Nieuws

Autisme: nieuws van 
de enige inclusieve kleuterklas van Brussel

Elsene. De gewone school ‘Les Petits Moineaux’. De eerste inclusieve kleuterklas van Brussel, uitsluitend bestemd voor kinderen met autisme, opende haar deuren in september 2019. Op deze Wereld Autisme Dag en zes maanden na de eerste schooldag maken Nathalie Vetard (onderwijzeres van de inclusieve klas) en Letizia Giambillaro (directrice van de buitengewone school ‘Les Astrôn’Autes’ en initiatiefnemer van het project) de balans op. 

Het is bekend: alle scholen, dus ook die van het buitengewoon onderwijs, zijn voor onbepaalde tijd gesloten vanwege de pandemie. Maar kunnen we het vandaag toch nog eens over het onderwijs hebben? 2 april is nu eenmaal Wereld Autisme Dag en inclusieve klassen zoals deze lopen niet dik gezaaid. We hoorden er voor het eerst over op het ‘Salon du Répit et du Handicap’, dat vzw Handipeople in oktober van vorig jaar organiseerde. Hospichild ontmoette er Nathalie Vetard, gespecialiseerde onderwijzeres en voorzitster van vzw Dynam’Autes. Zij vertelde ons over de oprichting in september van een nieuwe inclusieve kleuterklas voor kinderen met autisme, en dit in de school ‘Les Petits Moineaux’ in Elsene. Zes maanden later maken Nathalie en Letizia een eerste balans op.

In september van vorig jaar opende een inclusieve klas haar deuren in een gewone school (Les Petits Moineaux). Hoe evolueert het initiatief ?

Nathalie Vetard, voorzitster van vzw Dynam’Autes en onderwijzeres van de inclusieve klas van de school ‘Les Petits Moineaux’ – Foto: Sofia Douieb

Nathalie: “Er is inderdaad al veel veranderd sinds de aanvang van het schooljaar. In het begin hielden we de negen kinderen met autisme bijeen. Vandaag wonen vijf van hen in de voormiddag de lessen bij in andere, gewone klassen. De vier anderen eten samen met alle andere kinderen het middagmaal. Alle speeltijden en alle schooluitstappen gebeuren gezamenlijk. Sommige kinderen passen zich natuurlijk sneller aan dan andere, maar vergeet niet dat dit nog maar het eerste jaar is. Hopelijk kunnen we volgend jaar nieuwe stappen zetten.”

Letizia: “Het project verloopt prima sinds het begin van het schooljaar. De klas werd ingericht in functie van ieder kind.Sommigen van hen komen van de school ‘Les AsTrôn’Autes’ en waren al vertrouwd met de structuur. Het feit dat er op elk moment twee mensen aanwezig zijn in de klas, draagt bij tot het welslagen.”

Hoe bekijken de andere leerlingen en de ouders het project?  

Letizia: “In het jaar voor de komst van de inclusieve klas, gingen we stap voor stap te werk. We begonnen met een ontmoeting met het lerarenkorps van ‘Les Moineaux’ en met de directrice, mevr. Céline Simon. Het doel was om hen bewust te maken van autisme enerzijds, en het project anderzijds. Daarna nodigden we alle ouders van ‘Les Moineaux’ uit om hen op de hoogte te brengen van onze plannen, met inbegrip van een presentatie over autisme en een vraag- en antwoordronde. De ouders stonden meteen positief tegenover het initiatief. De meesten waren zelfs van mening dat het een goede zaak was voor hun kinderen. Niemand uitte bijzondere bekommernissen. In de loop van dit schooljaar werden ten slotte alle andere personeelsleden van de gewone school gesensibiliseerd. En telkens waren de reacties enthousiast. Ook vanaf september begon Laurence Folie, de coördinatrice van de inclusieve klas, met de bewustmaking van de kleuters in de andere klassen.”

Wat is de meerwaarde voor de kinderen met autisme om naar een gewone school te gaan?  

Nathalie: “Wanneer de inclusie doordacht gebeurt, heeft ze een duidelijke positieve impact op de kinderen. Wij hadden het geluk dat we een bereidwillige school vonden, die zich volledig achter het project schaarde en onze kinderen met open armen verwelkomde. Alles loopt eerlijk gezegd op wieltjes. Dat is ook te danken aan de bewustmaking van de onderwijzers van ‘Les Petits Moineaux’ door leden van de buitengewone school ‘Les Astrôn’Autes’ en aan de steun die wij hen dagelijks bieden. De kinderen leren bijvoorbeeld sneller de sociale codes aan en begeven zich vlotter tussen de andere kinderen, omdat ze dagelijks met de ‘gewone wereld’ te maken krijgen.”

Letizia: “Door hun inclusie in de klassen beschikken de kinderen met autisme over veel meer gesprekspartners en krijgen ze meer respons bij hun sociale interacties. Zo kunnen ze groeien en zich aanpassen aan de wereld rondom hen.”

Komen alle kinderen met autisme in aanmerking voor dit soort van inclusie?

Nathalie: “Ik vind dat ieder kind met autisme, zeker op de kleuterleeftijd, toegang moet krijgen tot zo’n klas. Tegelijk besef ik dat autisme gepaard gaat met bepaalde moeilijkheden. Daarom lijkt het me aangewezen dat het kind in staat is om bepaalde attitudes aan te nemen, die nodig zijn voor de inclusie in een groep. Het moet ook nieuwsgierig zijn naar de anderen, ongeacht zijn cognitieve mogelijkheden.”  

Zullen er andere soortgelijke klassen jullie voorbeeld volgen?  

Nathalie: “Het team van de buitengewone school ‘Les Astrôn’Autes’ wil graag een inclusieve klas in de lagere school opstarten. Zo kunnen de kinderen uit de inclusieve kleuterkas hun traject verder zetten. Momenteel vindt overleg plaats rond dit project. Maar naast onze klas bestaan er ook inclusieve lagereschoolklassen in Wallonië en Brussel, al gaat het daar om projecten van ouders of teams van opvoeders.” 

Letizia: “We hopen echt dat onze inclusieve klas navolging zal krijgen. Je moet mensen van op prille leeftijd bewust maken van verschillen. Pas dan zal de soms negatieve perceptie van de maatschappij op mensen met een beperking verdwijnen. Wij zijn dan ook op zoek naar partners om een inclusieve lagereschoolklas te openen. Zo kunnen de kinderen uit de kleuterklas dit schitterende project vervolgen en krijgen ook andere kinderen de kans!”  

 

Andere lectuur over dit onderwerp:

·     Handicap : reportage vanuithet ‘Salon du Soutien et du Répit’

·     Boek over autisme biedt methodiek voor ouders en begeleiders

 

Alain Maron inventariseert de levering van maskers en herinnert zich het juiste gebruik ervan

Op 24 maart stuurde Alain Maron, minister van Sociale Actie en Gezondheid, een e-mail naar gezondheids- en sociale actoren. Het inventariseert de leveringen van beschermingsmiddelen en het juiste gebruik in het algemeen.

Mevrouw, mijnheer,

 Als operatoren uit de sociale en gezondheidssector maakt u deel uit van de organisaties die centraal staan bij de aanpak van de coronacrisis die we nu doormaken. Uw werk is van essentieel belang. Ik wil u dan ook bedanken voor uw inspanningen en flexibiliteit, maar ook en vooral voor uw solidariteit. Dit alles in een moeilijke context waarin uw personeel en uzelf duidelijk risico’s lopen. 

 Als sleutelactoren hebt u ook het recht op correcte informatie. Daarom stuur ik u deze e-mail, waarin ik me enkel op concrete informatie wil concentreren.

 Weet bovendien dat wij onophoudelijk zoeken naar betrouwbare leveranciers. Hieronder vindt u het laatste concrete nieuws op dit vlak:

  • Gisteren werden er 160.000 chirurgische mondmaskers geleverd (met veel dank aan al het personeel van de administraties die dit mogelijk maakten). Zij worden verdeeld over de diensten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (Iriscare en Diensten van het Verenigd College) en de Franse Gemeenschapscommissie (rusthuizen, palliatieve zorg, thuiszorg- en thuishulpdiensten, medische huizen, opvangtehuizen voor daklozen, centra voor personen met een handicap, PVT’s, IBW’s, psychiatrische ziekenhuizen(COCOF), centra voor gezinsplanning die aan geboortebeperking doen, revalidatieovereenkomsten enz.).
  • Donderdag volgt een levering van 160.000 chirurgische mondmaskers voor dezelfde diensten en onder dezelfde voorwaarden (waarbij echter aanpassingen mogelijk zijn op grond van de behoeften).
  • Tegen het einde van de week worden er opnieuw 400.000 chirurgische mondmaskers verwacht (waarbij alle beperkingen inzake gebruik blijven gelden, gelet op het tekort op de wereldmarkt).
  • Voorts is de aankoop van 100.000 FFP2-mondmaskers, 100.000 schorten, handschoenen, overschoenen en hydroalcoholische gel aangevraagd voor die instellingen waar COVID-19 patiënten verzorgd worden.
  • Er is ook een Brusselse productielijn van stoffen maskers opgezet. Vanaf volgende week zullen er 200.000 maskers per week geproduceerd worden. Die zijn bestemd voor personen met een vermoedelijke besmetting, om de verdere verspreiding van het virus in te perken. De RMG[1]heeft aanbevelingen opgesteld voor het gebruik van zulke handgemaakte maskers in deze context van een tekort aan beschermingsmiddelen en een actieve COVID-19-epidemie.

We kunnen hier spreken van een concrete vooruitgang. Toch is het van essentieel belang zoveel mogelijk initiatieven te nemen en niet op één paard te wedden. Elke instelling en dienst moet dus een maximale inspanning leveren om zich te bevoorraden op de markt. Daarom is het belangrijk dat u nog steeds zelf het materiaal bijbestelt dat u nodig acht. Voorts vragen we u Iriscare (facility@iriscare.brussels) in kennis te stellen van uw behoeften. 

Om af te sluiten, wil ik u herinneren aan enkele basisprincipes om zo rationeel mogelijk om te springen met dit materiaal:

  • Om risicogroepen te beschermen volstaat het een chirurgisch (of stoffen) mondmasker te dragen;
  • Om uzelf te beschermen tegen vermoedelijk besmette personen, draagt deze best een chirurgisch (of stoffen) mondmasker;
  • Als u de kamer van een vermoedelijke of aangetoonde COVID-19-patiënt betreedt om zorg te verstrekken(wat de enige context is waarin u die kamer mag betreden), moet u een FFP2-mondmasker en een schort dragen;
    • In geval er geen FFP2 masker beschikbaar is, raadt de FOD Volksgezondheid aan een chirurgisch mondmasker te dragen[2]
  • Om intensieve zorgen toe te dienen (bv. intubatie, niet-invasieve beademing of invasief longonderzoek) aan een COVID-19-patiënt, zijn een FFP2- of FFP3-mondmasker, een schort en een veiligheidsbril of -masker vereist;
  • Werkkledij van zorgpersoneel moet in de kleedruimte achtergelaten worden en in de instelling schoongemaakt worden.
  • Al dit materiaal verliest zijn doeltreffendheid als het personeel niet regelmatig de handen wast met water en zeep, des te meer bij het verwijderen of uittrekken van het materiaal.

 Wij weten dat dit een erg moeilijke periode is en dat u grote risico’s loopt. Iriscare en de administraties zetten dan ook alles op alles om u te steunen en zullen dat blijven doen. De context blijft echter heel vervelend. Samen zullen we ons echter door deze crisis slaan. 

Hoogachtend,

Alain Maron

Minister van Gezondheid en Welzijn

 

[1]https://epidemio.wiv-isp.be/ID/Documents/Covid19/COVID-19_RMG_Brief_MondMaskers_NL.pdf

[2]https://epidemio.wiv-isp.be/ID/Documents/Covid19/COVID-19_RMG_Brief_MondMaskers_NL.pdf”

 

Hallo! Kinder- en jeugdpsychiatrie: nieuwe hotline van het UKZKF voor extreme stress-situaties

Op maandag 23 maart opende het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola een nieuwe telefonische hotline met de naam ‘Hallo! Kinder- en jeugdpsychiatrie’. Het doel? Kinderen en ouders die geconfronteerd worden met (abnormaal veel) angst of problematische stress in contact brengen met een professional.

Van maandag tot vrijdag en van 9u00 tot 16u30 beantwoorden psychologen oproepen op het nummer 02 477 31 80. Indien nodig verwijzen ze door naar kinderpsychiaters die, afhankelijk van het probleem, consulten organiseren per videoconferentie of telefoon.

Ook kinderen krijgen stress ten gevolge van afzondering

In een artikel dat recent verscheen op Yapaka, stond: “Ook de kinderen raken bedolven onder de niet aflatende stroom van angstwekkende berichten en zij merken onze verslagenheid als volwassenen. De sluiting van de scholen, geen knuffel of een kus mogen geven, geen toegang hebben tot speelpleintjes, geen bezoekjes aan oma en opa… de kinderen raken vervreemd van hun vertrouwde, goed georganiseerde en beschermende leefwereld.”

Hoe omgaan met deze buitengewone situatie?  

Yapaka, een programma gericht op de preventie van kindermishandeling, reikt enkele handvatten aan om met deze situatie om te gaan.

  • Blijf op de hoogte, maar beperk de momenten waarop er informatie binnenstroomt, zodat je het nieuws emotioneel een plaats kan geven.
  • Praat met je kind in een taal die het begrijpt, in functie van zijn/haar leeftijd. Het moet deze duistere tijden kunnen verwerken. Het voelt de impact op zijn/haar dagelijkse leven en moet de situatie de baas blijven.
  • Hou contact (via telefoon of internet) met vrienden en familie.
  • Behoud vaste gewoontes en rituelen (eten, slapen, organisatie…) om het kind gerust te stellen. Applaudisseren om 20 uur is bijvoorbeeld een goed idee.
  • Ouders moeten af en toe op adem komen. “Even alleen wandelen of fietsen om je hoofd leeg te maken, wat kletsen met een buur aan de andere kant van de schutting, eens bellen met een vriend, broer of zus, een andere ouder die je kent van aan de schoolpoort… het zijn stuk voor stuk goede ideeën.”

Wat als het allemaal te veel wordt?

Dreigt de situatie ondanks alle voorzorgen toch uit de hand te lopen? Aarzel dan niet om een professional in te schakelen. Precies voor dergelijke gevallen opende het Kinderziekenhuis de telefonische hotline, die je vanaf nu kan bereiken op 02 477 31 80.

Er zijn trouwens nog hulplijnen waar je terecht kan: Awelen Tele-Onthaal– 106. Surf ook eens naar de pagina ‘Hulp zoeken bij psychische problemen’.

Hospichild blijft bereikbaar… op afstand

Dag iedereen,

Wij hopen dat jullie in goede gezondheid zijn nu dat er in België maatregelen gelden om de verspreiding van het nieuwe coronavirus Covid-19 te beperken.

Tot en met 5 april vervolgt ons team, via thuiswerk, de onderhoud van het onlineplatform Hospichild en het schrijven van nieuwsartikelen. Jullie kunnen het team contacteren via het formulier specifiek gemaakt hiervoor.

De website https://www.info-coronavirus.be/nlvan de FOD Gezondheidszorg biedt jullie meer informatie en aanbevelingen. De berichtgeving over de ontwikkelingen van de epidemie wordt up-to-date gehouden.

De gezondheidsprofessionals en zorgverleners kunnen meer informatie vinden op de drietalige website die werd opgesteld door het Brussels Gewest met hulpmiddelen, omzendbrieven, toolboxen en faq’s: https://coronavirus.brussels

Solidaire groeten,

Het team Hospichild

Eerste nationale sensibiliseringscampagne rond palliatieve zorg

“Palliatieve zorg verbetert de levenskwaliteit van ongeneeslijk zieke mensen en hun naasten, zeker wanneer men er tijdig een beroep op doet”, dat is de boodschap die de drie nationale federaties voor palliatieve zorg (Brusselse Federatie voor Palliatieve en Continue Zorg, Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen en Fédération Wallonne des Soins Palliatifs) willen doorgeven met hun eerste nationale communicatiecampagne, om dit onderwerp uit de taboesfeer te halen.

De campagne werd ‘Zorg en zoveel meer’ gedoopt en loopt van 2 tot 30 maart 2020. Het voornaamste doel? Een positiever beeld creëren van palliatieve zorg en zo bijdragen aan het beperken van de zinloze en inefficiënte behandelingen in de laatste levensfase, en dit vanuit het oogpunt van de patiënt (inefficiëntie + verminderde levenskwaliteit) als van de maatschappij (oneigenlijke uitgaven). Om zoveel mogelijk mensen te bereiken worden diverse communicatiekanalen ingezet: affiches, brochures, website, radiospots, video’s op sociale media (waaronder een over pediatrische palliatieve zorg).

Informeren om inzicht te verschaffen

Het opzetten van een dergelijke campagne in België is nodig om het grote publiek een betere kijk te verschaffen op wat palliatieve zorg is (iedereen kan er ooit mee te maken krijgen) en om aan te tonen dat PZ niet beperkt blijft tot het levenseinde, maar ook gericht is op de levenskwaliteit van de patiënten en hun omgeving. Precies daarom zal u binnenkort slogans kunnen lezen op affiches of horen in radio- en tv-spots, die focussen op de kleine geneugten’ van het leven, veeleer dan op de dood.

Zorg en zoveel meer

De website bij deze campagne (www.zorgenzoveelmeer.be) omvat heel wat informatie, video’s, nuttige adressen… Er staat onder meer te lezen: “Palliatieve zorg verbetert de levenskwaliteit van ongeneeslijk zieke mensen en hun naasten, zodat ze ondanks de ziekte nog zo veel mogelijk van het leven kunnen genieten, tot het einde. Het gaat om een gepersonaliseerde begeleiding die vertrekt vanuit de wensen en behoeften van de patiënt en diens omgeving en om een multidisciplinaire aanpak die aandacht heeft voor het lichamelijke, psychologische, sociale en spirituele welzijn.”

Een recht voor iedereen, ongeacht de leeftijd

Naast die informatie vermeldt de website ook verschillende definities van PZ, zoals “de persoon staat centraal, niet de ziekte”, “ondersteuning voor de hele omgeving”, “vroeg starten is beter”… En wanneer we het Hospichild-thema van het zieke kind aanraken: “een recht voor iedereen, ongeacht de leeftijd, ziekte en levensverwachting”. Daaronder staat: “Er bestaan specifieke pediatrische programma’s voor de opvang van ernstig zieke kinderen, met het oog op een betere levenskwaliteit voor de kinderen en ondersteuning voor hun ouders bij de zorg en de rouw.

 

Meer weten? www.zorgenzoveelmeer.be

Meer lezen? Pediatrische palliatieve zorgen op de agenda van het Parlement van de Franstalige Brusselaars