de moeders. Ze leren e hun budget beheren en boodschappen doen om hun autonomie te bevorderen. De hele dag is er iemand aanwezig, met name om de moeders naar de kinderopvang te begeleiden.

De periode van 1.000 dagen: een enorme impact op de ontwikkeling van de toekomstige volwassene

Dr. Vildan Goban, kinderpsychiater in het Kinderziekenhuis, sprak vervolgens over de cruciale zorgverlening in de eerste 1.000 dagen, waarvan nu bekend is dat deze een enorme invloed hebben op de ontwikkeling van de toekomstige volwassene. Er zijn zelfs economische argumenten die belangrijke investeringen voor deze periode rechtvaardigen.

Wat is het zorgaanbod in het Brussels Gewest?

Qua residentiële units voor mensen met een matige tot ernstige psychiatrische problematiek bestaan er twee instellingen: La Ramée en Clairs Vallons (Ottignies). Qua niet-residentiële units voor mensen met een lichte tot matige psychiatrische problematiek kennen we een dagafdeling in het kinderziekenhuis, de mobiele crisisteams (Brumenta en Bru-Stars), een team voor ambulant thuiszorg en de opvoedingsondersteunende diensten Aquarelle en Ulysse. De ambulante sector is vrij beperkt met een paar diensten voor geestelijke gezondheidszorg, die gespecialiseerd zijn in de vroege kinderjaren of het ouderschap, en met particuliere consultaties. De door ONE gesubsidieerde SOS Enfant-diensten (VCK) voorzien subteams voor perinatale preventie. Het SOS Enfant-team van het UMC Sint-Pieter zal vanaf 2023 een zelfstandige afdeling uitbouwen. Het zal consultaties voor jonge kinderen aanbieden in combinatie met pediatrie, neuropsychiatrie, een prematurenconventie en orale aandoeningen.

De onlangs gerenoveerde Ouders-Baby dagafdeling in het Universitair Kinderziekenhuis Konigin Fabiola (UZB) biedt een omgeving die dicht aanleunt bij de gewone leefomgeving thuis. Ze biedt plaats aan maximaal zeven groepen van twee of drie mensen met een kind van 0-2 jaar. De afdeling biedt therapeutische zorg en preventie van stoornissen in de vroege ouder-babyrelatie en van de psychopathologie van het kleine kind.

Enkele reacties van deelnemers

Over het algemeen zouden de deelnemers aan de workshop de bestaande perinatale initiatieven graag meer gecentraliseerd zien, met als doel om een perinataal ondersteuningsnetwerk (- 9 maanden tot + 1 jaar) te ontwikkelen en te coördineren.

  • We hebben het over de eerste 1.000 dagen en we zijn verbannen naar een kleine zaal in vergelijking met de zaal voor psychiatrie voor volwassenen.
  • Vaders worden vaak gevraagd, maar zijn vaak afwezig in de perinatale zorg.
  • Wij beseffen dat er veel hulp in de perinatale zorg wordt aangeboden, maar dat iedereen zijn eigen ding doet.
  • We proberen met elkaar te praten, elkaar te zien, elkaar te ontmoeten om meer gestructureerd te werken.
  • Het feit dat we de actoren, de ambulante diensten rond de moeder kunnen ontmoeten is heel belangrijk voor ons werk. In Brussel werken we veel meer samen met de mobiele teams, het is meer gestructureerd.
  • Verloskundigen die naar het huis gaan zijn soms een beetje radeloos wanneer ze problemen ontdekken die niet onder hun verantwoordelijkheid vallen.
  • Tijdens de zwangerschap en na de bevalling loop je het grootste risico op een depressie. Zelfs als je goed omringd bent. Het zijn niet alleen patiënten die deze of gene factor hebben… Dus je moet het vroegtijdig aanpakken.
  • We moeten de namen van de moeder-babyeenheden veranderen in ouder-baby om de vaders te mobiliseren en te betrekken, zodat de moeder zich niet alleen en de vader zich betrokken voelt.
  • Er is onderzoek verricht naar postpartumdepressie bij vaders.
  • De vader is meer aanwezig in ambulante settings.
  • Geestesziekten treffen het hele gezin, dus de naam van de afdeling is niet onbelangrijk: het is een kinderafdeling in plaats van een moeder-kindafdeling, en we hebben ook vaders in het ziekenhuis.
  • Er is een beweging gaande, we moeten enthousiast blijven, concepten worden in de klinieken toegepast. De hele familie rond de patiënt wordt betrokken, het management wordt gemobiliseerd om deze zorg te financieren. Het verspreidt zich als een lopend vuurtje.
  • De plaats van de man in de maatschappij wordt in vraag gesteld, feminisme, post-feminisme, me too, verstoring van het rollenpatroon. Velen ondervinden moeilijkheden, waarom bedenken we geen screening voor vaders? We moeten de cultuur van kwetsbaarheid veranderen, zodat mannen ze zich eigen maken en omarmen.
  • De kwestie van beschikbaarheid, 6 maanden eer je actie onderneemt kan enorm lang zijn voor iemand met een psychiatrische historiek.
  • Werken in duo’s is een onmisbaar werkinstrument, ook al kost het meer geld.
  • We moeten elke dag aan de plaats van de vader denken, dit is nog onvoldoende geïntegreerd in ons werk.

Actuele vraagstukken en uitdagingen in de perinatale zorg

Cindy Motrie, doctor in de klinische psychologie, psychotherapeute van de ouder-baby band CMP Clairs Vallons, Ottignies – Dr. Audrey Moureau, kinderpsychiater, adjunct- kliniek hoofd, hoofd van de ouder-baby unit HUB-site Laken.

Vroege tekenen herkennen: waarom lijkt het zo belangrijk om over de allerkleinsten te praten?

Dr. Alain Grégoire begon met de identificatie van vroege symptomen, eerst in Engeland, daarna in Frankrijk en later in België. “We moeten erover praten omdat het een moeilijke kliniek is. We moeten behandelaars bewust maken van de specifieke kenmerken van baby’s. Sommige baby’s zijn heel rustig, maar in feite staan ze onder stress!

Wat tools betreft: de baby is geen miniatuurvolwassene, hij heeft specifieke tools nodig. Wij voeren campagne voor een opleiding in de perinatale zorg. Wij gebruiken een Steinhauer-rooster (Canada), een repertorium van stressfactoren om de opvoedingsvaardigheden van ouders met kinderen van 0 tot 5 jaar te evalueren. Volgens een studie van Dr. Alain Grégoire hadden alle depressieve tieners op 16-jarige leeftijd een depressieve moeder tijdens het moederschap. “Voor ons is het moeilijk om de baby een plaats te geven, de ouders kunnen praten maar de baby verdwijnt naar de achtergrond. Vandaag zijn wij de woordvoerders van de allerkleinsten, die zich alleen via hun lichaam kunnen uiten.

Er zijn ook psychopathologische argumenten. Bijvoorbeeld de verwevenheid van biologische factoren met de omgevingscontext, die de ontwikkeling van de baby beïnvloeden, met andere woorden de epigenetica. Deze gebeurtenissen zijn omkeerbaar, zoals proeven op ratten aantonen. “We kunnen dus iets ondernemen! De ontwikkelingscurven van de hersenen tonen een exponentiële evolutie aan het begin van het leven. Gebeurtenissen in die periode hebben ook een grotere impact op het hele leven. “Helaas staan we nog niet ver genoeg op het gebied van preventie en zelfs als we optimistisch zijn, is het soms moeilijk om te werken met sommige ouders met beperkte mogelijkheden.”

De malaise van jonge moeders en geestelijke gezondheidsproblemen

Volgens de Société Marcé Francophone ontwikkelen twee op de tien moeders een psychisch probleem tijdens de zwangerschap en in het eerste jaar na de geboorte. 50 tot 75% van deze moeders wordt niet gediagnosticeerd en krijgt geen zorg. Dit heeft gevolgen voor het gezin en de samenleving. Zo’n 50 tot 80% van de moeders ervaart ook de babyblues, wat de komst van de baby er niet makkelijker op maakt. Het is echter belangrijk een onderscheid te maken tussen de babyblues en de postnatale depressie. Ten slotte is het risico van psychotische decompensatie veel groter tijdens het moederschap, dan op enig ander moment in het leven.

Kinderen in zorg en misbruik

Bij de plaatsing van een baby gaan weinig studies dieper in op hun psychopathologische ontwikkeling. Bovendien ligt er veel tijd tussen het signaleren van een gevaar en het besluit om de baby te plaatsen: gemiddeld 11 maanden voor een premature baby, 12 maanden voor een baby met een psychosociaal risico en 13,2 maanden voor baby’s die noch prematuur zijn noch een psychosociaal risico lopen. Het misbruikpercentage is het hoogst in de eerste 3 levensjaren, omdat men dan niet expliciet hulp kan inroepen.

Economische argumenten voor de versterking van de perinatale psychiatrie

Het memorandum van de COMSMEA bevestigt dat de financiering van de perinatale psychiatrie essentieel is om later extra kosten in verband met sociale vervreemding te voorkomen. Zo leidt een investering van 700.000 euro om het traject van een zeer jong kind correct te plannen volgens Dr. Alain Grégoire tot het positieve resultaat van een sociaal geïntegreerde volwassene. Anders moet er zowat 2.500.000 euro worden uitgegeven aan een persoon die maatschappelijk niet geïntegreerd is. “Dus als we niet genoeg investeren in de vroege jeugd, moeten we drie keer zoveel investeren in de volwassenheid!

De veranderende samenleving en stress

“We zitten in een maatschappij van verandering, we horen dingen als: Je mag de baby niet laten huilen! Er zijn veel extreme bevelen en houdingen, die tegenstrijdig zijn en duiden op een gebrek aan kennis over baby’s.” Dit veroorzaakt stress bij de moeders. De groep die het meest door de Covid 19-crisis werd getroffen, zijn de 20- tot 35-jarigen. En vrouwen meer dan mannen. Dus de groep die overeenstemt met jonge moeders met gevolgen voor de kinderen.

“Stress wordt te vaak als negatief gezien. Het kan ook, in kleine doses, noodzakelijk zijn en een factor zijn van veerkracht. Belangrijk voor het kind is dat het zich gesteund voelt door de ouders. “Ouders moeten hun kinderen dingen laten ondervinden en wij steunen hen daarbij.”

Conclusie: een mentaliteitsverandering kan een ongelooflijke impact hebben op de samenleving.

De aanbevelingen van COMSMEA pleiten voor preventie: voorlichting van de samenleving, opleiding van professionals, creëren en versterken van de zorg. “Er zouden teams moeten zijn op alle materniteiten! Er moet ook een dialoog ontstaan tussen de kinderpsychiater en de gynaecoloog, maar de communicatie moet op alle niveaus plaatsvinden: tussen instellingen, met politici, enz. Als wij als ouders hadden kunnen profiteren van dergelijke interventies, was het traject anders verlopen…“.

“Het is voor het eerst in de menselijke geschiedenis dat er zo weinig gebeurt rond de geboorte. Geen rituelen, te snelle terugkeer naar het werk, veelvuldige vereenzaming enz.”

Over het begrip neurologische ontwikkelingsstoornissen in de geestelijke gezondheidszorg

Prof. Véronique Delvenne – HUDERF – HUB

“De vraag is, naar wie verwijzen we mensen met neurologische ontwikkelingsstoornissen door? Naar de kinderarts? Naar de neuropsycholoog? Wat is neurologische ontwikkeling?”

Om de aanpak van neurologische ontwikkelingsstoornissen in de geestelijke gezondheidszorg te begrijpen, gaf Prof. Delvenne een chronologisch overzicht van concepten sinds de jaren 1950 en 1960.

  • Jaren 50-60: begin van de neurologische ontwikkeling, gelinkt aan de geschiedenis van de kinderpsychiatrie: kinderen met afwijkingen, gedragsstoornissen, instrumentele stoornissen. Neurologisch standpunt met betrekking tot verstandelijke beperkingen, gebaseerd op instrumenten zoals de “minimale hersendisfunctie“.
  • Jaren 70: psychodynamische beweging bij leerstoornissen – onderzoek van Brunet, Lézine en Haim naar instrumentele stoornissen. Angelsaksische beweging learning disability
  • Jaren 80: concept van dysharmonische stoornissen, kinderpsychose, defecten in het representatie- en symbolisatievermogen. De term kinderpsychose ontstond onder invloed van de volwassenenpsychiatrie, parallel aan schizofrenie. Opkomst van de neurowetenschappen.
  • 2008: Michael Reuter beschrijft neurologische ontwikkelingsstoornissen als stoornissen die vroeg in de ontwikkeling van een kind beginnen (functionele tekorten).

Van neurologische ontwikkelingsstoornissen tot epigenetica

Neurologische ontwikkelingsstoornissen zijn voortgekomen uit genetische hypothesen: men ging ervan uit dat ontwikkelingsstoornissen zich langs een genetisch continuüm ontwikkelden. Het begrip epigenetica voegde een extra dimensie toe: de genen, maar ook de pre- en postnatale omgeving, die een bepaald fenotypisch beeld genereert. Schizofrene patiënten hebben in de kindertijd bijvoorbeeld motorische problemen of taalafwijkingen. De invloed van de omgeving genereert biologische mechanismen die ook in de genen zijn vastgelegd, wat de term epigenetica verklaart.

Tegenwoordig kiezen onderzoekers voor criteria die een andere bijzondere intelligentie vormen, bijvoorbeeld bij autisme. Daarom moet de onderliggende of geassocieerde beperking opnieuw worden gedefinieerd bij de analyse van de taalverwerving bij autisme.

Het concept van neurodiversiteit

Het nieuwe concept van neurodiversiteit ontstond ongeveer tien jaar geleden. De journalist Harvey Blume en de autistische activiste Judy Singer definieerden autistische identiteit als neurologische variabiliteit en mobiliseerden patiëntenbewegingen om het verschil te verdedigen.

Deze patiënten horen niet thuis onder de noemer ‘met een beperking’, maar eerder onder die van een gebrek aan of een verschil met de norm. Dit verschil kan op vele gebieden een verrijking betekenen, die de samenleving in staat stelt een gelijkaardige vooruitgang te boeken als de biodiversiteit.

High potentials met autisme hebben een ander soort van cognitief functioneren, ze zijn niet ‘ziek’. Ze hebben een andere relatie met de wereld, een atypische ontwikkeling, zoals de taal. De hersenen ontwikkelen zich ook anders, met een groter volume in het eerste levensjaar. Zij hebben een wonderbaarlijk geheugen voor feiten en data, visuele en zintuiglijke hyperperceptie, een intelligentie die door IQ-tests slecht wordt ingeschat, en zijn vaak zeer goed in cybernetica of computers.

Het afstappen van pathologie ten gunste van verschil?

De geschiedenis van de neurodiversiteit is gelinkt aan die van veel autisten en het begrip omvat ook andere stoornissen zoals leerstoornissen, ADD/ADHD enz. Het standpunt dat Harvey Blume en Judy Singer voorstaan is het ‘demedicaliseren’ van de psychiatrie, waarbij ‘geestelijke pathologieën’ vervangen worden door ‘geestelijke diversiteit’. Het gaat erover deze kinderen te helpen, wijzend op een vorm van racisme jegens hen. Dit zeer militante standpunt is vandaag algemeen aanvaard.

Het paradigma van het verschil

Het niet langer stigmatiseren en anders benoemen van beperkingen gaat ook op voor andere pathologieën en herdefiniëren ze als een andere manier om in de wereld te staan: ADD/ADHD, dyslexie, Gilles de la Tourette, enz.

We moeten nadenken over redelijke aanpassingen op scholen, in het bedrijfsleven. Wij moeten ook een zekere evolutie van de beschaving ondersteunen, het feit dat neurodiversiteit noodzakelijk is, het ontstaan van nieuwe biosociale identiteiten. In het herbepalen van de grenzen tussen het normale en het pathologische, definiëren patiënten zichzelf in hun identiteit, hun verschil.

Verslag: Emmanuelle Van Besien

Voor meer informatie over geestelijke gezondheidszorg in Brussel:

  • Sociaal Brussel (online catalogus van organisaties en verenigingen op sociaal en gezondheidsgebied in Brussel)
  • brussels (directory van het Brussels Platform Geestelijke Gezondheid)

 

Dieren brengen zieke kinderen tot rust: Villa Samson viert zijn 5-jarig bestaan

In 2017 kreeg een gek idee vorm in het ziekenhuis: patiënten de kans bieden om een huisdier in de armen te houden. Zo werd Villa Samson boven de doopvont gehouden. Een gastvrij huis op een boogscheut van UZ Brussel, waar jonge en minderjonge patiënten tijd kunnen doorbrengen met hun geliefde viervoeter. Wie geen huisdier heeft, kan terecht in een ruimte voor dierentherapie, met een heilzaam effect op hun genezingsproces. Hospichild sprak met projectcoördinator Vicky De Baere naar aanleiding van 5 jaar Villa Samson.

Foto : Villa Samson

 

Villa Samson besteedt graag aandacht aan het jubileum op FacebookExact vijf jaar geleden opende Villa Samson haar deuren voor patiënten van het UZ Brussel. Misty, Luna en Chris hebben daarom de hele Villa versierd! Wie had durven dromen dat we vandaag al meer dan 6.197 patiënten geholpen zouden hebben? En de vraag voor een therapiesessie met onze dieren blijft toenemen. De unieke zorgmissie van onze beestig leuke Villa is dus relevanter dan ooit!”

Vicky De Baere, kunt u ons Villa Samson en uw rol kort voorstellen?

Vicky De Baere, projectcoördinator – Foto : Villa Samson

De Villa opende haar deuren op 1 december 2017 en de bouw werd uitsluitend gefinancierd met giften. Er is nog steeds hulp nodig om Villa Samson uit te baten en de bijhorende kosten te betalen. Door Villa Samson te steunen, biedt u patiënten de kans om er gratis te verblijven. Ik ben de coördinator van Villa Samson sinds 2019. Samen met Milly Simon en een vrijwilligersteam verwelkomen we dagelijks patiënten in Villa Samson. U kunt dit unieke project steunen via www.villasamson.be.

Wat is de balans na vijf jaar? Zijn er cijfers over het aantal patiënten en dieren?

Villa Samson is een klein huisje naast UZ Brussel, waar gehospitaliseerde patiënten van elke leeftijd in een privékamer een fijn moment kunnen doorbrengen met hun trouwe huisdier. Wij bieden ook dierentherapie aan voor wie geen huisdier heeft. Het contact met dieren heeft namelijk een heilzaam effect op het genezingsproces van mensen. Sinds de oprichting kon Villa Samson niet minder dan 6.197 patiënten helpen.

Hoe verliep de viering van het jubileum?

We organiseerden een Festiwalk die begon met een mooie wandeling in het Laarbeekbos.  Na afloop van de wandeling volgde het eigenlijke Festival. Leuke animatie voor jong en oud (750 mensen waren op de afspraak!) voor plezier en vertier: impressionante demonstraties met politiehonden, leerrijke, interactieve sessies met blindengeleidehonden, een knuffel van een alpaca, een schminkstand… Diverse foodtrucks met frieten en burgers, pasta en pizza, desserten en zoetigheden, warme en koude dranken… Een geslaagd geburen, dat een jaarlijkse traditie zal worden.

Hoe verloopt een typische dag in de Villa ?

Er bestaan geen typische dagen. Elke dag is een nieuw avontuur. In de namiddag is er bezoek tussen 13u30 en 17u00. Voor de geleide bezoeken die we organiseren voor de pediatrie, de psychiatrie, de geriatrie, de revalidatie, de oncologie en de neurologie zijn er een therapiehond en drie ‘Maine coon’-raskatten, die wonen in Villa Samson. Patiënten kunnen op verzoek een bezoek van hun eigen kat of hond aanvragen (vergezeld door familie of vrienden). Eveneens op verzoek bieden de psychologen ook therapiesessies met dieren aan.

Welke heilzame effecten hebben dieren op zieke mensen, en vooral op zieke kinderen?

De drie voornaamste positieve effecten van het contact met dieren in onze faciliteit zijn volgens mij:

  • Biologisch: minder stress door een beperkte cortisol-afgifte in het lichaam.
  • Psychologisch: het pijngevoel vermindert door het gelukzalige moment in een aangenaam kader, weg van de ziekenhuisfeer.
  • Sociaal: het menselijke contact met andere patiënten en de medewerkers van de Villa.

Zijn er soms tegenindicaties voor sommige zieken, die het contact met dieren moeten vermijden?

Alle patiënten zijn welkom, mits voorafgaande toestemming van de behandelende arts. Er kunnen natuurlijk tegenindicaties zijn: MRSA, centraal katheter, Covid, allergie aan dieren…

Welke projecten werden reeds gerealiseerd?

Enkele van de gerealiseerde en lopende projecten zijn onder meer de wandelingen die kinderen met diabetes of obesitas mogen maken met de dieren en het initiatief ‘Villa Résilience @ Villa Samson’ voor psychologische en emotionele ondersteuning van de medewerkers (vooral sinds COVID).

En toekomstige?

Momenteel loopt er een renovatieproject, dat eind 2022 wordt afgerond. Na vijf jaar kunnen we de behoeften van onze patiënten, onze dieren en onze vrijwilligers goed inschatten. Het meubilair draagt overigens wel wat sporen van kattenklauwen…

Interview door Sofia Douieb

→ Wilt u Villa Samson steunen? U kunt een actie opzetten of een donatie doen via dE WEBSITE VAN Villa Samson.

→ MEER INFO VIA DE flyer VAN Villa Samson.

 

 

LEES OOK:

Drie kinderpsychiatrische afdelingen in een gloednieuwe omgeving in het Kinderziekenhuis

Op vrijdag 23 september 2022 huldigde het Kinderziekenhuis de nieuwe infrastructuur van zijn drie kinderpsychiatrische units in: het Kinderpsychiatrisch Ziekenhuisverblijf, APPI (Autisme, vroegtijdige persoonlijke aanpak) en UPBB (Ouders-Baby). Een symbolisch moment na twee jaar in het teken van Covid-19, waarop de teams de professionals uit de geestelijke gezondheidszorg en andere partners ontvingen voor een rondleiding. Aan het roer van deze inhuldiging: Pr. Véronique Delvenne, afdelingshoofd kinderpsychiatrie; Renaud Witmeur, CEO van het Academisch Ziekenhuis Brussel (Huderf, Erasmus, Jules Bordet) en Philippe Close, burgemeester van de Stad Brussel.

©Sofia Douieb

De teams van de afdeling Kinderpsychiatrisch Ziekenhuisverblijf en van de twee dag-afdelingen APPI (Autisme – vroegtijdige persoonlijke aanpak) en UPBB (Ouders-Baby) van het UKZKF werden geïntegreerd in het nieuwe Universitair Expertisecentrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie van het H.U.B. Zij stelden enthousiast hun nieuwe voorzieningen voor hun originele benadering voor tijdens een openingsplechtigheid, die meermaals werd uitgesteld wegens de pandemie. Hospichild was erbij voor u.

Pr. Véronique Delvenne, Directrice kinderpsychiatrie – ©Sofia Douieb

Prof. Delvenne, kinderpsychiatrie – het belang van de infrastructuur voor het Brusselse zorgnetwerk

Het afdelingshoofd Prof. Véronique Delvenne nam het woord op het ruim bemeten terras, waar tientallen pediatrisch professionals voor een keer de plaats innamen van de kinderen (die voor de gelegenheid aan zee waren). Zij onderstreepte het belang van de infrastructuur voor de Brusselse en Franstalige Belgische zorgnetwerken. Vooral tegen de achtergrond van een toenemende vraag naar zorgverlening voor geestelijke gezondheid van kind en jongere, die nog werd aangewakkerd door de pandemie en de lockdown.

De gloednieuwe voorzieningen hebben als doel kwaliteitszorg te kunnen waarborgen vanuit een multidisciplinair team, volgens een globale visie op het kind en zijn omgeving, waar jongeren met psychische problemen en hun familie centraal staan, en waarbij rekening wordt gehouden met alle etiopathogene dimensies, namelijk onderzoek naar de oorzaak, de aard en de symptomen van een pathologie. Prof. Delvenne verklaarde hierover: “De zorg vanuit het ziekenhuis moet gekoppeld zijn aan de ambulante en de eerstelijnszorg. Opsporing en vroegtijdige aanpak van problemen is in deze context een heuse uitdaging. Onze aanpak vormt ondersteuning voor de partners in de behandeling van complexe, ernstige en acute problemen en in de preventie van verwikkelingen en recidiven. ALs universitaire voorziening hebben we een belangrijke rol te spelen om ook bij te dragen tot de opleiding van de professionele zorgverleners en tot ondersteuning van de verdere kennisontwikkeling via onderzoek.”

Philippe Close, burgemeester van de Stad Brussel – De dubbele bestraffing van de zieke vermijden

Philippe Close, Bourgmestre de la Ville de Bruxelles – ©Sofia Douieb

De burgemeester van de Stad Brussel, Philippe Close, woonde de inhuldiging bij en stond er eveneens op het woord te voeren. Hij wees op het indrukwekkende proces, dat voorafging aan het voorzien van een dergelijke mooie en aangepaste ruimte, waar de drie afdelingen kinderen met uiteenlopende aandoeningen kunnen opvangen. Want zij mogen geen dubbele bestraffing ondergaan: de ziekte en een ontoereikende infrastructuur…

Hij vertelde trots te zijn dat de Stad partner is van de HUB-groep (Academisch Ziekenhuis Brussel). Hij zal dan ook volgende inhuldigingen bijwonen, zoals van het Grote Onderzoekscentrum. In de woorden van Donald W. Winnicott: “Wij hopen dat al onze patiënten op een dag klaar zullen zijn met ons, dat ze ons vergeten en ontdekken dat het leven zelf een zinvolle therapie is.”

Renaud Witmeur, CEO HUB – ©Sofia Douieb

Renaud Witmeur, CEO HUB – “We willen dat alle HUB-afdelingen lijken op deze afdeling kinderpsychiatrie!”

“Het Academisch Ziekenhuis Brussel is de grootste ziekenhuisinstelling van het land,” zo begon algemeen directeur Renaud Witmeur zijn betoog.“ Het omvat verschillende ziekenhuizen, zoals Erasmus, het Jules Bordet Instituut en het UKZKF. Verder beschouwen we het Brugmann Ziekenhuis en Sint-Pieter als natuurlijke partners, ook al maken ze geen deel uit van het project. Met het HUB willen we alle tegenstellingen overbruggen, want het is een ongekend referentiecentrum dat elke maand meer dan 1.000 patiënten verzorgt.

Het Universitair Kinderziekenhuis en zijn nieuwe infrastructuur voor de kinderpsychiatrie betekenen voor R. Witmeur een enorme stap vooruit. De onderzoeksactiviteiten zijn bijzonder efficiënt en omvangrijk, wat heel kostbaar is voor het ziekenhuis.

“We willen dat alle HUB-afdelingen lijken op deze afdeling kinderpsychiatrie, want het is een model met alle essentiële ingrediënten, iets om trots op te zijn”, besloot de CEO van HUB.

Drie afdelingen, drie gezamenlijke visies, drie kleurrijke en gezellige ruimten

Na hun toespraken, knipten de drie prominenten het lint door. Dit symbolische gebaar vormde de officiële opening van de nieuwe lokalen, waar al sinds 2020 kinderen met een psychologische kwetsbaarheid terecht kunnen.

©Sofia Douieb

De drie afdelingen bevinden zich op dezelfde verdieping en staan onderling met elkaar in verbinding. Ze baden in het licht, zijn ruim en uitgevoerd in dezelfde tinten oranje, groen en blauw. Sommige zalen, zoals ‘psychomotoriek’ en ‘welzijn’, zijn gemeenschappelijk. Het bezoek vond plaats in aanwezigheid van de drie sprekers. Een ruime delegatie luisterde aandachtig naar de toelichtingen van Prof. Delvenne en haar teams.

De afdeling Kinderpsychiatrisch Ziekenhuisverblijf

afdeling Kinderpsychiatrisch– ©Sofia Douieb

De afdeling Kinderpsychiatrisch Ziekenhuisverblijf is in het Brusselse netwerk BRUSTAR geïntegreerd met 2 crisisbedden. Deze afdeling behandelt 15 jongeren van 8 tot 14 jaar die aan ernstige psychopathologieën lijden (pogingen tot zelfdoding, post-traumatische toestanden, vroege eetstoornissen, eerste psychotische decompensatie, zware depressie, …). De 600 m² van deze afdeling zijn ingericht en georganiseerd met het oog op stimulering van warme groepsactiviteit, met specifieke zones voor de vele therapeutische workshops die het team organiseert, zithoek, gemeenschappelijke keuken voor de jongeren, maar ook ruimtes waar ze zich kunnen afzonderen, hun ouders ontvangen of individuele gesprekken voeren met de zorgverleners. Er is een klas van de ‘Ecole Robert Dubois’ zodat de jongeren hun onderwijstraject kunnen voortzetten, en er is een zintuiglijke ruimte om te kalmeren en tot rust te komen in angstmomenten. Dankzij de implementering van de ‘Geweldloos Verzet’-methode in het verzorgingsteam komen situaties van extreme spanning nauwelijks nog voor. Op die manier werken we ook mee aan een welwillende aanpak in overleg met de ouders aan wie deze methode wordt voorgesteld. De jongeren genieten ook van een ruim en beveiligd buitenterras dat werd ingericht voor hun activiteiten, met als doel tegen de lente ook een moestuintje op te zetten.

Het verzorgingsteam koestert nog vele plannen om het therapeutisch arsenaal in deze nieuwe lokalisatie te versterken: multimedia-ateliers met gaming en virtual reality in zorgcontext; educatieve stappen naar gezondheid; sensibilisering voor de uitdagingen van de cybercultuur en sociale netwerken; workshops rond welzijn, body en beeld; maar ook werken aan een multifamiliale aanpak voor steun aan de ouders en met de patiënten/partners-ervaringen.

De UPBB-afdeling: afdeling voor ouders en baby ​

Snoezelen ©Sofia Douieb

Het dagverblijf voor ouders en baby onthaalt 5 tot 8 kinderen van 0 tot 2,5 jaar (samen met hun ouders) met problemen in de vroege hechtingsontwikkeling, storingen in hun ontwikkeling of symptomen zoals eet- of slaapstoornissen. De nieuwe infrastructuur is geordend rond een grote ‘appartement’-ruimte. Ze biedt het kind – in interactie met zijn ouders – een nieuwe start wat warme levensruimtes aangaat: maaltijden, verzorging, spel of ontspanning, slaapruimte. Deze aanpak ondersteunt het ouderschap en de ontwikkeling van de baby, vooral met behulp van videogesprekken (individueel en/of in groep), workshops psychomotoriek en spel.

De afdelingen van de dienst kinderpsychiatrie hanteren de ‘Snoezel’-zorgmethode in een zintuiglijke omgeving die gericht is op bevordering van communicatie, ontspanning en zintuiglijk-motorische ontdekking. Deze techniek versterkt het welzijn en het interne veiligheidsgevoel van het kind. Dit bevordert ontmoeting, hechting en vertrouwen, en leidt vervolgens tot kalmering en mildering van gedragsstoornissen.

De APPI-afdeling

De APPI-afdeling (APPI = ‘Autisme – Prise en charge Précoce Individualisée’ of ‘Autisme – vroegtijdige persoonlijke aanpak’) onthaalt sinds 2015 kinderen van 18 maanden tot 3 jaar met vroegtijdige communicatiestoornissen die een stoornis in het autismespectrum doen vermoeden. De nieuwe lokalen zijn ontworpen voor deze intensieve therapie die steunt op spel, met een behandelingsvisie die geënt is op de ESDM-methode (Early Start Denver Model) waarbij de kwaliteit van de relatie en de motivatie van het kind centraal staan. Het APPI-project is uniek in België. Geïndividualiseerde zorgdoelstellingen worden opgesteld, gedeeld met de ouders en weer aangepast aan de ontwikkeling van het kind; ze evolueren op basis van geregelde evaluaties van de diverse competentiedomeinen van het kind en zijn omgeving. Andere interventiemethodes worden gebruikt volgens de specifieke behoeften van elk kind, bijv. PECS (picture exchange communication system) of relationele psychomotoriek. Het team verzorgt geregeld ook interventies aan huis en in de andere onthaalmilieus (kinderopvang, peutertuin, school), met een competentieoverdracht naar de families maar ook naar opvang en school. Het kind wordt zo spoedig mogelijk opnieuw geïntegreerd in zijn omgeving.

Sofia Douieb (met de steun van de persbericht van UKZKF)

 

LEES OOK :

Kinderdagverblijf : de website Born in Brussels is geboren!

De website Born in Brussels handelt over de geboorte en de vroege kindertijd in het Brussels Gewest. Het is zojuist officieel ingehuldigd in aanwezigheid van minister Alain Maron en vertegenwoordigers van het kabinet van minister Elke Van den Brandt. Hij staat online sinds april en bevat elke dag meer nieuws, getuigenissen en nuttige tips. Het brede publiek en de professionals vinden er heel wat informatie en een goed gevuld adressenboekje.  

De website is het gevolg van denkwerk dat verschillende actoren uit de Brusselse gezondheidssector aanvatten in 2014: CERE, Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad en Hospichild. Samen bedachten ze een project ter ondersteuning van het ouderschap, de geboorte en de ontwikkeling van jonge kinderen in het Brussels Gewest. Mettertijd vervoegden andere verenigingen en actoren de beweging: Brusano, Bruss’help, Volle Maan Expertisecentrum Kraamzorg, Helder Recht en zelfs vindingrijke stagiairs! De ontwerpfases kregen vanaf 2019 financiële steun van de Gemeenschappelijke GemeenschapsCommissie van Brussel-Hoofdstad. Eind 2021 wordt een subsidie toegekend aan vzw CMDC-CDCS om vorm te geven aan wat vandaag bekend staat als Born in Brussels.    

Een lang creatief proces  

Velen dachten mee na over de kwalitatieve content voor de website. Om te beginnen het Hospichild-team (CMDC-CDCS) met zijn ruim 15 jaar ervaring rond thema’s in verband met ernstig zieke en gehospitaliseerde kinderen. Samen met twee studentes in gezondheidswetenschappen schreef dit team de meeste teksten. Vervolgens werden ze ter goedkeuring voorgelegd aan verschillende professionals. Het team van Sociaal Brussel (CMDC-CDCS) stelde op zijn beurt de lijst met nuttige adressen in Brussel samen. De vermelde adressen op de Born in Bruxelles-website zijn rechtstreeks gelinkt aan het gegevensbestand van Sociaal Brussel en worden dus automatisch geüpdatet. Dan moest het juridische luik aangepakt worden (voor de rubriek ‘Rechten en Procedures’). Daarvoor werkte het CMDC-CDCS samen met vzw Helder Recht om content te importeren naar de pour Born in Brussels-website. Ook die krijgt dus telkens een automatische update. Ten slotte vervoegde een nieuwe collega het CMDC-CDCS-team om het project te begeleiden. Vandaag staan drie mensen aan het roer van Born in Brussels: Emmanuelle Van Besien, coördinator en initiatiefnemer, Rebecca Lévêque, adjunct-coördinator en Sofia Douieb, verbonden aan Hospichild, ter ondersteuning 

De website : inhoud en functionaliteit

De website evolueert onafgebroken en telt heel wat informatieve pagina’s over de kinderwens, de zwangerschap, de bevalling en de vroege kindertijd van 0 tot 2,5 jaar. Hij bevat ook twee lijsten met nuttige adressen in Brussel. De eerste met de gegevens van verenigingen die werken rond de thema’s van de website, en de andere (SOS) met nuttige adressen voor noodhulp. Verder omvat de website ook een grote rubriek over de rechten van ouders en de administratieve verplichtingen in Brussel. Die kwam tot stand in samenwerking met vzw Helder Recht en biedt automatisch geüpdatete juridische info in mensentaal, geschreven door onderlegde juristen. Verder zijn er nog actua, getuigenissen, een agenda met events rond perinataliteit in Brussel en nuttige tips. Een newsletter, een  Facebookpagina, Twitter en LinkedIn-accounts maken het aanbod compleet.

Een troef voor de Brusselse burgers 

Wanneer een jonge of toekomstige Brusselse ouder met vragen zit rond de geboorte en de vroege kindertijd en op het internet op zoek gaat naar antwoorden, vindt hij een massa info op talloze commerciële, overheids- en buitenlandse websites. Voor de komst van Born in Brussels bestond er geen specifieke bron voor Brussel, hoewel de Brusselse bevolking een heel specifiek profiel heeft. Een deel van de bevolking leeft jammer genoeg in armoede (in 2019 leefde 41% van de kinderen en jongeren in een gezin met een inkomen onder de armoedegrens. De situatie is nog prangender voor gezinnen met meerdere kinderen. Met drie kinderen bedraagt het aandeel 46%, met meer dan drie kinderen 56%1), er is de uitgesproken multiculturaliteit, tweetaligheid is een vereiste en de actoren, diensten en reglementeringen verschillen soms sterk van de rest van het land.  Vandaar het belang van een neutrale website met een identieke content in beide landstalen, een Brusselse adressenlijst, een focus op de kwetsbare gezinnen en getuigenissen van lokale mensen. Met andere woorden, alles wat Born in Brussels vandaag is!

Gezinnen, een groot deel van de bevolking

Gezinnen maken bovendien een belangrijk deel uit van de bevolking (in 2021 telde het Brussels Gewest 559.260 gezinnen, waarvan 30 % met 3 personen of meer2. Er woonden 38.990 meisjes en 41.048 jongens van 0 tot 4 jaar3. In het Brussels Gewest wonen ook 65.000 eenoudergezinnen4). Ook met hen moeten we rekening houden en informatie op maat aanbieden. Tenslotte noteert Brussel jaarlijks 22.000 geboorten5, wat aantoont dat de geboorte en de vroege kindertijd een belangrijke rol spelen in het leven in Brussel  

Steun voor de professionals 

De professionals uit de perinatale wereld kunnen eveneens gebruik maken van de informatie en adressenlijsten. Born in Brussels wil een faciliterende perinatale speler zijn in het Brussels Gewest, door een collaboratief netwerk met hen op te bouwen. Zo kunnen zij hun activiteiten (atelier portage, praatgroepen, workshop zwangerschapsdiabetes of tweelingenzwangerschap, zelfhulpgroep alleenstaande moeders enz) promoten via de agenda of een artikel op de website. Ook aankondigingen via de newsletter zijn mogelijk. Born in Brussels wil tevens bijdragen aan uiteenlopende projecten, alle ideeën zijn welkom! We werken nu al samen met ‘Docteur Coquelicot (Wetenschappelijke Vereniging van Huisartsen) om een e-book te creëren met aanbevelingen rond omgevingsfactoren voor, tijdens en na de bevruchting. Wordt vervolgd  

Born in Brussels lanceert zijn communicatiecampagne

De Born in Brussels-website www.bornin.brussels telt meer dan 550 pagina’s en zal net als een gezonde baby nog vele jaren blijven groeien. Een grootschalige communicatiecampagne gericht op het grote publiek is aan de gang en duurt tot 16 oktober 2022!

Rebecca Lévêque, adjunct-coördinator Born in Brussels voor CMDC-CDCS

 

Contactgegevens 

Coördinator: Emmanuelle Van Besien – www.bornin.brusselsinfo@bornin.brussels – 02 639 60 29

CDCS-CMDC – https://www.cdcs-cmdc.be/ – Verenigingsstraat 151000 Brussel 

 

LEES OOK: