Nieuws

Terugbetaalde zorgtrajecten voor jongeren met eetstoornissen

Volgens onderzoekscentrum en Belgisch instituut voor gezondheid Sciensano lijdt 7% van de jongeren aan obesitas. Onder hen is er bij 12% van de tien- tot zeventienjarigen een vermoeden van een eetstoornis, waarbij meisjes twee keer zoveel als jongens worden getroffen. Om het evenwicht te herstellen heeft het RIZIV een geïntegreerd en multidisciplinair gezondheidszorgsysteem opgezet. Dat heeft als doelstelling jongeren te helpen een evenwichtig voedingspatroon (terug) te vinden en hun gezondheid zelf in han­den te nemen.

Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) biedt zorgtrajecten aan om jongeren te helpen zich goed te voelen over zichzelf en hun lichaam. Alleen het remgeld moet worden betaald. In het licht van de groeiende zorgvraag is het belangrijk om gevallen van anorexia nervosa, binge eating disorder of boulimia nervosa vroeg op te sporen, zodat artsen, diëtisten en psychologen multidisciplinaire zorg kunnen bieden.

De eerste stap is erover praten met een arts

De eerste tekenen moeten worden opgemerkt om te kunnen voorkomen dat de gezondheidstoestand van een jongere verslechtert. Dat kunnen de ouders zijn, maar ook een huisarts of andere gezondheidsprofessional kan aan de alarmbel trekken. Vervolgens kunnen artsen advies geven over de meest geschikte zorg naargelang de situatie van de jongere, een gezondheidscheck-up uitvoeren of doorverwijzen naar specialisten zoals diëtisten of andere zorgverleners. Daarnaast kan de huisarts of kinderarts zo nodig een zorgtraject opstarten, met toestemming van de jongere zelf of zijn of haar verantwoordelijke als de jongere nog geen achttien is.

Zorgtrajecten op maat

Op de website van het RIZIV staat dat de zorgtrajecten gebaseerd zijn op een multidisciplinaire aanpak en geïntegreerde zorg, waarbij elke patiënt die zorg nodig heeft op het gebied van gezonde voeding en diëtetiek kan rekenen op een divers team van gespecialiseerde professionals (artsen, diëtisten, psychologen, enz.). Jonge patiënten worden individueel behandeld en de zorg wordt in overleg met andere specialisten op hun specifieke situatie afgestemd. Dit zijn de verschillende zorgtrajecten:

→ Meer informatie: website van het RIZIV of ovcomeddir@riziv-inami.fgov.be

Symposium over voeding en gezondheid

De FOD Volksgezondheid organiseert een symposium over het terugdringen van obesitas en ziekten die verband houden met voeding in België. Het is bedoeld voor gezondheidszorgprofessionals en biedt actoren de gelegenheid om beste praktijken uit te wisselen, deel te nemen aan panelgesprekken en te netwerken om samen strategieën voor een betere gezondheidszorg te bedenken.

→ Praktische informatie: 

Wanneer? Woensdag 10 september 2025 van 8.30 tot 16.45 uur
Waar? Résidence Palace, Brussel
Moderator: Sofie Dumont, Lady Chef. Met exclusieve gast Anna Taylor (The Food Foundation, UK) en in aanwezigheid van Hare Majesteit de Koningin.
Schrijf je in vóór 20 augustus via het inschrijvingsformulier.

LEES OOK: 

Nieuw in het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (UKZKF): de baby-eenheid

In zaal 68 van het UKZKF vind je voortaan de nieuwe baby-eenheid. Die is speciaal ontwikkeld voor baby’s van 0 tot 2 jaar, die meestal in het ziekenhuis worden opgenomen voor acute, chronische of postoperatieve aandoeningen. Daar krijgen ze geavanceerde multidisciplinaire zorg, waarbij hun ouders een centrale rol spelen.

Baby’s hebben baat bij gespecialiseerde opvolging, vooral als ze zeer prematuur zijn, pediatrische palliatieve zorg nodig hebben of misvormingen of ontwikkelingsachterstanden vertonen. De samenwerking met de andere ziekenhuisdiensten garandeert de continuïteit van het zorgtraject, en zorgt ervoor dat het wordt uitgestippeld vanuit een co-creatieoogpunt. “Het onthaal van families staat centraal in onze zorgvisie”, benadrukt het UKZKF.

“Onze teams werken dagelijks samen met alle specialisten van het UKZKF om een multidimensionale aanpak te garanderen, afgestemd op de medische, nutritionele, psychologische en sociale noden van elk kind. Na de hospitalisatie zorgt de baby-eenheid ook voor de verdere opvolging van de patiënten en helpt ze ouders bij het plannen van ambulante afspraken in het ziekenhuis”, vervolgt het UKZKF.

 Ouders ondersteunen en betrekken

De eenheid organiseert een aantal preventieve acties om de ouder(s) te begeleiden in hun (nieuwe) rol:

  • ouders opleiden: eerste zorgen (dragen, hygiëne en voeding), postoperatieve zorgen (schisis), aangepaste voeding bij voedselaversie of voedingsproblemen;
  • borstvoeding ondersteunen, met de hulp van een lactatiekundige;
  • het ouderschap ondersteunen: postnatale depressie opsporen, mishandeling voorkomen in samenwerking met SOS Enfants. Een psychologe en een diëtiste komen regelmatig langs op alle kamers;
  • systematisch preventief opvolgen: groeiachterstand (lengte/gewicht), vaccinatie-achterstand en ontwikkelingsstoornissen opsporen.

“Hechting is een pijler van de ontwikkeling op deze leeftijd. Die mag niet op pauze worden gezet door een ziekenhuisopname”, zegt dr. Nathalie Genis, de kinderarts die verantwoordelijk is voor de eenheid.

Gezinnen een centrale rol geven

Elk detail is zo bedacht om een gezinsvriendelijke omgeving te creëren. De eenheid heeft uitsluitend eenpersoonskamers die allemaal zijn uitgerust met een bed voor een van de ouders. Zo kunnen ouders en hun kinderen er de klok rond samen verblijven en blijft de hechting behouden. Er is zelfs een kitchenette en een speelruimte waar opvoeders en clowns de kinderen komen opvrolijken. Bovendien kan de Robert Duboisschool, die verbonden is aan het UKZKF, educatieve en psychologische begeleiding bieden bij langdurige ziekenhuisopnames. De vzw “Les Câlineurs de Bébés” (De Babyknuffelaars) kan uitgeputte ouders ook even respijt geven.

Verpleegkundige expertise bieden en eetstoornissen aanpakken

UKZKF ©

Een team van gespecialiseerde verpleegkundigen volgt de specifieke behoeften van de opgenomen baby’s nauwlettend op. Om consistente zorgkwaliteit te bevorderen, beschikken ze over apparatuur van topkwaliteit voor centrale monitoring (apneu, malaise, hartritmestoornissen, enz.) en zelfs high-flow neuscanules (HFNC). Dankzij de grondige expertise van de verpleegkundigen met HFNC’s, bieden die canules meer ademcomfort, verdragen de kinderen ze beter en is continue toezicht mogelijk.

Voedingsproblemen zijn in stijgende lijn en vormen dan ook een van de belangrijkste aandachtspunten van de baby-eenheid. Eetmoeilijkheden en zuigstoornissen vereisen de tussenkomst van een gespecialiseerd team van kinderartsen, kinesisten, logopedisten en psychologen. Om gezinnen te kunnen begeleiden moeten eerst de oorzaken gekend zijn, voordat de weg naar opnieuw zelfstandig eten kan worden aangevat.

→ Meer informatie over de baby-eenheid

↓ Maak kennis met de baby-eenheid in dit filmpje (UKZKF) ↓

LEES OOK: 

Kinderpsychiatrie: BACAP, de nieuwe nationale beroepsvereniging

Onlangs werd de Belgian Association of Child and Adolescent Psychiatry (BACAP) opgericht. Die nieuwe vzw verenigt alle kinderpsychiaters van het land en is gebaseerd op een nauwe samenwerking tussen Franstaligen en Nederlandstaligen. Hun ambitie is duidelijk: enerzijds hun specialisme verdedigen en anderzijds de geestelijke gezondheidszorg toegankelijker en sneller maken en beter laten aansluiten op de behoeften van kinderen en jongeren. Met een solide basis via de VVK en de APPIJF ijvert BACAP voor een aparte erkenning van de kinder- en jeugdpsychiatrie als volwaardig specialisme. Het vakblad De Specialist sprak met dr. Sofie Crommen, de voorzitter van de vereniging.

{Interview met dr. Sofie Crommen, voorzitter van BACAP, door De Specialist}

“De vereniging wil niet alleen de belangen van de kinder- en jeugdpsychiaters behartigen, maar ook structureel bijdragen aan een geestelijke gezondheidszorg die écht werkt voor kinderen en jongeren: tijdig, toegankelijk en afgestemd op hun noden. BACAP zet zich in voor een sterke vertegenwoordiging op alle beleidsniveaus, voor kwaliteitsvolle opleiding en praktijkvoering en interdisciplinaire samenwerking. Een belangrijk speerpunt is het streven naar een aparte erkenning van kinder- en jeugdpsychiatrie als volwaardig specialisme. Momenteel bestaat enkel een algemene erkenning als arts-specialist in de psychiatrie op niveau 2, met kinder- en jeugdpsychiatrie als subspecialisatie op niveau 3. Dat doet geen recht aan de complexiteit en specifieke expertise van ons vakgebied. 

BACAP vzw verenigt kinder- en jeugdpsychiaters uit alle regio’s van het land en bouwt voort op bestaande netwerken. De banden met de Vlaamse Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie (VVK) en haar Franstalige tegenhanger, de Association Professionnelle des Psychiatres Infanto-Juvéniles Francophones (APPIJF), zijn niet alleen hecht, maar ook structureel verankerd.

Als oprichtend voorzitter van BACAP en nu al 16 jaar voorzitter van de VVK, kan ik mijn ervaring en engagement ten goede laten komen van de hele Belgische kinder- en jeugdpsychiatrie, in nauwe samenwerking met mijn collega Benjamin Wolff, voorzitter van de APPIJF en ondervoorzitter van BACAP. Die samenwerking maakt van BACAP een breed gedragen en representatieve beroepsvereniging die vertrekt vanuit expertise en gedeeld engagement.”

Prioriteiten herdefiniëren: zet ambulante zorg op de eerste plaats

“De geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren staat zwaar onder druk. Meer dan ooit worden jongeren geconfronteerd met uitdagingen zoals sociale media, prestatiedruk, gezinsproblemen of onveilige opvoedingssituaties. Onderzoek toont aan dat zo’n 6% van de jongeren kampt met ernstige psychische aandoeningen. Hoewel recente investeringen in psychologische hulp van de eerste lijn voor lichte tot matige klachten een stap vooruit zijn, blijft de zorg voor jongeren met ernstige psychische problemen onderbelicht. BACAP wil de nood aan toegankelijke, goed georganiseerde ambulante zorg voor deze doelgroep stevig op de agenda zetten.

Vandaag ligt de nadruk nog te vaak op residentiële opvang, terwijl ambulante zorg, die beter aansluit bij de leefwereld van het kind of de jongere, meestal de beste keuze is. Een opname is lang niet altijd nodig, maar een snelle, deskundige inschatting en een gepast vervolgtraject is wél cruciaal. Deze trajecten ontbreken vandaag veelal. Het aanbod aan ambulante consultaties is uiterst schaars, en mobiele teams zijn voorbehouden voor complexe kinderpsychiatrische problemen die hulp aan huis vereisen. Daardoor komen kinderen vaak pas in beeld wanneer de problemen al geëscaleerd zijn.”

Een goed uitgebouwde tweede lijn, gebaseerd op samenwerking

“BACAP pleit dan ook voor een goed uitgebouwde tweede lijn, gebaseerd op multidisciplinaire samenwerking. Denk aan ambulante praktijken waar een praktijkassistent administratieve en medische ondersteuning verleent en klinisch psychologen en orthopedagogen op medische indicatie psychodiagnostiek, psycho-educatie en gespecialiseerde therapieën aanbieden. Dat is een realistisch model – op voorwaarde dat kinder- en jeugdpsychiaters de financiële ruimte krijgen om een team uit te bouwen én psychologische zorg van de tweede lijn structureel wordt terugbetaald.

Momenteel verhindert het gebrekkige terugbetalingssysteem echter een vlotte samenwerking. Psychologen en orthopedagogen van de tweede lijn worden niet systematisch vergoed, waardoor essentiële zorg wegvalt of sterk vertraagt. Kinderpsychiaters staan er vaak alleen voor, terwijl samenwerking met andere professionals cruciaal is voor een doeltreffend en duurzaam behandelplan.”

Een gezamenlijke inspanning

“Met BACAP willen we als beroepsgroep het verschil maken. We bouwen aan een dynamisch netwerk van geëngageerde specialisten, betrekken assistenten in opleiding en gaan actief in dialoog met andere zorgverstrekkers, patiëntenverenigingen en beleidsmakers. Dankzij onze vertegenwoordiging in werkgroepen, de Franstalige en Nederlandstalige erkenningscommissies, accrediterende organen en adviesraden dragen we bij aan kwalitatieve opleidingen en een betere erkenning. Bovendien maken we de maatschappelijke rol van onze discipline beter bekend.

Met onze nieuwe beroepsvereniging kiezen we resoluut voor verbinding: tussen collega’s, met de bredere zorgsector en de hele samenleving. Want kinderen en jongeren verdienen een geestelijke gezondheidszorg die écht op hen is afgestemd. Vanuit expertise, betrokkenheid en gedrevenheid nemen wij als kinder- en jeugdpsychiaters onze verantwoordelijkheid op.”

 

LEES OOK: 

Mantelzorgers: nieuwe rechten krijgen eindelijk vorm!

23 juni is de Dag van de Mantelzorg in Nederlandstalig België (en 21 juni voor de Franstaligen). Dit is een kans voor Hospichild om de evoluties in de sector op het vlak van rechten en voordelen onder de aandacht te brengen. Al vele jaren leveren deze brengers van licht in de schaduw een stille strijd, in afwachting dat hun omstandigheden verbeteren. Nu komt er eindelijk zicht op een statuut voor deze mensen die onvermoeibaar voor hun zieke of gehandicapte naasten zorgen.

Hoewel de wet uit 2020 een keerpunt betekende met de invoering van een officieel statuut, gaat ze niet erg ver. Het ingevoerde mantelzorgverlof blijft weinig toegankelijk, zowel wat betreft de duur als de toekenningscriteria ervan. Maar er komt schot in de zaak: zo zien een aantal praktische initiatieven het licht om het dagelijks leven te verbeteren van personen die zorgen voor een afhankelijk familielid (in het bijzonder zieke of gehandicapte kinderen) of broers of zussen van jonge mantelzorgers. Hieronder een overzicht van de geboekte vooruitgangen:

Aanpassingen voor jonge mantelzorgers in het hoger onderwijs

Aan de Université Libre de Bruxelles (ULB) kunnen jongeren die regelmatig voor een zieke ouder of broer of zus zorgen het statuut van student met specifieke behoeften verwerven, op voorwaarde dat ze als mantelzorger zijn erkend door hun ziekenfonds. Dat statuut geeft hen recht op:

  • een minder zwaar lesprogramma;
  • aanpassingen aan uurroosters of cursussen;
  • een aangepaste examenplanning;
  • en, bovenal, de inachtneming van hun gezinssituatie bij hun pedagogische opvolging.

Het kan een kleine opluchting zijn voor deze jonge mensen die, bovenop hun studies, vaak zware verantwoordelijkheden op zich nemen voor hun leeftijd. Andere universiteiten hebben hier belangstelling voor, wat de hoop wekt dat dit soort ondersteuning misschien op grotere schaal zou kunnen worden toegepast.

→ Klik hier voor meer info.

Enig soelaas voor ouders … of toch op parkeervlak

Als je vaak op verplaatsing moet parkeren om je kind in het ziekenhuis te bezoeken of mantelzorg te verstrekken aan huis, lopen de parkeerkosten al snel op. Het goede nieuws is dat sommige Belgische steden hebben besloten actie te ondernemen.

  • Brussel biedt een jaarlijkse parkeerkaart ter waarde van 75 euro aan, die geldig is in de zone van de ontvanger van de mantelzorg (mogelijk zelfs in meerdere sectoren).
  • Luik gaat nog een stapje verder en pakt uit met een gratis abonnement van 6 maanden voor mantelzorgers in de zone waar hun naaste verblijft.

Nog op het vlak van mobiliteit verbiedt de Brusselse Lage-emissiezone (LEZ) de toegang aan oudere voertuigen, met enkele uitzonderingen. Een van die uitzonderingen is een afwijking die 5 jaar geldig is voor mantelzorgers met sociale rechten (met name toegang tot thematisch verlof). Ouders van kinderen met een handicap komen hiervoor ook in aanmerking. Dit is een belangrijke maatregel voor mensen die het zich niet kunnen veroorloven om van voertuig te wisselen, maar die toch verplicht zijn zich te verplaatsen.

Symbolische erkenning: premies van de gemeente of van het ziekenfonds

Verschillende gemeenten voerden – bescheiden – jaarlijkse premies van 100 euro in om hun mantelzorgers te bedanken:

  • Etterbeek (opgelet: de begroting 2025 is nog niet bevestigd).
  • Sint-Pieters-Woluwe.

Ook Belgische ziekenfondsen bieden specifieke diensten aan: aanvullende terugbetalingen, toegang tot steungroepen, kortingen op medisch materiaal, enz. De voordelen verschillen van ziekenfonds tot ziekenfonds, en zeker voor erkende mantelzorgers met sociale rechten.

→ Bezoek onze pagina over de ziekenfondsen om te ontdekken waar mantelzorgers recht op hebben.

 

Meer leesvoer:

Plan Zorg voor het Kind wacht al een jaar op antwoord van politici

Ondanks hun duidelijke oproep aan de regering in maart 2024 om de pediatrische zorg in België beter te structureren, hebben de kinderartsen nog geen enkele verandering gezien. Ze zijn boos en willen eindelijk gehoord worden!

In 2024 verspreidde de website van Hospichild de oproep van kinderartsen om een minister van het Kind aan te stellen, om de bevoegdheden samen te brengen die vandaag versnipperd zijn over verschillende beleidsniveaus. Hun vraag bleef onbeantwoord. Het schrijnende gebrek aan gegevens over de gezondheid van jonge kinderen maakt de planning van zorg nog moeilijker. “Ik hoop dat er naar ons wordt geluisterd”, verzuchtte Ann De Guchtenaere, voorzitter van de Belgian Academy of Paediatrics (BAoP), in een interview met het magazine De Specialist. “Anders voorspel ik een grote uitstroom van pediaters uit de ziekenhuizen.”

Belgian Academy of Paediatrics geweerd uit de onderhandelingen

Meer dan een jaar geleden stelde de BAoP haar “Plan Zorg voor het Kind” voor, een referentiedocument met tien concrete aanbevelingen. Tot op vandaag heeft de politiek er geen enkel gevolg aan gegeven. De Belgische kinderartsen, die nochtans op de eerste rij zitten om de gezondheid van kinderen op te volgen, voelen zich in de steek gelaten. Professor De Guchtenaere spreekt in De Specialist ook over een groot gebrek aan erkenning. “Ooit werden we zelfs de kinderacademie genoemd”, vertelt ze. Volgens haar symboliseert die opmerking het gebrek aan waardering van kindergeneeskunde in politieke beslissingen. Dat er niet geluisterd wordt, blijkt ook uit het gebrek aan overleg. In het kader van de huidige ziekenhuishervormingen werd de BAoP niet uitgenodigd voor de onderhandelingen.

Versnipperde pediatrische zorg

In de praktijk worden kinderartsen geconfronteerd met een versnipperd systeem. De zorg voor kinderen blijft verdeeld over verschillende diensten en is onvoldoende gecoördineerd. “We krijgen voortdurend te horen: dat is niet onze bevoegdheid’, betreurt De Guchtenaere. Die administratieve onduidelijkheid ondermijnt de zorgcontinuïteit en versterkt ongelijkheden.

Pediatrie wordt ondergewaardeerd

Kindergeneeskunde is veel meer dan raadplegingen voor onschuldige ziektes. Het vak omvat een ruime waaier aan subdisciplines, zoals neonatologie, cardiologie en endocrinologie, waarvan er verschillende nog steeds niet officieel erkend zijn. Dat gebrek aan erkenning schaadt de aantrekkelijkheid van het beroep, die al erg op de proef wordt gesteld door de moeilijke werkuren, lage bezoldiging en hoge emotionele belasting. “We ijveren al 25 jaar voor de erkenning van onze subdisciplines,” besluit Ann De Guchtenaere.

Aanbevelingen van kinderartsen

 

 

Lees ook: