Nieuws

Het Kinderziekenhuis sensibiliseert voor de zintuiglijke ontwikkeling van vroeggeboren baby’s

(Artikel van 2019)

Zondag 17 november was de Werelddag van het Vroeggeboren Kind. Enkele dagen eerder organiseerde het Kinderziekenhuis Koningin Fabiola een sensibiliseringsdag rond dit thema. Op het programma stonden een geleid bezoek aan de dienst Intensieve Neonatale Zorgen, een zintuiglijke immersiesessie om de waarnemingen van vroeggeboren baby’s te ontdekken en stands met info over de vele vrijwilligersinitiatieven rond neonatologie (Les Câlineurs de bébés, Petite Pieuvre Sensation Cocon…)

 

10 uur ’s ochtends. Het Universitair KinderZiekenhuis Koningin Fabiola. De dag van het vroeggeboren kind begint met een bezoek aan het hart van de dienst Neonatale Intensieve Zorgen (NIC). Daar verblijven jaarlijks 300 tot 350 vroeggeboren baby’s (geboren voor 37 weken) gedurende gemiddeld 16 dagen. Er zijn 20 ‘bedden’ in de gemeenschappelijke kamer, de zorglokalen en de moeder-kindunit (Koala), die 24/24 uur beschikbaar zijn voor de ouders.

We houden halt voor een couveuse (de zorgkundigen spreken liever over een incubator), met daarrond een hele rits complexe apparaten, een onafgebroken piepgeluid, gedempt licht… Twee verpleegkundigen bekommeren zich om de kleine Hazenat (27 weken), die bijna in de omgeving lijkt te verdwijnen.

“7 tot 8 % van de kinderen wordt te vroeg geboren”

Dr. Anne-Britt Johansson, diensthoofd neonatologie, somt met gedempte stem enkele feiten over prematuriteit op: “In België komen 7 tot 8% van de baby’s te vroeg op de wereld. In 80% van de gevallen weten we dat op voorhand en kunnen de ouders zich voorbereiden. Er bestaan drie graden van prematuriteit: extreem (voor 28 weken), ernstig (tussen 28 en 32 weken) en matig (tussen 32 en 36 weken). Het aantal ernstige prematuren blijft ongeveer gelijk, maar het aantal matige prematuren is sterk gestegen, omwille van de hogere leeftijd waarop vrouwen kinderen baren.”

Multidisciplinaire opvang

“De vroeggeboren baby is op elk gebied onvoldoende ontwikkeld: hart en bloedvaten, spijsverteringstelsel, zenuwstelsel…, vervolgt dr. Johansson. “Dat vergt dus een multidisciplinaire benadering en een extreme waakzaamheid. Zo moeten we de baby bijvoorbeeld op een temperatuur van 36°C houden, een lichaamstemperatuur van 35°C kan zeer gevaarlijk zijn. Het kind kan nog niet eten en krijgt dus voeding en medicatie toegediend via mini-catheters. Extreme prematuren zoals Hazenat krijgen ook zuurstof toegediend. Wat de neurologische aspecten betreft, zijn de zintuigen nog niet ontwikkeld. Die moeten we dus maximaal beschermen.” 

Immature zintuigen

Het beschermen van de zintuigen van vroeggeboren baby’s is inderdaad essentieel, want door het feit dat die zich nog moeten ontwikkelen zijn ze zijn bijzonder gevoelig en in een permanente staat van uiterste waakzaamheid. Dankzij de workshop ‘zintuigelijke immersie om de waarnemingen van vroeggeboren baby’s te ontdekken’, die dr. Annick Le Bruin (adjunct-diensthoofd neonatologie) gaf op de gelijkvloerse verdieping, konden de deelnemers ondervinden wat de baby’s dagelijks ondergaan. Een blinddoek, zachte muziek, gedempt licht, de geur van alcohol, oorverdovend lawaai, het gevoel van een veer op het aangezicht, water op de handen… Alle zintuigen werden sterk gestimuleerd en dit werd uiteindelijk ervaren als onaangenaam. “Stel je voor wat dat moet betekenen voor een vroeggeboren kind, zegt dr. Le Bruin wanneer iedereen zijn oogmasker verwijdert. 

 

Zintuigelijke bescherming

De NIC-dienst beschikt over verschillende middelen om het overstimuleren van de zintuigen te voorkomen. Voor het zicht dempt men niet alleen het licht op de volledige afdeling, maar gebruikt men ook donker- of lichtblauwe dekens (naargelang de graad van prematuriteit) boven de couveuses.

Wat het gehoor betreft gaat een detector in de vorm van een oor rood oplichten wanneer het aantal decibels te hoog ligt. “En dat gebeurt vaak ,betreurt dr. Le Bruin. Daarom organiseert ze soms stille dagen, waar ze ouders en medewerkers vraagt om hier extra waakzaam voor te zijn. 

De tastzin is het enige zintuig dat je niet kunt afsluiten. Daarom moet men voldoende voorzorgen in acht nemen, geen bruuske bewegingen maken en ervoor zorgen dat de baby altijd in foetushouding ligt. Bij de verzorging zijn altijd twee verpleegkundigen aanwezig, de eerste voor de louter technische aspecten, de andere om het kind gerust te stellen.

Ook de geurzin krijgt aandacht. Onaangename geuren, zoals alcohol, worden maximaal vermeden en vervangen door de geur van de moeder, bijvoorbeeld door haar t-shirt in de couveuse te leggen. Anderzijds wordt huidcontact aanbevolen, zowel wat de geur als de tastzin betreft.

De vrijwilligers van de intensieve neonatologie

Iets verder in de gang op de gelijkvloerse verdieping staan een aantal stands om de initiatieven van vrijwilligers binnen de NIC voor te stellen. Vzw Petite Pieuvre Sensation Cocon wordt vertegenwoordigd door mensen die kleine inktvisjes breien om de vroeggeboren baby’s te troosten. Zij ‘spelen’ met de tentakels en hebben zo minder de neiging om aan de catheters te trekken. Bovendien stimuleert dit hun handjes. Les Câlineurs de bébés (babyknuffelaars- red) bekommeren zich om de baby’s en hun zintuigelijke ontwikkeling op momenten dat de ouders niet aanwezig kunnen zijn. (Weldra meer nieuws over deze vzw op de website van Hospichild).

Koala-unit

We keren nogmaals terug naar de NIC-dienst voor een bezoek aan de moeder-kindunit Koala met dr. Johansson. Ouders kunnen in 5 kamers met neutrale decoratie (positieve noch negatieve connotaties) bij hun kind overnachten en er onafgebroken bij blijven in een vrij intieme setting. Op medisch gebied is alles voorzien (lucht, zuurstof, CPAP, centrale catheter).

“Er is een tweeling onderweg naar onze dienst en twee verpleegkundigen zijn afwezig… Ik moet terug aan de slag, besluit het diensthoofd, die naar aanleiding van de Werelddag van het Vroeggeboren Kind een unieke inkijk gaf in haar afdeling. 

 

Thuisongevallen: de Gezinsbond zet reuzenstappen vooruit

Thuisongevallen zijn veel ernstiger en komen vaker voor dan men denkt: het is de belangrijkste oorzaak van dodelijk en invaliderende letsels, vooral bij kinderen tussen 0 en 5 jaar. Dit betekent dat jaarlijks kinderen sterven of gehandicapt worden als gevolg van vergiftiging, brandwonden of vallen in huis. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, trekken de Ligue des Familles en de Gezinsbond met het Reuzenhuis door België.

©Sofia Douieb

Als je dit reusachtige huis met zijn oversized meubilair binnenkomt, wekt het eerst gelach en verbazing op. Dan komt reflectie en bewustwording. Overal schuilt gevaar: een veel te hoge stoel, een veel te groot en scherp mes dat op de snijplank ligt, een strijkijzer dat kan vallen, een gigantisch rondslingerend geneesmiddel, waspoeder dat binnen handbereik ligt, een veel te diepe badkuip…

Enge virtuele ervaring

Aan de ingang van het Reuzenhuis staan audiogidsen klaar (in 6 talen!), die bij iedere gevaarlijke situatie of plaats aangeeft hoe ongelukken kunnen worden voorkomen : laat geen ongepaste voorwerpen rondslingeren, doe beschermhoesjes over de stopcontacten, laat het kind nooit alleen in bad of op het aankleedkussen, bewaar medicijnen en schoonmaakmiddelen hoog of in een kast die op slot is… Sinds dit jaar staan ook Virtual en Augmented Reality op de agenda om de ervaring nog realistischer en nog angstaanjagender te maken.

Verontrustende cijfers

De reden waarom de Ligue des Familles zo aandringt op het voorkomen van thuisongevallen, is omdat de cijfers absoluut onthutsend zijn. Zoals de Ligue opmerkt: “Uit Europese studies blijkt dat het aantal dodelijke ongevallen in en rond het huis drie keer zo hoog is als in auto’s. Thuisongevallen zijn zelfs de belangrijkste oorzaak van dodelijk en invaliderende verwondingen”.  Het Reuzenhuis bestaat al meer dan 30 jaar aan de Vlaamse kant. Voor Brussel en Wallonië is dit een primeur.

Voor wie is het Reuzenhuis bedoeld?

Bij de voorstelling van het Reuzenhuis aan professionelen in de kinderzorg zei Elke Van den Brandt, minister van Mobiliteit en Verkeersveiligheid: “Dit soort ludieke initiatieven is van groot belang om iedereen die betrokken is bij de opvoeding van een kind bewust te maken van het belang om altijd waakzaam te blijven!  Ook de vereniging Pinocchio, die de belangen en het welzijn van verbrande kinderen en adolescenten in België behartigt, was ter plaatse. De vereniging vervolledigt en draagt bij tot de preventie van thuisongevallen bij de 300.000 gezinnen met een kind dat jonger is dan 5 jaar, bij grootouders of professionelen in de kinderzorg.

→ Meer info over het evenement op de website van het Reuzenhuis
→ Het Reuzenhuis is tot april 2022 op verplaatsing in heel België

 

À LIRE AUSSI :

Overwinning voor kinderartsen bij de Raad van State: baby’s hebben weer een gezicht!

Het is officieel, en het is heel goed nieuws voor de Belgische pediatrische wereld: de Raad van State heeft het KB van 2 december 2018, betreffende de uitvoering van de wet van 19 juli 2018 die de financiering regelt als ‘forfait laagvariabele zorg voor moeder en baby’, gedeeltelijk vernietigd. Dit is een echte overwinning voor de beginselen die worden verdedigd door de Belgische Beroepsvereniging van Kinderartsen, die al bijna twee jaar voor deze zaak strijden. 

©Wavemakers

 

Ter herinnering: begin 2019 mobiliseerden de Belgische Beroepsvereniging van Kinderartsen (via de Belgische Academie voor Pediatrie en de aangesloten verenigingen) tegen de financieringswet ‘forfait laagvariabele zorg voor moeder en de baby’ van minister van volksgezondheid Maggie De Block (met onder andere de campagne “Geef ons een gezicht“). Zij hadden toen samen met de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten beslist om tweemaal beroep aan te tekenen: enerzijds bij de Grondwettelijke Raad tegen de wet van 19/07/2018 omwille van de discriminatie van de pasgeborene en anderzijds bij de Raad van State tegen het KB dat van toepassing is vanaf 02/12/2018. Bijna twee jaar later worden hun verzuchtingen gehoord.

Discriminatie van de pasgeborene

Het probleem met de financieringswet volgens het ‘forfait laagvariabele zorg’ deed zich vooral voor op het ogenblik van een bevalling aangezien moeder en kind hetzelfde pakket deelden. Dit betekende dat eventuele complicaties van een pasgeboren baby niet werden gedekt, aangezien de baby aan zijn moeder werd gelijkgesteld en dus niet werd gezien als individu of patiënt met eigen rechten. Voor de Belgische kinderartsen stond dit gelijk aan discriminatie. Deze onrechtvaardigheid is nu rechtgezet!

Schending van het gelijkheidsbeginsel

De Raad van State heeft dus uitspraak gedaan. Zij is het met de kinderartsen eens dat voor pasgeborenen met een ernstgraad van 3 of 4 en die behoren tot de patiëntengroepen in verband met de bevalling, het risico bestaat dat het niveau van gezondheidsbescherming tijdens het verblijf van de moeder in het ziekenhuis wordt verlaagd. Door deze pasgeborenen, tijdens het verblijf van de moeder in het ziekenhuis, aan hetzelfde financieringssysteem te onderwerpen als pasgeborenen met ernstgraad 1, schendt het KB dus het gelijkheidsbeginsel. “Dit gelijkheidsbeginsel wordt zelfs twee keer geschonden”, verklaart de Groupement Belge des Pédiatres de Langue Française op haar website. “Omdat alle andere patiënten met een ernstgraad 3 of 4 zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de globale financiering van het prospectieve bedrag, terwijl dit niet het geval is voor pasgeborenen met een ernstgraad 3 of 4 gedurende de periode dat de moeder nog in het ziekenhuis ligt”.

 

LEES OOK :

Kliniek Sint-Jan verkrijgt voor de vierde keer het ‘Babyvriendelijk Ziekenhuis’ label

Net als de Iris Ziekenhuizen Zuid (in 2020), werd Kliniek Sint-Jan onlangs voor de vierde keer op rij bekroond tot ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’ (BFHI). Met dit kwaliteitslabel, dat in het leven werd geroepen door de WGO en UNICEF, erkent de FOD Volksgezondheid de inspanningen die materniteiten doen om moeders en pasgeborenen de beste kansen te geven op gezondheid en welzijn.

In Brussel verkregen slechts zes materniteiten dit label dat om de vier jaar wordt toegekend: UMC Sint-Pieter (Iris), de Iris Ziekenhuizen Zuid, UMC Brugmann-UKZKF, Erasmus Ziekenhuis, Kliniek Sint-Jan en CHIREC – E.Cavell. De Iris Ziekenhuizen Zuid en het UMC Sint-Pieter waren de eersten in  2006. De Kliniek Sint-Jan kreeg het label voor het eerst in 2008. Dat houdt in dat ze sindsdien onafgebroken werk maken van een betere zorg en communicatie naar de  toekomstige ouders.

→ LIJST MET DE 27 ZIEKENHUIZEN MET BFHI-LABEL (2020)

Toekenning van het label om de vier jaar

Om de vier jaar onderzoekt een internationaal auditcomité van de WGO en UNICEF, samen met de FOD Volksgezondheid, welke Belgische ziekenhuizen voldoen aan de criteria voor het verkrijgen van het ‘Babyvriendelijk Ziekenhuis’ label. Zo moeten alle zorgverleners en artsen die werken in de diensten en consultaties voor moeder-baby de toekomstige ouders uitgebreid inlichten over de verschillende aspecten van borstvoeding. Bovendien moet worden aangetoond welke concrete initiatieven er bestaan om moeders en baby’s te steunen. Het doel is om elke baby vanaf de geboorte de beste kans op succesvolle borstvoeding te geven.

Criteria om het label te behalen

Om het BFHI-label te verkrijgen moet een materniteit beantwoorden aan welomlijnde criteria:

  • de tien voorwaarden toepassen die borstvoeding promoten (bv. een borstvoedingsbeleid goedkeuren dat schriftelijk is geformuleerd en systematisch bekend is gemaakt aan het personeel in de gezondheidszorg, het volledige personeel in de gezondheidszorg de nodige vaardigheden geven om dit beleid uit te voeren, alle zwangere vrouwen informeren over de voordelen van borstvoeding en de praktijk ervan…)
  • de fysieke en psychische behoeften van de moeders tijdens de arbeid en de bevalling respecteren, Mother Friendly care;
  • de gezinnen beschermen tegen alle commerciële invloeden wat zuigelingenvoeding betreft, zodat de praktijk van gezondheidswerkers niet negatief wordt beïnvloed.

Kliniek Sint-Jan, bijzonder trots op dit label

In een persbericht zegt Sabine Van de Pol, zorgcoördinator bij Kliniek Sint-Jan: “Als kliniek zijn wij ervan overtuigd dat borstvoeding de beste start is voor een pasgeboren baby, en wij steunen dan ook de visie van het ‘Babyvriendelijk Ziekenhuis’ label. Moeders die geen borstvoeding geven, worden uiteraard ook met onze beste zorgen ondersteund. Voor de vroedvrouwen, gynaecologen en andere collega’s op de materniteit, de neonatologie, de kindergeneeskunde en de verloskamer is dit label een grote erkenning van hun dagelijkse inspanningen om gezinnen en baby’s alle kansen op succesvolle borstvoeding te geven. In de komende jaren zullen de zorgverleners van de verschillende eenheden voor moeder en baby nauw blijven samenwerken om (toekomstige) ouders en baby’s de best mogelijke zorg te bieden.

LEES OOK :

Een (wereld)dag in de leefwereld van doven

Werelddovendag (WDD) is een internationaal evenement dat over de hele wereld wordt gevierdDit jaar vond, zaterdag 25 september, de 27e editie plaats in Brussel met als thema “Culture et Arts Sourds”. Hospichild was voor jou ter plaatse. Hier is het verslag. 

Foto : Sofia Douieb

Op de Vismarkt, in het centrum van Brusselwaar de festiviteiten werden gehouden in het kader van de Werelddovendag, was de stilte bijzonder opvallend. Turquoisede symboolkleur van doven, was overal; op kleren, ballonnen, posters…  Aan de rechterkant van de ingang stonden meerdere witte tenten tegenover elkaar opgesteld. Die boden onderdak aan leden van verschillende verenigingen. De meesten van hen zwaaiden enthousiast met hun handen. Aan de overkant stond een groot podium met een spandoek, net voor een aantal nog lege stoelen. Daar zullen even later de toespraken (tweetalig Frans-Franstalige gebarentaal van Franstalig België) plaatsvinden van minister Karine Lalieux, de schepen belast met gelijke kansen van de stad Brussel, de leden van de vereniging die het evenement organiseert, de Fédération francophone des sourds de Belgique (FFSB). 

Een van de belangrijkste culturele dagen voor de dovengemeenschap

Elk jaar is 25 september één van de belangrijkste culturele dagen voor de dovengemeenschap. Niet alleen omdat het de gemeenschap de mogelijkheid biedt elkaar te ontmoeten, maar ook omdat het haar acties bevordert door een breed publiek kennis te laten maken met haar cultuur, haar gebarentaal en haar waarden. De middag stond open voor iedereen: doven, slechthorendenhorendendoofstom of nietprelinguaal en postlinguaal doven of slechthorend. Het evenement heeft een breed publiek bijeengebracht, een voorbeeld van inclusie. De enige moeilijkheid: je als horende richten tot iemand die je echt kan horen… 

Verenigingen die zich specifiek inzetten voor dove kinderen

Foto : Sofia Douieb

Ter herinnering: Hospichild is een website gewijd aan zieke, gehospitaliseerde of gehandicapte kinderen in het Brussels Gewest. Op deze dag ging de aandacht uiteraard uit naar de stands of verenigingen die zich specifiek inzetten voor de hulp en de ondersteuning van dove kinderen: CREE, ApedafComprendre et Parler. De eerste vereniging, CREE (Collectif Recherche Et Expression), die onlangs haar 40-jarig bestaan heeft gevierd, is een jeugdorganisatie die zich inzet voor dove en slechthorende kinderen en jongeren; zij biedt hun onder meer toegang tot een groot aantal vrijetijdsactiviteiten. De tweede verenigingApedaf (Association des Parents d’Enfants Déficients Auditifs Francophones) richt zich op de ontwikkeling van dove en slechthorende kinderen; zij heeft bijvoorbeeld de campagne “Tu écoutes de la musique, attention aux risques!” gelanceerd en staat op het punt in november een andere campagne te lanceren, die het bewustzijn over communicatie tussen dove en horende jongeren zal vergroten. De derde vereniging ten slotte, Comprendre et Parler, tracht een geïndividualiseerd project voor het dove kind uit te bouwen, dat erop gericht is zijn of haar mogelijkheden en taalvaardigheden maximaal te ontwikkelen en zijn of haar persoonlijke ontwikkeling en autonomie te bevorderen. 

“Het is aan de maatschappij om zich aan te passen aan mensen met een handicap, niet andersom”

Karine Lalieux, Minister voor gehandicapten – Foto : Sofia Douieb

Op het podium begonnen de toespraken met een herinnering van de FFSB: “Het VN-verdrag inzake gehandicapten wordt nog steeds niet toegepast en de situatie evolueert niet; een hervorming is nodig binnen maximum 2 jaar!”  Karine Lalieux, de minister belast met gehandicapten, die ook op het podium staat is niet tegen dit idee. Voor haar “is het aan de maatschappij om zich aan te passen aan gehandicapten, niet andersom”. Wat met name doven betreft, heeft mevrouw Lalieux reeds enkele concrete maatregelen op federaal niveau voorgesteld: de oprichting van een pool van tolken gebarentaal om de openbare diensten meer inclusief te maken en een breder gebruik van gebarentaal in de federale communicatie. Tot slot gaf Lydia Mutyebele Ngoi, schepen van gelijke kansen van de stad Brussel, enkele kerncijfers (100.000 doven in Brussel en 1 miljoen in België), terwijl ze eraan herinnerde dat “het de wil van het college is om mensen met een handicap, en in het bijzonder doven, op een meer globale en systematische manier in de samenleving op te nemen. En hij ze voegde eraan toe dat “een aanpassing van openbare ruimten” is noodzakelijk om op te komen voor inclusie; deze dag is weer een kleine stap in die richting!  Een toespraak die met tientallen opgeheven handen, ronddraaiend, een groot “applaus” kreeg. 

Sofia Douieb

 

LEES OOK :