Nieuws

Campagne over de hoogdringendheid van het versterken van de pediatrische palliatieve zorgen

“Een ziek kind is eerst en vooral een kind”, zo luidt de slogan van de nieuwe campagne van de Brusselse Federatie voor Palliatieve en Continue Zorgen (BFPZ). Die wordt op 20 november (internationale dag van de rechten van het kind) gelanceerd met de steun van Hospichild. Het doel: ervoor zorgen dat ernstig zieke kinderen meer een beroep kunnen doen op deze specifieke pediatrische zorg, die vandaag nog onvoldoende bekend (en geliefd) is.

In het Brussels Gewest krijgt slechts 1,7% van de ernstig zieke kinderen palliatieve zorg. Een verwaarloosbaar klein getal, dat dringend omhoog moet, want deze specifieke zorgverlening verbetert de levenskwaliteit en het welzijn van de patiëntjes en hun gezin aanzienlijk. Bovendien stellen de WHO en de Raad van Europa dat “elk kind recht heeft op kwalitatieve zorg, aangepast aan zijn situatie”.

In het persbericht van de BFPZ (hieronder) staan er enkele toelichtingen om vooroordelen en misvattingen over pediatrische palliatieve zorgen uit de wereld te helpen.

Waarom palliatieve zorg specifiek voor kinderen?

De pediatrische palliatieve zorg streeft dezelfde doelen na als de palliatieve zorg voor volwassenen, maar heel wat elementen maken het complexer. En net dat geeft de pediatrische palliatieve zorg haar eigen aard.

Ze is gericht op kinderen van alle leeftijden, van de geboorte tot 18 jaar, en kan soms meerdere jaren duren. De teams passen zich aan de verschillende ontwikkelingsfasen van het kind aan. Daarom wordt alles wat ‘pit aan het leven’ geeft, actief nagestreefd, zowel in schoolse activiteiten als in de vrije tijd en projecten die leuk en zinvol zijn.

In veel gevallen worden ouders de zorgverleners van hun kind. We moeten erover waken dat ook zij momenten krijgen om even tot rust te komen, zodat ze niet lichamelijk en geestelijk uitgeput raken.

De intense emoties die komen kijken bij een kind dat aan een potentieel dodelijke ziekte lijdt, hebben een weerslag op het hele gezin en bij uitbreiding de familie (ouders, grootouders, broers, zussen, enzovoort). De behoefte aan ondersteuning gaat voor hen ook na het overlijden door.

Slechts 1,7% van de ernstig zieke kinderen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt palliatieve zorg.

Een recente studie (de étude FBSP-IRSS UCLouvain, 2018) heeft aangetoond dat, over een periode van 5 jaar, slechts 1,7% van de 4500 kinderen die aan een complexe, chronische ziekte leden en opgenomen waren in een ziekenhuis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, opgevolgd werd door een pediatrisch team. Uit deze studie blijkt dus duidelijk dat heel wat kinderen die pediatrische palliatieve zorg zouden kunnen krijgen, niet gevonden worden en dat er dus ook niet aan hun behoeften wordt tegemoetgekomen.

Is pediatrische palliatieve zorg niet te duur?

Een studie heeft het tegendeel aangetoond. Pediatrische palliatieve zorg kan een grote besparing betekenen voor de gezondheidszorg, omdat er veel minder een beroep wordt gedaan op de spoeddiensten en de duur van de ziekenhuisopname korter wordt.

Vragen zonder gevolg

We moeten in de allereerste plaats de pediatrische palliatieve zorg erkennen en kenbaar maken. De drie Belgische federaties voor palliatieve zorg vragen om het aanbod in België uit te breiden, de bestaande teams te versterken en in te zetten op multidisciplinariteit binnen deze teams.

Deze vragen werden al in 2019 overgemaakt aan de Kamer, maar het debat hierover is uiteindelijk uitgesteld. De problemen blijven echter brandend actueel.

Palliatieve zorg is veel meer dan alleen maar zorg

De drie federaties verenigen de krachten en lanceren een nationale informatie- en sensibiliseringscampagne om onze kijk op palliatieve zorg te veranderen. Ze leggen hierbij de klemtoon op pediatrische palliatieve zorg.

Op de website staan getuigenissen en is heel wat informatie over palliatieve zorg, die vaak niet gekend is, te vinden: www.zorgenzoveelmeer.be

 

LEES OOK

Teleconsultaties: een goede aanvulling bij fysieke raadplegingen, behalve voor kleine kinderen

De ziekenfondsen van ons land maakten op woensdag 7 oktober en met de steun van het RIZIV de resultaten bekend van een grootschalige enquête. Ze peilden naar de ervaringen van patiënten die tijdens de lockdown-periode een beroep deden op teleconsultaties. Kunnen we dit systeem behouden? Het antwoord luidt over het algemeen ‘ja’, mits enkele aanpassingen…

Eveneens op 7 oktober gingen bij het RIZIV de gesprekken van start over de toekomst van de raadplegingen op afstand. In overeenstemming met de verzamelde antwoorden van de enquête, zou men tot volgende afspraken moeten komen: “De teleconsultaties moeten een aanvulling blijven vormen bij de fysieke raadplegingen. Ze lenen zich in het bijzonder voor administratieve kwesties of voor de opvolging van bestaande aandoeningen. De patiënten moeten ook over voldoende informatie, technische ondersteuning en een beveiligd platform beschikken.” Daaraan zouden we kunnen toevoegen dat het systeem niet geschikt is voor kleine kinderen, omdat die hun pijn niet of nauwelijks kunnen verwoorden.

Voornaamste resultaten

Er werd volop gebruik gemaakt van deze raadplegingen op afstand. Volgens het Covid-19-monitoringrapport van het RIZIV werden tussen maart en mei 2020 ruim 3,8 miljoen teleconsultaties gefactureerd. 8.000 aangesloten leden vulden de vragenlijst in, die werd verspreid door de Belgische ziekenfondsen. Bijna 5.500 vragenlijsten werden weerhouden na  het toepassen van filters. Het leeuwendeel van de antwoorden handelde over de teleconsultatie van een huisarts (78 %), gevolgd door een specialist (11 %), een psychiater (4 %) en een psycholoog (3 %). Meer dan driekwart van de bevraagde personen bleken (zeer) tevreden over de raadplegingen op afstand tijdens de lockdown. Maar wanneer men vraagt naar de toekomst van teleconsultaties, zijn ze nogal terughoudend. Voor 80 % blijft een fysieke raadpleging het meest wenselijk en voor 62 % moeten raadplegingen op afstand eerder uitzondering dan regel blijven.

Wat met de raadplegingen op afstand bij kinderen?

178 mensen (ofwel 3 %) beantwoordden de enquête in naam van hun kind. Daaruit blijkt dat teleconsultaties voor hen veel moeilijker zijn. Een ouder: “Dit is niet vanzelfsprekend met een zieke baby. Als volwassene kan je uiten wat je voelt, welke symptomen je ervaart enz, maar voor een baby ligt dat moeilijker. Gelukkig hebben we drie kinderen. De ervaring leert ons hoe we zaken kunnen inschatten. Maar met mijn eerste kind zou ik weinig gehad hebben aan een raadpleging op afstand. Wat de logopedie betreft verliep alles goed, daar gaat het om de opvolging van een onafgebroken proces. De logopedist en het kind kenden elkaar al.”  

→ Lees het verslag van de enquête

Handycab, de nieuwe app die het vervoer van mensen met een beperkte mobiliteit gemakkelijk maakt

Het Handycab-platform voor het vervoer van personen met een beperkte mobiliteit bundelt het volledige aanbod van aangepaste taxi’s. Vandaag zijn reeds een dertigtal voertuigen aangesloten en op termijn mikt Handycab op een honderdtal leden in het Brusselse.

Personen met een beperkte mobiliteit kunnen via de app met een enkele klik of een oproep naar het nummer 02 315 31 00 een aangepaste taxi bestellen. Leuk detail: alle aangesloten chauffeurs volgden een opleiding ‘vervoer en veiligheid’ op maat van personen met een beperkte mobiliteit.

Ter herinnering: er bestaan tal van vervoersmogelijkheden voor mensen met een beperking of een ernstige ziekte.

DRINGEND VERVOER

Bij medische noodgevallen kunt u het hiervoor bestemde gratis nummer bellen: 100 (of 112, bereikbaar in alle EU-landen). Een erkende ambulance (of helikopter indien nodig) brengt u naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis.

De meeste ziekenfondsen voorzien een tegemoetkoming a rato van 50% op de factuur van een ambulancedienst.

Het bedrag voor vervoer per ambulance is bepaald door de FOD Volksgezondheid. Dit zijn de tarieven voor het jaar 2018:

• Forfaitair bedrag voor de eerste 10 km: 64,37 EUR.
• Vanaf de 11de km tot en met de 20ste km: 6,43 EUR per km.
• Vanaf de 21ste km: 4,92 EUR per km.
• Elektroden voor een automatische externe defibrillator: een paar kost 61,10 EUR.

Er wordt ook een tegemoetkoming toegekend wanneer de patiënt met de helikopter vervoerd wordt. Kosten voor de MUG (Mobiele Urgentiegroep) kunnen in geen geval aangerekend worden aan de patiënt.

De vervoerskosten voor een prematuur kind worden gedekt door de verplichte ziekteverzekering (VZV).

→ Meer info op de RIZIV-website

NIET-DRINGEND VERVOER

Onder niet-dringend vervoer verstaan we het vervoer van een zieke naar een medische consultatie, van en naar het ziekenhuis, van het ene ziekenhuis naar het andere voor een onderzoek of radiotherapie, naar een revalidatiecentrum of hersteloord… Dergelijk vervoer vergt een aangepast voertuig, maar doorgaans minder uitgerust dan een ambulance voor dringend vervoer. Het vervoer kan gebeuren door private ondernemingen, het Rode Kruis (105), ziekenfondsen, verengingen…

De tarieven voor dit vervoer lopen sterk uiteen, aangezien er in het Brussels Gewest (in tegenstelling tot Wallonië) nog geen regeling is voorzien.

→ Niet-dringend vervoer kiezen: hier

Het ziekenfonds voorziet onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming in de vervoerskosten van rolstoelpatiënten van een naar een gespecialiseerd of revalidatiecentrum.

→ Aangepast vervoer voor rolstoelpatiënten kiezen: hier

De reiskosten voor kinderen opgevolgd in een revalidatiecentrum en de reiskosten voor kankerpatiënten kunnen ook deels vergoed worden door de verplichte ziekteverzekering ten belope van €0,25 per km.

SOCIAL VERVOER

Mensen met een beperkte mobiliteit, ziekte of beperking kunnen een beroep doen op sociaal vervoer om deel te nemen aan sociale activiteiten of in het kader van een medische verplaatsing. De gemeentediensten en verschillende Brusselse vzw’s bieden uiteenlopende mogelijkheden aan.

Enkel aangepast vervoer van mensen met een erkende handicap valt onder de regelgeving van de ‘dienstencheques’.

 Vervoer om sociale redenen kiezen: hier

Mantelzorgers verkrijgen eindelijk de erkenning van hun statuut

Vanaf 1 september van dit jaar zullen de mantelzorgers eindelijk een aanvraag kunnen indienen om erkend te worden als mantelzorger. Een langverwachte procedure, ook al omdat alleen op die manier het nieuwe thematische verlof voor erkende mantelzorgers kan verkregen worden. Die vorm van loopbaanonderbreking bestaat reeds sinds 2019, maar kon nog niet opgenomen worden zolang het uitvoeringsbesluit niet was goedgekeurd.   

In België wijden 800.000 mensen talloze uren aan het bijstaan van een zieke, oude of gehandicapte naaste. De ouders, grootouders of vrienden van de familie met een kind dat bijzondere zorg vereist, worden beschouwd als mantelzorger en zijn dus ook opgenomen in dit cijfer. Zij strijden al vele jaren voor erkenning en het verkrijgen van een statuut. Aan het begin van het nieuwe schooljaar schijnt er licht aan het einde van de tunnel. Aanvragen voor erkenning kunnen ingediend worden, maar worden enkel toegekend mits voldaan is aan bepaalde voorwaarden, zoals beschreven in het Koninklijk Besluit inzake Mantelzorgers.

De enige manier om mantelzorgverlof te verkrijgen

In mei 2019 ontstond een nieuw vorm van thematisch verlof (of loopbaanonderbreking) voor werknemers, die de mantelzorg voor een naaste opnemen. Maar om daar recht op te hebben moesten ze eerst officieel erkend worden als mantelzorger. Normaal gezien zou de procedure een feit zijn vanaf oktober 2019, maar ze werd nooit afgerond. Pas een jaar later kwam er een oplossing. Vanaf 1 september kunnen mantelzorgers de erkenningsaanvraag indienen… en dus mantelzorgverlof toegekend krijgen.

Wie kan het statuut verkrijgen en onder welke voorwaarden?

Toekenningsvoorwaarden voor het statuut van mantelzorger en de praktische modaliteiten volgens het Koninklijk Besluit van 25/06/2020 :

  • Om erkend te worden moet de mantelzorger een aanvraag indienen bij zijn ziekenfonds en tegemoetkomen aan volgende voorwaarden: zijn hoofdverblijfplaats in België hebben en minimum 50 uur per maand of 600 uur per jaar zorg verlenen.
  • Men voorziet de creatie van een centraal register met de mantelzorgers en de geholpen persoenen.
  • Elke geholpen persoon kan een beroep doen op maximum 3 mantelzorgers (voor maximum 150 uur per maand).
  • Het bedrag van de tegemoetkoming wordt uitbetaald door de RVA en zal verschillen naargelang u voltijds of deeltijds verlof opneemt, uw gezinssituatie en uw leeftijd.
  • Erkende mantelzorgers hebben recht op een thematisch verlof voor medische bijstand (verpleegkundige zorgen, voeding, wassen en aankleden, lessen, levering van geneesmiddelen, bijstand voor verplaatsingen, psychologisch toezicht en ondersteuning).
  • Dit verlof was voorheen voorbehouden aan naaste familie, maar wordt nu ook toegekend aan vrienden en zal tot 2024 stelselmatig uitgebreid worden. Een mantelzorger kan dus niet alleen zorg dragen voor een ouder of gezinslid, maar ook voor een vriend of buur.
  • Het verlof bedraagt 12 tot 18 maanden voor de mantelzorger die een voltijds verlof wil opnemen en 24 tot 36 maanden voor wie halftijds blijft werken. Elk jaar wordt een maand (voltijds) of twee maanden (halftijds) toegevoegd.
  • Langdurig zieken (onder voorbehoud van voorafgaande goedkeuring door de adviserend geneesheer) die een ziekte-uitkering ontvangen, mogen ook de activiteit van mantelzorger opnemen.
  • Ook zelfstandigen zullen dit verlof kunnen opnemen.

 

 

LEES OOK:

 

Unicef roept kinderen op om luid en duidelijk te zeggen dat ze #ZinInSchool hebben

Unicef België lanceert zijn nieuwe campagne #ZinInSchool. Het doel? Alle leerlingen de kans bieden om te tonen dat ze weer zin hebben om naar de les te gaan, na een soms maandenlange onderbreking. Dat kunnen ze onder meer duidelijk maken door hun boekentas goed zichtbaar aan het raam te plaatsen. 

De overheid gaf groen licht aan de scholen om opnieuw voltijds van start te gaan. De kinderartsen juichen het nieuws toe en stellen de bevolking nogmaals gerust. Nu zijn de kinderen zelf aan het woord, om hun #ZinInSchool te tonen aan de wereld. Unicef stelt hen daarvoor affiches ter beschikking en vraagt om hun boekentassen aan het raam te zetten.

Unicef België ondersteunt de beslissing van de regering

“UNICEF België is zich zeker bewust van de uitzonderlijke situatie waarin we leven, maar we willen wel voorkomen dat het belang van het onderwijs over het hoofd zou gezien worden en daardoor een verloren generatie dreigt. De impact op kinderen, niet enkel op het vlak van een mogelijke leerachterstand, maar ook op het vlak van welzijn, veiligheid en algemene ontwikkeling, is enorm.

UNICEF België steunt daarom de beslissing van de overheden en onderwijsverantwoordelijken om scholen op een veilige manier terug te openen.”

Zo kan je meedoen!

  • Maak je boekentas nu al klaar en zet ‘m aan het raam!
  • Heb je een printer? Druk dan de poster af en hang hem erbij. Of laat je tekentalent zien en maak je eigen #ZinInSchool-poster!
  • Maak een foto van jouw boekentas (en poster) en deel die op social media met #ZinInSchool. Nodig zeker ook je klasgenoten uit om mee te doen!

 

Lees ook :