Focus

Kinderen met hersenverlamming: de moeilijke toegang tot technologische hulpmiddelen houdt aan

Exoskeletten voor revalidatie of compensatie/preventie, functionele elektrostimulatie, virtual reality… Het is reeds langer bekend dat deze technologieën op een efficiënte manier de autonome motoriek van kinderen met hersenverlamming aanzienlijk verbeteren. Maar… er is een maar. In tegenstelling tot wat er gebeurt in het Groothertogdom Luxemburg, in Duitsland of sinds kort ook in de Belgische Oostkantons, worden dergelijke technologische hulpmiddelen en ook de kine- en ergotherapie, onvoldoende vergoed in de rest van het land. Sébastien Vanderlinden, pediatrisch kinesitherapeut en freelance vorser in neurorevalidatie, vestigt de aandacht op deze situatie die de patiënten en hun naasten voor problemen blijft stellen.  

Vorig jaar wijdde Hospichild al een artikel aan deze specialist. Hij houdt zich deels bezig met de inhoud van het zorgaanbod voor kinderen met hersenverlamming, deels met het onderwijsaanbod in gespecialiseerde neuropediatrische opleidingen, en deels met de prioriteiten binnen de klinische research voor wat het vergoedbare budget voor gezondheidszorg betreft. Deze keer wou hij het met ons hebben over het gebrek aan informatie over de vernoemde nieuwe revolutionaire technologieën.

Samen met hem vragen tal van kinesisten (zoals de leden van AKBru) reeds vele jaren  om deze hulpmiddelen, die vaak duur en voorlopig onvoldoende toegankelijk zijn voor het grote publiek, te vergoeden. De reden volgens de officiële instanties: gebrek aan openbare financiering.

De klooftussen oplossingen en middelen

In juli organiseerde AKBru (een vereniging die de belangen van de Brusselse kinesisten verdedigt) een videoconferentie, die online werd bijgewoond door een vijftigtal kinesisten. Bij die gelegenheid presenteerde S. Vanderlinden de nieuwe technologieën, die vandaag bestaan voor kinderen met hersenverlamming. Naar aanleiding daarvan waren de specialisten het er roerend over eens, dat er een kloof gaapt tussen de bestaande oplossingen en de toegekende middelen aan deze kinderen. En dat terwijl deze nieuwste hulpmiddelen steeds meer bijdragen tot een snellere recuperatie, het langer behouden van verworvenheden en voor de zwaarst getroffen patiënten het opnieuw kunnen stappen of het voorkomen van verdere aftakeling.

“Deze hulpmiddelen moeten permanent beschikbaar zijn”

Sommige Belgische ziekenhuizen en revalidatiecentra stellen deze hulpmiddelen reeds ter beschikking van hun patiënten. Maar om doeltreffend te zijn, moeten mensen met hersenverlamming ze dagelijks kunnen gebruiken. Sébastien Vanderlinden: “Deze middelen moeten permanent beschikbaar zijn, want ze vormen vaak een blijvende noodzaak. Met alleen maar wat elektrostimulatie en een beetje kine gaan we het leven van deze kinderen niet ingrijpend veranderen. Om dat doel te bereiken moeten ze soms voortdurend gebruik kunnen maken van hulpmiddelen. En dat houdt echt wel meer in dan een eenvoudige brace of orthese, die de voet vooral in een ruststand brengt in plaats van de spieren te stimuleren.”   

Stop de discriminatie tussen mensen met een beperking

De ouders zijn vooral vragende partij tegenover de overheid om de onderlinge discriminatie tussen mensen met een beperking aan te pakken. Sommigen kunnen hun zorg betalen, anderen niet. Dat is noch logisch, noch normaal te noemen. Puur op basis van de financiële situatie thuis, zullen sommige kinderen met hersenverlamming niet dezelfde mogelijkheden krijgen om hun autonome motoriek te verbeteren. Lang niet alle artsen en kinesisten zijn op de hoogte van de nieuwste technologische ontwikkelingen terzake. Maar zelfs de ingewijden aarzelen om erover te praten met de ouders, omdat ze weten dat ze die middelen wellicht niet kunnen betalen. Zo komt het dat sommige ouders zelfs niet weten dat er middelen bestaan die hun kind aanzienlijk zouden kunnen helpen.

België loopt achter inzake vergoedingen, behalve de Oostkantons

Hoewel de technologische oplossingen wereldwijd bekend zijn en hun efficiëntie algemeen wordt erkend, bestaat er nog steeds geen terugbetalingsregeling in België. Behalve in de Oostkantons (Eupen, Malmedy en Saint-Vith) hebben de personen met een beperking geen toegang tot apparaten of exoskeletten, die deels door de hospitalisatieverzekering worden terugbetaald. In ons land wordt er voortdurend overlegd tussen de verschillende bevoegde instanties. Iedereen schuift de verantwoordelijkheid af op de andere en de patiënten blijven in de kou staan. Het gaat dan ook om aanzienlijke bedragen: 2.000 tot 150.000 euro.

 

In het kader van dit onderwerp vermelden we het jaarlijkse colloquium van GERIMOC op 26 september in Libramont. Het thema van dit jaar luidt: ‘vroegtijdige behandeling in hersenverlamming’. Artsen en kinesisten kunnen er kennismaken met de bestaande technologie en de geboekte vooruitgang.  

 

LEES OOK:

Het verzorgen van kinderen met hersenverlamming: grote meningsverschillen tussen kinesisten

 

Beperking: binnenkort wordt in Ukkel een inclusieve speeltuin geopend

De wereld van Ayden is de naam van een splinternieuwe indoor speeltuin voor kinderen van 0 tot 12 jaar, al dan niet met een beperking. Een ‘unieke’ en inclusieve plaats voor zowel de kinderen als de medewerkers. Het kwam er in Ukkel op initiatief van Lou Garagnani, de moeder van de kleine Ayden, die lijdt aan een zeldzame genetische ziekte.

Le monde d'Ayden
Foto : Le monde d’Ayden

 

“Broeder, hoewel je van mij verschilt schaadt je mij niet, maar verrijk je mij”. Deze woorden van Antoine De Saint-Exupéry staan in grote letters te lezen op de voorgevel van een nieuwe inclusieve speeltuin voor kinderen met of zonder beperking. Het project staat al enige tijd in de steigers en komt nu tot volle wasdom. Hospichild sprak met Lou Garagnani, initiatiefneemster en voorzitter van De wereld van Ayden.

Wat is De wereld van Ayden eigenlijk?

Ayden is de naam van mijn tweede zoontje. De naam van de vzw is een knipoog naar hem toe. Het gaat om een grote indoor speeltuin waar alle kinderen van 0 tot 12 jaar, of ze nu leven met een beperking of niet, in alle veiligheid – en vooral totaal inclusief – kunnen spelen en ravotten. Dankzij een crowdfunding-campagne kwam het project, waar ik al anderhalf jaar aan denk en bouw, uiteindelijk tot stand.

Waar komt dit mooie initiatief vandaan?

Alles begon met een persoonlijke ervaring. Ik stelde al vlug vast dat veel vrijetijdsbestedingen, zoals musea en speeltuinen, weinig of niet toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dat betekende dus dat mijn beide zonen zouden opgroeien in verschillende werelden met andere activiteiten, hoewel ze dezelfde interesses delen en elkaar verrijken. Ik vond dat echt jammer voor hen, maar ook voor andere gezinnen in gelijkaardige situaties. Een kind dat anders is moet vaak aangepaste plaatsen opzoeken.  Die zijn meestal prima, maar er is geen inclusie mogelijk. Terwijl inclusie in een zo vroeg mogelijk stadium net heel belangrijk is om kinderen met een beperking ten volle te integreren in de maatschappij. Daarom besloot ik om zelf een project op te starten, dat voor iedereen toegankelijk is.

Welke activiteiten zijn er?

De grote, open ruimte is onderverdeeld in kleinere, waar de kinderen diverse activiteiten vinden:

  • Een groot vloerscherm (2,5 x 4 m) toont beelden van water, wolken… De kinderen kunnen erop lopen.
  • Een gigantische bouwsteenruimte, grote puzzels…
  • Een grote schommel en vogelnest.
  • Een piratenboot met klimtouwen en een glijbaan…
  • Een oldtimer (Fiat 600) waar de kinderen kunnen inzitten en een heuse benzinepomp om te ‘tanken’.
  • Een muur met buizen om ballen doorheen te werpen.
  • Een houten bouwcircuit.
  • Een psychomotorische ruimte met ballons, schuimbalken…
  • Een babyruimte (tot 3 jaar) met borstvoedingsruimte.
  • Een verkleed- en schminkhoek.

De grote open ruimte is uitgerust met geluiddempende panelen. Elk spel wordt toegelicht in   braille of met pictogrammen. Er is ook een afgesloten en verduisterde snoezelruimte met rustgevende muziek. In een andere zaal kunnen verjaardagsfeestjes gehouden worden en de kantine verkoopt een natje en een droogje.

Worden de kinderen begeleid, zodat de ouders ook aan rusten toe komen?

Buiten de stages moeten de ouders hun kinderen begeleiden. Terwijl ze hun kroost in het oog houden, kunnen ze met elkaar praten bij een kleine snack, of een brunch in het weekend. In de zaal zijn er ook begeleiders (al dan niet met een beperking), die toelichtingen geven bij het spelmateriaal en spelen met de kinderen. Tijdens de stages, die naar ik vrees deze zomer nog niet zullen kunnen aanvangen, vangt opgeleid personeel de kinderen op.

Hoe gaat alle praktisch in zijn werk?

De ruimte biedt plaats aan 160 personen (volwassenen inbegrepen) en is open van dinsdag tot zondag buiten de schoolvakanties en alle dagen tijdens de vakanties. Kinderen vanaf 1 jaar betalen 12 euro aan de ingang. Ik weet nog niet wanneer ik het lokaal zal mogen openen van de gemeente, maar vanaf dat moment zijn kinderen en ouders welkom aan de Boetendaelstraat 164 in Ukkel.

→ Meer weten? : lemondedayden@gmail.com | www.lemondedayden.be

 

LEES OOK:

 

‘Tagad’Art Soin Soin!’, een nieuw videoplatform voor kinderen in het ziekenhuis

‘Tagad’Art Soin Soin!’ is de naam van een nieuw Youtubekanaal dat tot stand kwam met de steun van het kabinet van de Brusselse schepen Delphine Houba. Het bundelt vier verenigingen die actief zijn in ziekenhuisomgevingen: de cliniclowns van Lapsus Lazuli en Les clowns à l’hôpital, Le pont des arts en Een muzieknoot voor iedereen. Omwille van de lockdown kunnen de vrijwilligers niet tot bij het ziekbed van de kinderen komen, en dus besloten de vier vzw’s om hun clips ter beschikking te stellen via een gemeenschappelijk platform.   

Youtube kanaal voor gehospitaliseerd kinderen
Foto : Sofia Douieb

 

Dat het belangrijk is dat kinderen in het ziekenhuis kunnen blijven plezier maken en zich ontspannen staat buiten kijf. We zien in deze coronatijden dan ook tal van nieuwe initiatieven ontstaan. De artiesten van vier verenigingen met activiteiten in de ziekenhuisomgeving lieten zich alvast niet onbetuigd. Zij verenigden zich onder de paraplu ‘Tagad’Art Soin Soin!’. We richten even de spotlights op één van hen: Een muzieknoot voor iedereen. Van bij het begin van de coronacrisis zocht deze vzw naar manieren om te kunnen blijven zingen en musiceren voor de jonge patiëntjes. We gaan hier dieper op in met oprichter en animatrice Pascale de Laveleye.

Wat voor vereniging is ‘Een muzieknoot voor iedereen’ eigenlijk? ‘

Wij zijn aanwezig in vier Brusselse ziekenhuizen (UKZKF, ErasmusSaint-Luc en Sint-Pieter). Wij zijn muzikanten en bieden hoofdzakelijk groepsanimatie aan: muziekinitiatie, zang met en voor kinderen (indien ze liever niet actief meedoen), muziekrelaxatie, een instrument leren bespelen (voor wie er langdurig verblijft) en zelfs het creëren van liedjes in samenwerking met de ziekenhuizen.

Vertel ons eens iets meer over de samenwerking met de jullie collega-artiesten.  

Ons project is een gezamenlijk Youtubekanaal, waarop we artistieke clips posten. We bezorgen de link aan de verschillende ziekenhuisafdelingen en die kunnen op hun beurt de kinderen op de hoogte brengen via uiteenlopende media: intern tv-systeem, kaartjes op de kamer… We willen dus de toegang tot al onze respectievelijke content vergemakkelijken via een enkel videoplatform.

Voor dit project werken we samen met nog een vzw: Take Off. Zij zullen ervoor zorgen dat de zieke kinderen ons kanaal kunnen bezoeken via het computermateriaal dat zij hen ter beschikking stellen.

Wat doen jullie concreet om in contact te blijven met de gehospitaliseerde kinderen?  

We namen twee grootschalige initiatieven:

  • Op dinsdag en donderdag om 10 uur is er ‘Youtube Live’ (men kan de video’s opnemen en nadien bekijken op https://www.unenotepourchacun.be/actualites).
  • Een beveiligd systeem voor videoconferencing zodat kinderen die dat wensen met elkaar kunnen praten.

De video’s op onze website zijn niet interactief. We kunnen dus niet live schatten of berichten uitwisselen met de patiëntjes. Daarom maak ik gebruik van  Zoom, Face-time, whereby… om hen virtueel te ontmoeten.

Hoe reageren de kinderen, hun ouders en de ziekenhuismedewerkers?  

Naargelang het thema zijn sommige video’s populairder dan andere. De allerkleinsten zijn dol op de liedjes die ik zing en voor de grotere kinderen zal mijn medewerker Julien enkele tutorials opnemen. Bijvoorbeeld: hoe creëer je een ‘loop’? Eén specifiek kind is enorm geïnteresseerd in gitaarlessen. Hij en zijn ouders vinden het fantastisch. Ik heb nog massa’s ideeën voor nieuwe video’s. Zo denk ik onder meer aan filmpjes over hoe de liedjes die we creëren tot stand komen.

Weet u al wanneer u terug aan het bed van de kinderen zal kunnen komen?

Geen idee wanneer we terug aan slag kunnen in de ziekenhuizen. Nog geen enkele van de vier ziekenhuizen heeft al iets laten weten. Maar in de wandelgangen hoor ik dat het nog zeker tot september zal duren.

 

LEES OOK

·      Cliniclowns België bestaat 25  jaar

·      Jongeren krijgen een stem in het coronaverhaal

·      Digitale activiteiten in het ziekenhuis

Autisme: nieuws van 
de enige inclusieve kleuterklas van Brussel

Elsene. De gewone school ‘Les Petits Moineaux’. De eerste inclusieve kleuterklas van Brussel, uitsluitend bestemd voor kinderen met autisme, opende haar deuren in september 2019. Op deze Wereld Autisme Dag en zes maanden na de eerste schooldag maken Nathalie Vetard (onderwijzeres van de inclusieve klas) en Letizia Giambillaro (directrice van de buitengewone school ‘Les Astrôn’Autes’ en initiatiefnemer van het project) de balans op. 

Het is bekend: alle scholen, dus ook die van het buitengewoon onderwijs, zijn voor onbepaalde tijd gesloten vanwege de pandemie. Maar kunnen we het vandaag toch nog eens over het onderwijs hebben? 2 april is nu eenmaal Wereld Autisme Dag en inclusieve klassen zoals deze lopen niet dik gezaaid. We hoorden er voor het eerst over op het ‘Salon du Répit et du Handicap’, dat vzw Handipeople in oktober van vorig jaar organiseerde. Hospichild ontmoette er Nathalie Vetard, gespecialiseerde onderwijzeres en voorzitster van vzw Dynam’Autes. Zij vertelde ons over de oprichting in september van een nieuwe inclusieve kleuterklas voor kinderen met autisme, en dit in de school ‘Les Petits Moineaux’ in Elsene. Zes maanden later maken Nathalie en Letizia een eerste balans op.

In september van vorig jaar opende een inclusieve klas haar deuren in een gewone school (Les Petits Moineaux). Hoe evolueert het initiatief ?

Nathalie Vetard, voorzitster van vzw Dynam’Autes en onderwijzeres van de inclusieve klas van de school ‘Les Petits Moineaux’ – Foto: Sofia Douieb

Nathalie: “Er is inderdaad al veel veranderd sinds de aanvang van het schooljaar. In het begin hielden we de negen kinderen met autisme bijeen. Vandaag wonen vijf van hen in de voormiddag de lessen bij in andere, gewone klassen. De vier anderen eten samen met alle andere kinderen het middagmaal. Alle speeltijden en alle schooluitstappen gebeuren gezamenlijk. Sommige kinderen passen zich natuurlijk sneller aan dan andere, maar vergeet niet dat dit nog maar het eerste jaar is. Hopelijk kunnen we volgend jaar nieuwe stappen zetten.”

Letizia: “Het project verloopt prima sinds het begin van het schooljaar. De klas werd ingericht in functie van ieder kind.Sommigen van hen komen van de school ‘Les AsTrôn’Autes’ en waren al vertrouwd met de structuur. Het feit dat er op elk moment twee mensen aanwezig zijn in de klas, draagt bij tot het welslagen.”

Hoe bekijken de andere leerlingen en de ouders het project?  

Letizia: “In het jaar voor de komst van de inclusieve klas, gingen we stap voor stap te werk. We begonnen met een ontmoeting met het lerarenkorps van ‘Les Moineaux’ en met de directrice, mevr. Céline Simon. Het doel was om hen bewust te maken van autisme enerzijds, en het project anderzijds. Daarna nodigden we alle ouders van ‘Les Moineaux’ uit om hen op de hoogte te brengen van onze plannen, met inbegrip van een presentatie over autisme en een vraag- en antwoordronde. De ouders stonden meteen positief tegenover het initiatief. De meesten waren zelfs van mening dat het een goede zaak was voor hun kinderen. Niemand uitte bijzondere bekommernissen. In de loop van dit schooljaar werden ten slotte alle andere personeelsleden van de gewone school gesensibiliseerd. En telkens waren de reacties enthousiast. Ook vanaf september begon Laurence Folie, de coördinatrice van de inclusieve klas, met de bewustmaking van de kleuters in de andere klassen.”

Wat is de meerwaarde voor de kinderen met autisme om naar een gewone school te gaan?  

Nathalie: “Wanneer de inclusie doordacht gebeurt, heeft ze een duidelijke positieve impact op de kinderen. Wij hadden het geluk dat we een bereidwillige school vonden, die zich volledig achter het project schaarde en onze kinderen met open armen verwelkomde. Alles loopt eerlijk gezegd op wieltjes. Dat is ook te danken aan de bewustmaking van de onderwijzers van ‘Les Petits Moineaux’ door leden van de buitengewone school ‘Les Astrôn’Autes’ en aan de steun die wij hen dagelijks bieden. De kinderen leren bijvoorbeeld sneller de sociale codes aan en begeven zich vlotter tussen de andere kinderen, omdat ze dagelijks met de ‘gewone wereld’ te maken krijgen.”

Letizia: “Door hun inclusie in de klassen beschikken de kinderen met autisme over veel meer gesprekspartners en krijgen ze meer respons bij hun sociale interacties. Zo kunnen ze groeien en zich aanpassen aan de wereld rondom hen.”

Komen alle kinderen met autisme in aanmerking voor dit soort van inclusie?

Nathalie: “Ik vind dat ieder kind met autisme, zeker op de kleuterleeftijd, toegang moet krijgen tot zo’n klas. Tegelijk besef ik dat autisme gepaard gaat met bepaalde moeilijkheden. Daarom lijkt het me aangewezen dat het kind in staat is om bepaalde attitudes aan te nemen, die nodig zijn voor de inclusie in een groep. Het moet ook nieuwsgierig zijn naar de anderen, ongeacht zijn cognitieve mogelijkheden.”  

Zullen er andere soortgelijke klassen jullie voorbeeld volgen?  

Nathalie: “Het team van de buitengewone school ‘Les Astrôn’Autes’ wil graag een inclusieve klas in de lagere school opstarten. Zo kunnen de kinderen uit de inclusieve kleuterkas hun traject verder zetten. Momenteel vindt overleg plaats rond dit project. Maar naast onze klas bestaan er ook inclusieve lagereschoolklassen in Wallonië en Brussel, al gaat het daar om projecten van ouders of teams van opvoeders.” 

Letizia: “We hopen echt dat onze inclusieve klas navolging zal krijgen. Je moet mensen van op prille leeftijd bewust maken van verschillen. Pas dan zal de soms negatieve perceptie van de maatschappij op mensen met een beperking verdwijnen. Wij zijn dan ook op zoek naar partners om een inclusieve lagereschoolklas te openen. Zo kunnen de kinderen uit de kleuterklas dit schitterende project vervolgen en krijgen ook andere kinderen de kans!”  

 

Andere lectuur over dit onderwerp:

·     Handicap : reportage vanuithet ‘Salon du Soutien et du Répit’

·     Boek over autisme biedt methodiek voor ouders en begeleiders

 

Stéphane Moniotte, nieuw pediatrisch diensthoofd in Saint-Luc: “Ons departement verdient meer aandacht”

PORTRET

Sinds 1 oktober staat kindercardioloog Stéphane Moniotte aan het hoofd van het departement Pediatrie van de Cliniques universitaires Saint-Luc. Hij volgt prof. Christiane Vermylen op, die de functie bekleedde sinds 2011. De man van 46 jaar stelt welzijn op het werk helemaal bovenaan de agenda en zet zo de gevestigde waarden op losse schroeven. Hij steunt daarbij op zijn gevoel voor humor, zijn oprechte vriendelijkheid, zijn professionalisme en zijn bewezen ervaring. Zijn overtuiging: “Het pediatrische aanbod van deCU Saint-Luc is zeer volledig en verdient meer aandacht en erkenning.”

Stéphane Moniotte, pediatrisch diensthoofd van de CUSL. Foto: Sofia Douieb

 

Sinds kort pediatrisch diensthoofd van de CUSL, permanente kindercardioloog aan de CUSL sinds 2007, doctor in de Biomedische Wetenschappen sinds langere tijd, schrijver van bijna 50 ‘peer-reviewed’ artikels, vader van 4 ‘fantastische’ kinderen, marathonloper, amateur videograaf… Er lijkt geen einde te komen aan de lijst met competenties en verantwoordelijkheden van Stéphane Moniotte. Toch blijft de man er eenvoudig en bescheiden onder, en vertelt hij met veel verbeeldingskracht en humor. Wat trouwens niet betekent dat hij zijn nieuwe job niet ernstig neemt, wel integendeel.

“Ik wil al mijn energie en een optimistische visie blijven ten dienste stellen van onze pediatrische afdeling, zodat we samen kunnen bouwen aan een toekomst die een instelling met een dergelijk verleden verdient, door te streven naar uitmuntendheid op basis van onze gedeelde waarden,” zo schrijft hij in een tekst over zijn loopbaan.

“Diensthoofd zijn is geen doel op zich, het is wat je ermee doet wat telt”

Nochtans wou de professor niet uitdrukkelijk kandideren voor de functie. Want voor hem is “diensthoofd zijn op zich geen doel, het is wat je ermee doet wat telt”. Pas na lang en rijp beraad besloot hij de kans te grijpen. Maar nog voor hij zijn project en zijn motivatiedossier (een flinke 85 pagina’s!) neerpende, wou hij eerst de meeste medewerkers van de afdeling ontmoeten om te polsen naar hun toekomstvisie van de Pediatrie in de CUSL. Zo kreeg hij nog voor zijn benoeming al veel personeelsleden achter zich.

De prioriteiten: communiceren, verbinden en het leven van de patiënten verbeteren

Tijdens ons gesprek brengt Stéphane Moniotte de drie voornaamste redenen van zijn kandidatuur te berde. Het gaat om verbeterings- en moderniseringspistes voor het gehele pediatrische departement, en zelfs het volledige ziekenhuis.

1. De communicatie en de visibiliteit van het pediatrische departement van de CUSL verbeteren.

“Als je in Google ‘ziekenhuis voor kinderen in Brussel’ ingeeft, kom je zelden meteen bij de website van de Cliniques Saint-Luc uit. Dat we geen bekendheid genieten als pediatrisch ziekenhuis is duidelijk een probleem.”

“Wanneer er bijvoorbeeld een ongeval gebeurt op het Vierarmenkruispunt in Tervuren, 5 minuten hier vandaan, en er zijn kinderen bij betrokken, dan willen zowel de brandweerlui, de ouders als de ambulanciers hen naar de stad brengen en niet naar de CUSL, terwijl wij een compleet pediatrisch aanbod hebben. Deze miskenning, zowel intern als extern, is beangstigend en onzinnig.” 

De veertiger wijt dit gebrek aan visibiliteit deels aan de website van het ziekenhuis, die nogal oubollig, weinig aantrekkelijk en niet gebruiksvriendelijk is. Gelukkig maakt het communicatieteam momenteel werk van een moderner platform, dat beter aansluit bij hun website voor internationale patiënten.

Het project voor de wederopbouw en uitbreiding van de CUSL (‘Hôpital 20-25’) biedt eveneens perspectieven om de pediatrische afdeling meer in de kijker te plaatsen. Het ziekenhuis krijgt een totaal vernieuwde architectuur en er zal gewerkt worden volgens zorgpolen (zoals de pool moeder-kind). Op die manier kan men de middelen delen en de actoren beter laten samenwerken binnen zorgtrajecten of in de opvolging van patiënten.    Zo zullen de verloskunde, de bevallingsruimte en de neonatologie zich naast elkaar bevinden. Idem voor de cardiologie, de hartchirurgie en de intensieve pediatrische zorgen. Kortom, een reorganisatie op het gebied van inrichting en organisatie, die de patiëntenstromen binnen het ziekenhuis optimaliseren en de globale kwaliteit van de opvang bevorderen.

2. Het leven van de patiënten verbeteren door bij te dragen aan het uitwerken van een ‘Gedigitaliseerd Patiëntentraject’ (TPI²).

Een van de uitdagingen die Stéphane Moniotte motiveerden om deze functie op te nemen,  is de overstap van de CUSL naar een volledig geïntegreerd en gedigitaliseerd beheer van het ziekenhuis en de patiënten: TPI². Deze grondige reorganisatie omvat de integratie van alle huidige digitale applicaties in Saint-Luc, die patiëntgerelateerde data bevatten (opname, medisch beheer en verpleegkunde op de verdieping, apotheek, beheer van de consultaties, beeldvorming…). De invoering van een EMR (Electronic Medical Record) wordt volledig beheerd door de Amerikaanse EPIC-software.

“Het gaat om een grootschalig project, dat vandaag onmisbaar is. Het zal onze werking verbeteren en de goede opvang van patiënten verzekeren. TPI² zal ons werk vereenvoudigen in tal van vakgebieden: alles wordt ingescand in plaats van ingegeven, dus het risico op vergissingen vermindert aanzienlijk. Elke stap van de opname van een patiënt is traceerbaar en we kunnen vooruitlopen op tal van zaken. Dit boeit mij mateloos.”

De CUSL voeren als eerste Franstalige ziekenhuis ter wereld EPIC in en hopen als voorbeeld te dienen voor andere Franstalige ziekenhuizen in Europa of daarbuiten. Ze kunnen een deel van het voorbereidende werk voor hun rekening nemen, zoals de vertaling naar het Frans of het aanpassen van de software aan de Belgische regelgeving.

3.Verbinding creëren, om te beginnen intern, met en tussen de leden van het pediatrische afdeling en de artsen-assistenten kandidaat-specialisten in de pediatrie (MACCS) en vervolgens extern met de partners van het ziekenhuisnetwerk van UCLouvain.

  • “De partners van het ziekenhuisnetwerk voelen zich soms wat achtergesteld tegenover een groot ziekenhuis zoals het onze. Ik wil die perceptie veranderen en hen de kans bieden om echt samen te werken en vooruitgang te boeken. De echte uitdaging is dat het al decennialang anders loopt. We moeten dus veel communiceren en onze medewerkers overtuigen.” En dat geldt niet alleen voor de partners van het netwerk. “De assistent-kinderartsen zijn het slachtoffer van de evolutie naar een complexe geneeskunde met veel administratieve verplichtingen. Zij zien zich verplicht om veel neventaken, zoals secretariaatswerk, te verrichten.”  

“Ik heb zelf ondervonden dat MACCS veel uren kloppen en voortdurend ingezet worden voor wachtdiensten, nacht- en weekendwerk. Maar het zijn in de eerste plaats mensen, die recht hebben op levenskwaliteit, een gezinsleven, zeg maar gewoon: een leven.”

  • Welzijn op het werk vormt duidelijk een prioriteit voor Stéphane Moniotte, zowel wat de assistenten als de medewerkers in het algemeen betreft. Zo wil hij ‘positieve feedback’ (niet alleen wijzen op wat fout loopt) invoeren als gewoonte. Verder moet iedereen aan bod komen en zich gewaardeerd voelen in zijn functie. Het nieuwe diensthoofd laat er geen gras over groeien. Verschillende concrete initiatieven zagen reeds het licht of worden uitgewerkt: foto met álle actoren van het departement, verdeling van een symbolisch nieuwjaarsgeschenk, nieuwjaarsrede met focus op welzijn op het werk… en zelfs een loopwedstrijd tussen duo’s (supervisor en assistent). Voorlopig orgelpunt: het geplande online zetten van een nieuw interactief webplatform voor het netwerk en het (para)medische personeel van de pediatrie aan de CUSL.

Een man met veel gezichten

Waar komen die tomeloze energie en wil om de wereld een beetje beter te maken vandaan? Het heeft vast te maken met zijn persoonlijke ontplooiing, meer bepaald zijn beide passies: sport en video. “Ik loop de Marathon in 2u52, niet slecht toch! Dat heeft te maken met mijn hart: in rust heb ik een hartslag van 28 slagen per minuut,” vertelt hij trots. Daarnaast is hij een fervent videograaf. Zo toonde hij ons een korte film die hij in Knokke maakte over zijn voorgangster Christiane Vermylen en die werd vertoond bij diens emeritaat. Hij filmde ook een drieluik (te zien op Youtube) met de titel ‘Naître et Vivre avec une cardiopathie’.

‘Hôpital 2025’, de wederopbouw van de CUSL

Meer algemeen ontwikkelt men binnen de CUSL het project ‘Hôpital 2025 ‘, met de uitbreiding of wederopbouw van sommige delen van het ziekenhuis. Dit moet meer ruimte, meer moderne voorzieningen en – zo hoopt Pr. Moniotte voor zijn departement – meer visibiliteit opleveren.

Op de website staat te lezen: “Het spectaculairste deel van ‘Hôpital 2025’ is HospitaCité, met de bouw van een nieuwe toren voor het onthaal en de opname van de patiënten (gelegen tegenover de bestaande toren), de totale renovatie van de medisch-technische voorzieningen (met inbegrip van de consultatiezones, het OK, meer bepaald de endoscopie), de herstructurering van de logistieke kern (met inbegrip van de ziekenhuisapotheek, de technische en logistieke ruimtes), de creatie van groene wandelruimten voor een duurzame mobiliteit tussen Saint-Luc en de campus van UCLouvain, en de herinrichting van de huidige hospitalisatietoren. Het programma omvat verder de bouw van twee belangrijke gebouwen: het Instituut Albert II (voor oncologie en hematologie) en het psychiatrisch instituut (voor de volwassen- en kinderpsychiatrie van Saint-Luc en de Kliniek Sanatia – nu nog gelegen in Sint-Joost)).”